Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Uitspraak Antwerps dialect

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

De uitspraak van Antwerpse woorden komt voor meer dan 85% overeen met het algemeen Nederlands, daarom verwijzen we ook veelal naar Klankinventaris_van_het_Nederlands, dit artikel is uiteraard in het Algemeen Nederlands geschreven, er zijn echter een aantal klanken die anders zijn en die verschillen worden hieronder beschreven. Enkele opmerkingen vooraf die de leesbaarheid ten goede komen :

  • soms zal in dit hoofdstuk gebruik gemaakt worden van spelling beschreven door F. Camerman boek in zijn "Antwerps schrijven".[1] Camerman maakt gebruik van nieuwe grafemen om bepaalde klanken aan te duiden, hij heeft dus een nieuw grafeem "verzonnen" waar de AN-spelling er een te weinig heeft, bij de keuze daarvan heeft deze auteur het AN als vertrekpunt gebruikt. Een voorbeeld hiervan is het gebruik van de æ of het gebruik van accenten die in het Nederlands doorgaans niet gebruikt worden;
  • het gebruik van fonetische transscriptie wordt vermeden (zoals in de boeken van Jack De Graef nog wel eens voorkomt), voorbeelden van woorden uit andere talen die gelijkaardig klinken worden dan weer wel gebruikt ;
  • er zal ook gebruik worden gemaakt van het Internationaal Fonetisch Alfabet


Medeklinkers

  • De uitspraak van de medeklinkers is meestal dezelfde als die van het Nederlands.
  • De n wordt regelmatig gevelariseerd tot de 'ng'[ŋ] zoals in 'bang ' of zoals in de artiesten naam van rapster Slongs Dievanongs (Charissa Parassiadis), wanneer ze in hetzelfde lid van een samenstelling/woord wordt voorafgegaan door een beklemtoonde korte 'e' leŋze(lenzen), 'i' kiŋd(kind), 'o' koŋt(zitvlak,bips), 'u' muŋt(pepermunt), korte eu [œ] möŋd(maand) of korte oe[ʊ] poeŋ(geld) . Verder vindt men ze vaak gevelariseerd in woorden waar een stamklankverkorting is opgetreden, bijvoorbeeld in de korte enkelvoudsvorm van schoene [sçoʊnə]: schùng [sçʊŋ]. Net als in het Nederlands klinkt de n door assimilatie als [ŋ] voor een [k], [ɣ]/[ʝ] of [x]/[ç].[2]
  • De 'h' wordt niet aangeblazen (dus eigenlijk niet uitgesproken) (H-deletie). 'Holland' klinkt dus als Ollaent[ollant] en 'hond' als ongt[oŋt]. In sommige gevallen meestal in het midden van een woord wordt ze wel uitgesproken, maar minder hard aangeblazen dan in het Nederlands zoals in ge'euge [ɤə'œːɤə].
    • Met het voorbeeld van het werkwoord 'behangen' en het begrip 'behangpapier', kan men daarin ook een evolutie vaststellen : de oude garde zou het werkwoord uitspreken als bangen en gebruikt daarbij bangsel(papiêr) en bangselkol of pap, de jonge generatie zou de uitspraak be'angen en be'ang gebruiken , waarbij de apostrofe een pause aanduidt waardoor een nauwelijks hoorbare "h" wordt geproduceerd, er is daarbij dan ook sprake van een Algemeen-Nederlandse of tussentaalse invloed.[3]
  • De 'sh', medeklinker uit het Engels, is equivalent aan de 'sj' in het Nederlands en wordt in het Algemeen Nederlands gebruikt in woorden die in het Antwerps vrijwel onbekend zijn. In het Antwerps wordt de medeklinker wel gebruikt maar gebruiken de schrijfwijze 'sh' zoals in verkleinwoorden (kindshe, stiêntshe) oiv. in het dialet veelgebruikte Engelse leenwoorden zoals (en)T-shirt, shit, short of shotte (voetballen).
  • De 'zj', medeklinker uit het Frans, komt vooral voor in leenwoorden uit het Frans zoals zjendaerm(gendarme), zjust (juist) of zjaloes (jaloers); het is de stemhebbende vorm van 'sh' en wordt in dezelfde gevallen als andere stemhebbende medeklinkers verstemloosd. [4]
  • Een van de meest opvallende uitspraak afwijkingen van het Antwerps, en nagel aan de doodskist van mening leraar nederlands, is de uitspraak van de 'L'. In het algemeen nederlands gebruikt men de franse 'l' waarbij de punt van de tong tegen het gehemelte wordt gehouden met neutrale lippen, in de uitspraak van het woord 'melk' eindigt men in het AN met een zachte landing in de mond. De Antwerpse l daarentegen wordt uitgesproken met bijna 1/3 van de tong stevig tegen het gehemelte gedrukt, de lippen achteruit getrokken alsof men een scherpe 'i' uitspreekt en in de Antwerpse [mellək] landt de tong met een forse klak in de mond, dit resulteert in - wat men doorgaans - een platte of heel 'vettige' uitspraak van de 'l' noemt.

Klinkers

Vooraan N.-front Midden N.-back Achteraan
Gesloten
Bestand:Blank vowel trapezoid.png
iy
ɨʉ
ɯu
ɪʏ
eø
ɘɵ
ɤo
ɛœ
ɜɞ
ʌɔ
aɶ
ɑɒ
Bijna gesloten
Gesloten-mid
Midden
Open-mid
Bijna-open
Open

Door op de tekens van de bovenstaande schema IPA klinkers te klikken kan u de uitspraak horen.

De klinkers zullen hier gemakshalve worden beschreven met hun tegenhangers van het Algemeen Nederlands als vertrekpunt. Iets wat opvalt aan het Antwerpse klinkerstelsel is dat de korte klinkers vaak helder zijn en de lange dikwijls dof - in het Algemeen Nederlands is namelijk het tegenovergestelde waar te nemen. Bijvoorbeeld klinkt ziel in het Nederlands als [ziˑl], terwijl het in het Antwerps als [zɪˑl] kan klinken of het woord mis in het Nederlands als [məs], terwijl het in het Antwerps als [mis] kan klinken .

'a'

Er zijn 3 uitspraken van de klinker 'a'  :

1 korte 'a'

  • De korte 'a' is een korte a maar scherpe klank - zoals het franse (fr)'à'[a].
    • Voorbeelden: kat[kat], zak, pas
  • Vóór de l wordt ze verdonkerd [5] en klinkt daarom meer als de nederlandse gedekte 'a' , kort: [ɑ].
    • Voorbeelden: bal [bɑl]

2 lange 'aa'

  • De lange 'aa', in het algemeen nederlands geschreven als 'aa' of in een open lettergreep, klinkt als [ɒ] zoals in de Scandinavische talen of in het Engelse (en)'board'
    • Voorbeelden: maan [mɒn], baard[bɒrt], traag[trɒx], baan[bɒn],
    • opvallend is het het woord straat[strɒt] wordt soms lang uitgesproken zoals in ik gaan naar den bakker in de körte gastesstraat[ik gɒn nɞr dən bakkər in də kərtə gasthəsstrɒt] maar soms ook kort zoals in den buro in d'Oemmegaenckstrot [strɞt] (uitgesproken zoals de 'o' in 'hok') wanneer en waarom dit gebeurt is niet met regels te vatten.
  • Als de korte 'a' gerekt is, wat vooral is gebeurd voor 'r' of 'n', klinkt ze zoals in het Fr'gare'[ɤærə], hiervoor gebruiken we in de Camerman schrijfwijze dan ook het grafeem 'æ' of 'ae'.
    • Voorbeelden: waerm, staerk, laend, baenk, waerke(n)[6]

andere a-klanken

  • De nederlandse lange 'aa' klank [ɑ] (zoals in het AN 'ik ga') wordt in het Antwerps ook gebruikt maar is geen uitspraak van de klinker 'a' maar wel de tweeklank zoals in vrau of "vrou" (vrouw) [vrɑ] , of in gau(gauw)[ɤɑ].

'e'

korte 'e'

  • De doffe 'e' of sjwa klinkt hetzelfde als in het AN: [ə]. Zie echter ook de korte 'eu'.
    • Voorbeelden: wille(n) [willə(n)], de [də]
  • De korte 'e' klinkt als [e] in het Nederlandse 'berg').
      • Voorbeelden: bed [bet], zes [zes]
    • Vóór de 'l' klinkt de korte e echter als [ɛ] (de korte e van het AN zoals die in normale positie klinkt)
      • Voorbeelden: melk[mɛlək], bel[bɛl], lel[lɛl][7]
  • De gerekte e in bijvoorbeeld waereke(werken) wordt in het Antwerps de gerekte a of 'æ'.

lange 'ee'

De lange 'e' van het Nederlands beantwoordt aan tenminste vier Antwerpse fonemen.

  • Het dichtste bij de lange 'ee' van het AN ( zoals in 'geef, leer, veer') staat de Er bestaat een langzaam krimpende groep andere inheemse woorden waarbij de uitspraak van de lange e nauw aansluit bij de franse (fr)'é'(e-aïgue), maar dan met een naslag zoals in de (fr)'ê' in (fr)'fenêtre' : de woorden leêr[lɛ:r] en veêr[vɛ:r], ook geêl, meêl, keêl, scheêl (bijvoeglijk naamwoord), lêve(n), rêge(n), vêge(n), blête(n)(huilen), (h)êring(haring), keês(kaas), frête(vreten), vêre(n)(ww:veren) En in leenwoorden waar het Frans een gelijkaardige klank heeft: traine(n), trêtere(n)(treiteren), desseêr(dessert), kreêm(crème) en krêmeriê(ijssalon) etc.
  • Als ze ontstaan is uit een vroeg gerekte korte 'e', 'ä' of 'i', klinkt ze als 'ei'[ɛi] zoals de "ij"-klank in het zuidelijke algemeen nederlands in de woorden als 'tijd', 'meid' of 'mijt' (dus zonder de [j]-naslag die in het noord nederlands nadrukkelijk aanwezig is . Dit foneem noemt men vaak de "zachtlange 'e'".
    • Voorbeelden: beet [bɛɛit], zeve(n) [zɛivə(n)][7]
    • Onregelmatig met dit foneem zijn: nee/neje [nɛi/nɛijə] (meer zelden het oorspronkelijke niê)
    • In sommige gevallen is ze een tweeklank [eə] of [ɛə]. Dit foneem wordt door P.J. Cornelissen en J.-B. Vervliet de zwaarlange e genoemd. Het treedt regelmatig op in plaats van de zachtlange e voor r, behalve in een paar samentrekkingen op -eder: weer [ʋɛəir], neer[[nɛəir]] (maar niet in leêr [lɛ:r] en veêr [vɛ:r]) en in de werkwoorduitgang -ere(n) zoals in ambetere(n) [ambətɛəirə].
    • tussenvoorbeelden
    • het woord gevel hoort zowel in de voorgaande als in deze serie thuis : geevel [ɤɛivəl] of gêvel [ɤɛ:vəl] ze hebben dezelfde betekenis en worden door elkaar gebruikt,
      • voorbeeld "de gêvel[ɤɛ:vəl] van oewuis"(de gevel van uw huis), "'kzal sebiêt oewe veurgeevel[ɤɛivəl] is bijwaereke" (ik zal je smoelwerk vertimmeren)
    • Twee verschillende uitspraken kan echter wijzen op twee verschillende betekenissen : bijvoorbeeld 'kweken' heeft 2 uitspraken elk met een verschillende betekenis:
      • kwêke(n)[kʋɛ:kə] of het ervan geleidde naamwoord kwêk[kʋɛ:k] : betekent 'spreken' letterlijk 'kwaken', en men kwêkt met zan kwêk wat mond of klep betekent, ( voorbeeld houdoe kwêk (houdt je klep, zwijg))
      • de ander uitspraak is kwiêke(n) maar de gangbare betekenis is 'kweken, voortplanten' (voorbeeld: ze kwiêke gelak konijne(ze kweken als konijnen)) (zie volgende uitspraak)
  • dat brengt ons bij het derde foneem van de lange 'ee' : als ze ontstaan is uit een Germaanse 'ai'[8] is ze een tweeklank [iə]. Dit foneem noemt men vaak de scherplange e.
      • Voorbeelden: liêren[liərə(n)] (leren), miêr[miər](meer, grotere hoeveelheid), kliêre [kliərə](kleren, kleding) [9]
    • Tot de wootden met 'iê' horen ook de leenwoorden met een Romaanse tweeklank beantwoordende aan Latijnse "e vóór -st".[10]
      • Voorbeelden: biêst, fiêst, miêster[10]
    • De 'iê' bedraagt ook sommige woorden waarin het AN een ee vertoont, ontstaan na syncope van een mediane d, en waarin die syncope niet meer aangevoeld wordt.[10]
      • Voorbeeld: gedwiê [10]
    • en de zelfstandige naamwoorden waar het AN een beklemtoond -eel heeft,[11]
      • Voorbeelden: barriêl, kastiêl, kamîel, pensiêl, ...
      • Bijvoeglijke naamwoorden waar het AN een beklemtoond -eel heeft, daarentegen, hebben een zachtlange <ee>.
      • Voorbeelden: cultureel[kulturɛil], crimineel[kriminɛil] (ook zelfstandig gebruikt als zelfstandig naamwoord).
      • Tegenvoorbeeld: grossiêl[grosiəl](stevig,groot) [12]
    • Andere gevallen met 'iê': viêrting (veertien), fiêrtig (veertig), viê(vee), liêg (laag),[10], iêmer(emmer) [13], meniêr of hiêr (mijnheer of heer) (ook al werd dat vroeger onetymologisch gespeld als "heere"), ...


andere e-klanken

      • Net als in de oude Nederlandse schrijftaal, hebben enkelvoudsvormen in de verleden tijd bij de sterke werkwoorden zich qua klinkerkwaliteit aan de meervoudsvormen aangepast
        • Voorbeeld: rijden, riêd, reden, gereden > rije(n), ree, reeë(n), gereeë(n) [14]

i

  • In het AN verschilt <i> en <ie> vooral qua klinkerkwaliteit: [ɪ] en [i], ook al kan de <ie> soms, met name vóór r, lang worden uitgesproken. In het Antwerps worden de fonemen vooral onderscheiden door de klinkerlengte, ook al klinkt de lange ook hier niet qua kwaliteit hetzelfde als de korte.
  • De korte i klinkt als [i] (de <ie> van het AN maar altijd kort).
    • Voorbeelden: vis [vis], kind [kiŋt]
  • De lange i (meestal <ie> geschreven) klinkt als [ɪ:] (de korte i van het AN maar lang).
    • Voorbeelden: bier [bɪ:r], gieter [gɪˑtər]
  • De verdeling tussen de korte en de lange i is niet altijd dezelfde.
    • Voorbeelden: friet = frit [frit], vriend = vrind [vriŋt][15]

o

  • De korte o klinkt precies zoals in het Belgisch AN als [ɔ].
    • Voorbeelden: kot [kɔt], mor [mɔr].
  • Dikwijls heeft het Antwerps een korte oe waar het AN een korte o heeft.

  • De lange o van het AN is in het Antwerps nog duidelijk verdeeld in twee klanken.[8]
  • Indien ze afkomstig is van een Germaanse <au>, klinkt ze als [uə], dat wil zeggen dezelfde klank als de Afrikaanse <oo>. In de spelling van de Vries en te Winkel werd dit foneem, de scherplange o, dubbel geschreven in open lettergreep.[16]
    • Voorbeelden: groôt [ʝruət], noôt [nuət] = nooit, oôg [uəx][9]
  • Franse leenwoorden met -oi- krijgen <oô>: ivoôr, komfoôr[17], framboôs[18], kantoôr[19], talloôr[20], koôf [21]
  • Het voorvoegsel oor- is oôr- geworden, behalve in het woord oorlog.[22]
  • Andere gevallen met oô: boôrd, poôrt, lantoôr, pastoôr, persoôn, doôs, droôg, wône(n), gewoôn, kroôn, matroôs, patroôn, Rôme(n), roôs, smôre(n) (en smoôr), stôre(n), troôn, verôvere(n), woôstag,[17], voôrt [23], bôre(n)[24], koôr(d)[25], koôr[26], poôs[27], moôrd[28], bekôre(n)[29], vroôm[30].
  • In de meeste andere gevallen klinkt ze als u] (zoals het Engels "coal"). Dit foneem, de zachtlange o, werd in de spelling van de Vries en te Winkel enkel geschreven in open lettergreep.
    • Voorbeelden: school [sçəul], riool [rijəul] [31]
    • Net als in de oude Nederlandse schrijftaal, hebben enkelvoudsvormen in de verleden tijd bij de sterke werkwoorden zich qua klinkerkwaliteit aan de meervoudsvormen aangepast
      • Voorbeeld: kruipen, kroôp, kropen, gekropen > kruipe(n), kroop, krope(n), gekrope(n) [32]
  • Op basis van de oudere schrijftaal had men eigenlijk sloêt verwacht, maar in het Antwerps spreekt men van een sloot.

oe

  • In het Algemeen Nederlands wordt <oe> meestal kort uitgesproken, maar soms ook lang, met name vóór <r>. In het Antwerps aan de andere kant is het verschil zeker niet in alle gevallen te verklaren uit de fonetische context.
    • Vergelijk: schroef, slùf; roem, blùm; poep (=achterste), pùp (=pop)[33]
  • De lange oe bedraagt ongeveer dezelfde woorden als in het AN, maar ze wordt altijd lang uitgesproken.
    • Voor k is ze echter dikwijls verkort: dùk, (h)ùk, kùk, ...
  • Ze klinkt [oʊ], in jonger Antwerps wordt ze echter soms gemonoftongeerd tot [ʊ:]
    • Voorbeelden: roep [roʊp], boer [boʊr], snoep [snoʊp]
  • De korte oe bevat veel woorden die in het AN een <oe> of <oo> hebben, als resultaat van stamklankverkorting van de lange oe of van de oô.[33]
    • < oe: vloeke(n), gij vlùkt; roepe(n), gij rùpt; ...
    • < oô: lôpe(n), gij lùpt; rôke(n), gerùkt; ...
  • Ze bevat ook veel woorden die in het AN een korte <o> (of bij wijze van uitzondering <u>) hebben.
    • Dat is regelmatig zo vóór:
      • m: (h)ùmmel, stùm, trùmmel, stùmp, klùmp, ùm (en ùm-), glùm, klùm, krùmp, ...
        • ook: blùm (blom in andere dialecten), oemmes (=immers, elders omme(r)s), ...
      • ng: tùng, vùnk, jùnk, blùnk, drùnk, drùng, vrùng, zùng, zùnk, ...
        • Maar niet als de ŋ alleen volgens de uitspraaksregel voor /n/ boven wordt gebruikt: (h)oŋd[34]
        • Maar niet langer in de uitgang -um, die nu als -əm of -um klinkt: album, datem
    • Dat is soms zo vóór:
      • b: bùbbel, brùbbel, slùbber, ...
      • p: ùp (en samenstellingen), pùp
      • f: dùf, mùffel, indùffele(n), bùf, mùf, pùf, slùf, stùffe(n), schùft (=hoge schouder), rùffele(n)
      • ch: lucht (=lucht), lucht (=licht), bùcht (=bucht), tùcht, vùcht, ...
      • k: bùk (nu meestal bok), jùk (=juk), klùk (hen), slùk, tùk, ...
  • Ze klinkt zoals haar tegenhanger in het Duits: [ʊ] of [u].

u

  • De korte u klinkt zoals in het Franse woord "perdu", oftewel als een verkorte <uu> van het AN.
    • Voorbeelden: bus [bys], mus [mys]
  • De lange u klinkt als de Nederlandse eu maar met diftongering: y].
    • Voorbeelden: muur [møyr], vruug [vrøyç] = vroeg, duvel [døyvəl] = duivel[31]
  • Soms heeft het Antwerps een vorm met <uu> waar het Nederlands een met <oe> (broer = bruur) of <ui> (duivel = duvel) heeft. In het eerste geval is er sprake van een umlaut, in het tweede is het een restant van de toestand voordat uu diftongeerd werd tot ui.

eu

  • Het Antwerps kent net als het Duits twee eu's: een lange en een korte.
  • De lange eu klinkt als de Noord-Nederlandse uitspraak van <ui>: ʊ]. Ze komt vaker voor dan in het AN; dikwijls is er dan sprake van een umlaut. In jonger Antwerps wordt ze vaak gemonoftongeerd tot [œ:], de [tussentaal]se uitspraak van <ui>.
    • Voorbeelden: neus [nœʊs], keuning [kœʊniŋ] = koning, veul [vœʊl] = veel, veur [vœʊr] = voor[35]
  • De korte eu is qua klank ongeveer gelijk aan de sjwa (ook bekend als de doffe e), maar verschilt er wezenlijk van omdat ze in beklemtoonde lettergrepen kan optreden.[36] Vaak treedt de korte eu op waar in het AN een korte o gevolgd wordt door een r, of waar een stamklankverkorting is gebeurd van <ui> of <eu>.[33]
    • Voorbeelden: wörm [wørm] = worm, plöts [pløts] = plaats, löstere [løstere(n)] = luisteren, vör [vør] = onbeklemtoond voor(zoals in vörbij) .[35]

Echte tweeklanken

De Nederlandse tweeklanken komen overeen met deze Antwerpse klanken:

  • De ei/ij klinkt ongeveer als in het Duits en het Engels als een tweeklank met een a als aanvangsklinker: [aə]. Hij verschilt er wel wezenlijk van doordat het tweede element een schwa is en geen j (meer).
    • Voorbeelden: mijn [maən], laweit [lawaət] (lawaai)De juiste schrijfwijze is laweit, aldus het WNT</ref>
  • De ui klinkt ongeveer als in het Duits als ə].
    • Voorbeelden: kruis [krɔəs], ruit [rɔət], buite(n) [bɔətə(n)]
  • De <au>, <ou> en <auw> van het AN klinken als [ɑ:] (de klank van het Engelse "car")[37], maar voor een medeklinker net als in het AN u].[38]
    • Voorbeelden: vrouw [vrɑˑ], zout [zɑut]
  • In het AN zijn deze drie schrijftekens allemaal samengevallen tot [ɑu], dat wil zeggen de vroegere uitspraak van <au>. Eerst vielen <au> en <aauw> samen tot <au(w)>, een taalverandering die tot uiting kwam in de spelling De Vries-Te Winkel in het schrappen van één a in bijvoorbeeld raauw.[39] Later zijn ook <ou> en <au> samengevallen, maar dat heeft geen spellingwijziging met zich meegebracht. In het Antwerps is de samenval anders gebeurd: <au> en <aauw> zijn samengevallen in <aauw> waarvan het laatste deel van de tweeklank is weggevallen; <ou> is gedeeltelijk samengevallen met de nieuwe [ɑˑ], behalve vóór medeklinkers.[40]
    • Er zijn echter een paar restantvormen te vinden waar de uitspraak u] soms wordt gehandhaafd ook al volgt er geen klinker (meer) op, bijvoorbeeld: zou [zɑu], wou [wɑu][41]
    • In het platste Antwerps vallen deze tweeklanks-ou en de zachtlange o samen.
    • In het hedendaags Antwerps is de uitspraak van het foneem in verandering.

Onechte tweeklanken

  • <oei> [ʊj] klinkt hetzelfde als in het Nederlands
  • <ooi> in principe ook, maar meestal gaat het om een oo ontstaan uit Germaans <au>[42] en dan is ze (behalve in bijvoorbeeld (h)oôi en koôi [43][44]) verkort van [uəj] naar [ʊj] - en klinkt dus gelijk aan <oei>
  • <ieuw> klinkt net als in het Nederlands als een opeenvolging van <ie> en <w>, in het Antwerps dus als [ɪ:w].
    • behalve in het woord nieuw dat de in het Brabants zeer gewone overgang van w in v kent: nief
  • <eeuw> klinkt ongeacht de herkomst van de <ee> als [iəw][10][45], ook al kan de w soms wegvallen.[46]
  • <aai> klinkt als [ɑ:j] of [ɔ:j], en is door die tweede, authentiekere uitspraak moeilijk tot onmogelijk te onderscheiden van <ui>
    • Voorbeelden: waaien [wɔ:jə(n)]

Korte klinkers vóór [ŋ]

In het platste Antwerps klinken de korte klinkers e, i, o, ù, u, ö vóór [ŋ] als hun lange tegenhangers ee, ie, oo, oe, uu, eu:[47]

  • meŋs als meeŋs [mɛiŋs]
  • kiŋd als kieŋd [kɪ:ŋt]
  • hoŋd als hooŋdʊŋt]
  • dùng als doeng [doʊŋ]
  • zöng als zeung [zœʊŋ]

De a klinkt, tenzij ze gerekt is tot ae, niet anders dan vóór bijvoorbeeld m.

Wegvallende naslagen

In het Antwerps, vooral in zijn plattere vormen, kan de naslag wegvallen op het eind van iê, eê en oê. Mogelijk wordt dit wegvalsproces geremd door het AN - [i:] is daar immers de uitspraak van <ie>. Vaste regels zijn er niet, maar wel een paar tendensen:

  • Vóór r wordt de naslag altijd behouden.[48]
  • Vóór g valt hij opvallend dikwijls weg.[48]
  • Hoe sneller men spreekt, deste hoger is de kans dat hij wegvalt.[48]
  • Vóór j valt hij altijd weg: briêje [bri:je], kruien [krɔ:jə].

Bronvermelding

Bronnen, noten en/of referenties:

  1. º Antwerps schrijven, Filip Camerman, C.Devries-Brouwers Antwerpen, 2007
  2. º Camerman, F., Antwerps schrijven
  3. º Camerman, F., Antwerps schrijven
  4. º Camerman, F., Antwerps schrijven
  5. º Tàànder Aàntwààreps: De A-klanken
  6. º Camerman, F., Antwerps schrijven
  7. 7,0 7,1 Camerman, F., Antwerps schrijven
  8. 8,0 8,1 Men zie hiervoor onder andere
  9. 9,0 9,1 Camerman, F., Antwerps schrijven
  10. 10,0 10,1 10,2 10,3 10,4 10,5 Smout, H., Het Antwerps dialect
  11. º http://www.aentwaerps.be/forum/topic/87/last
  12. º [http://www.aentwaerps.be/woord/2212 Aentwaerps.be - Woordenboek Aentwaerps - Ollands
  13. º Aentwaerps.be - Woordenboek Aentwaerps - Ollands
  14. º [http://www.aentwaerps.be/woord/1347 Aentwaerps.be - Woordenboek Aentwaerps - Ollands
  15. º Camerman, F., Antwerps schrijven
  16. º Camerman noteert <oê> naar analogie van zijn andere gekozen grafemen; wij echter niet om het leesbaarder te houden
  17. 17,0 17,1 Smout, H., Het Antwerps dialect
  18. º http://www.aentwaerps.be/woord/2331
  19. º http://www.aentwaerps.be/woord/2390
  20. º http://www.aentwaerps.be/woord/537
  21. º http://vlaamswoordenboek.be/definities/toon/11474
  22. º Aentwaerps.be - Forum - Aentwaerpse woordeschat - oor- oêr- oer
  23. º Antwerps.be - Woordenboek Antwerps - Nederlands
  24. º Aentwaerps.be - Woordenboek Aentwaerps - Ollands
  25. º Aentwaerps.be - Woordenboek Aentwaerps - Ollands
  26. º Aentwaerps.be - Woordenboek Aentwaerps - Ollands
  27. º Aentwaerps.be - Woordenboek Aentwaerps - Ollands
  28. º Aentwaerps.be - Woordenboek Aentwaerps - Ollands
  29. º http://www.aentwaerps.be/tekst/403/katastroof-aentwaerpe/beko%EArd
  30. º http://www.aentwaerps.be/woord/2462
  31. 31,0 31,1 Camerman, F., Antwerps schrijven
  32. º Aentwaerps.be - Woordenboek Aentwaerps - Ollands
  33. 33,0 33,1 33,2 Camerman, F., Antwerps schrijven Citefout: Ongeldig label <ref>; de naam "CAMERMAN2007-187" wordt meerdere keren met andere inhoud gedefinieerd.
  34. º De overgang o > -ù is ouder dan de typisch Antwerpse uitspraak van n als ŋ.
  35. 35,0 35,1 Camerman, F., Antwerps schrijven
  36. º Het is niet altijd gemakkelijk om uit te maken of er sprake is van een doffe e of een ö, wat blijkt uit waarschijnlijk dat vertaalt als wörschijnlijk (indien stamklankverkorting met umlaut) of werschijnlijk (indien stamklankverkorting en verdoffing tot sjwa)
  37. º Camerman, F., Antwerps schrijven
  38. º Volgens J. Nuyts alleen maar voor dentalen.
  39. º te Winkel, L. A.; M. de Vries, Woordenlijst voor de spelling der Nederlandsche taal, met aanwijzing van de geslachten der naamwoorden en de vervoeging der werkwoorden
  40. º Deze lijst bevestigt de regel. Smout wijst in dezelfde richting §35 (p. 14) §56 (p. 26).
  41. º Tàànder Aàntwààreps: Naslag, halfklinkers en tussenklanken
  42. º Philippa, M.; e.a. (red.), Etymologisch Woordenboek van het Nederlands [A-K]
  43. º Aentwaerps.be - Forum - Aentwaerpse spelling en grammatica - tussen-j
  44. º Soms ook bewaard in toernoôi
  45. º Camerman, F., Antwerps schrijven
  46. º Bijvoorbeeld in de verbogen vormen van schriêwe(n)
  47. º Zie de spelling op http://aentwaereps.blogspot.com/
  48. 48,0 48,1 48,2 http://tanderantwerps.blogspot.com/2009/05/naslag-halfklinkers-en-tussenklanken.html
rel=nofollow

Zoek op Wikidata

rel=nofollow
rel=nofollow