Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Henry IV, Part I
Henry IV, Part I, of voluit The First Part of King Henry the Fourth, is een van de historische stukken van William Shakespeare. Het vormt het tweede deel van een tetralogie die handelt over de historische opgang van het Engelse koninklijke Huis van Lancaster. Waarschijnlijk dateert het uit de jaren 1596–1597. Het volgt op het eerste deel "Richard II" en wordt gevolgd door "Henry IV, Part 2" en "Henry V". Van in het begin was het stuk bijzonder populair, zowel bij het publiek als bij critici.
Mogelijke invloeden
Zoals het geval was met de meeste van zijn historische stukken, was Shakespeares belangrijkste bron waarschijnlijk Raphael Holinsheds Chronicles uit 1587, dat op zijn beurt putte uit Edward Halls "The Union of the Two Illustrious Families of Lancaster and York". Een andere zeer waarschijnlijke bron was het episch gedicht "The Civil Wars Between the Two Houses of York and Lancaster", geschreven in 1595 door Samuel Daniel. Ook Niccolò Machiavelli's "De heerser" kan van invloed geweest zijn, vermits een van de belangrijkste thema's van het stuk het omgaan met macht is en de verantwoordelijkheid die daarmee gepaard gaat.
Achtergrond
De gebeurtenissen vinden plaats in de jaren 1402–1403, twee eeuwen voor Shakespeares tijd. In het algemeen beschrijft het verhaal waar gebeurde historische feiten, alhoewel Shakespeare de geschiedenis verandert of uitvindt al naargelang het hem zo uitkomt. Het stuk sluit aan bij de prequel "Richard II", zodat het helpt om vertrouwd te zijn met wat er in dit deel gebeurde om de motieven van de verschillende personages in Henry IV, Part I beter te begrijpen. Als het toneelstuk begint is de positie van Hendrik IV op de troon niet veilig. De burgeroorlog die hij zelf heeft veroorzaakt door de vorige koning, zijn oom Richard II, te laten vermoorden,[1] is nog maar pas achter de rug of er breken nieuwe bloedige onlusten uit. Hij ergert zich ook aan het grillige gedrag van zijn zoon, prins Hendrik (ook Hal genoemd), die zich laat adviseren door een vreemde figuur, John Falstaff.[2] Deze Falstaff is één van de meest fascinerende creaties van Shakespeare. De vadsige, gedegenereerde oude schurk sleurt de jonge prins (door hem "Hal" genoemd) mee in een milieu van dieven en struikrovers. Door het contrast tussen de twee milieus - paleis en herberg - en het voortdurend wisselen van focus maakt dit stuk een verrassend moderne indruk. Ook in onze tijd is het nog zeer genietbaar, niet in het minst door de legendarisch oneerbiedige humor van John Falstaff. Op een heel vernieuwende manier wordt in het stuk geschiedenis en komedie vermengd. Verheven scènes met koningen en veldslagen worden afgewisseld met taferelen met dronken schurken en diefstallen. De climax van het toneelstuk is de historische Slag bij Shrewsbury,[3] waarbij koning Hendrik slag levert met het opstandelingenleger van Hendrik "Hotspur" Percy uit Northumberland.
Thema's
- de al dan niet door god gelegitimeerde macht van de koning: Een probleem waarmee Shakespeares personages in zijn historische stukken worstelen, is de vraag of de koning van Engeland de vertegenwoordiger van Gods macht op aarde is. Immers, als dit waar is, dan zou afzetten van de koning of koningsmoord - zoals Hendrik IV doet - een daad van godslastering zijn.
- het begrip eer: Hotspurs begrip van eer is niet hetzelfde als wat prins Hendrik er onder verstaat. Zijn grootsheid, moed en kracht verworden soms tot arrogantie, trots en gebrek aan zelfcontrole. Hotspur offert desnoods de liefde van zijn eigen vrouw op voor dat soort eer.[4] Bij prins Hendrik is uiteindelijk persoonlijke eer ondergeschikt aan het belang van de natie. In contrast met Hotspurs heetgebakerdheid geeft de jonge Hendrik blijk van diplomatieke en manipulatieve talenten.
- variatie in idioom en tongval: de taal zoals ze aan het hof wordt gesproken wordt gecontrasteerd met de taal van gewone mensen uit achterbuurten van Londen, uit Wales of Schotland. Achter het schijnbaar oppervlakkige gedrag van prins Hendrik schuilt ook een overtuiging, namelijk dat hij zijn eigen volk goed moet kennen en met gewone mensen op hun niveau moet leren omgaan als hij later een goede koning wil zijn.
Belangrijkste personages
- Hendrik IV, koning van Engeland, ook gekend als (Hendrik) Bolingbroke.[5] De wat afstandelijke en trotse koning is niet echt de protagonist van het stuk, ook al draagt het zijn naam.
- Prins Hendrik, Prince of Wales: door zijn vrienden "Hal" genoemd, zoon van Hendrik IV die de troon zal overerven als Hendrik V. Hij verzaakt aan zijn zorgeloos leventje als de natie hem nodig heeft
- Prins John of Lancaster: de broer van prins Hendrik die het vredespact verbreekt en het rebellenleger verslaat
- De graaf van Westmorland: een bevelhebber in het leger van de koning
- Sir John Falstaff: lolbroek, schavuit en kameraad van Prins Hal
- Poins: handlanger van Falstaff
- Sir Walter Blunt
Aan de zijde van de rebellen:
- De graaf van Worcester
- Percy, graaf van Northumberland, zijn broer
- Henry Percy, ook "Hotspur" genoemd, Northumberlands zoon
- Kate, Lady Percy, Hotspurs vrouw
- Lord Edmund Mortimer, graaf van March, Lady Percy's broer
- Lady Mortimer, zijn vrouw
- Owain Glyndwr (Glendower), Lady Mortimers vader
- De graaf van Douglas
- Sir Richard Vernon
- Scrope, aartsbisschop van York
Inhoud
Eerste bedrijf
Scène 1 In het koninklijk paleis spreekt Hendrik IV met zijn raadgevers. Burgeroorlogen hebben het land verdeeld, maar Hendrik maakt plannen voor een deelname aan de kruistocht naar Jeruzalem. Hij moet van dit plan afzien als hem het nieuws bereikt over schermutselingen tussen zijn leger en Schotse en Welshe rebellen. Edmund Mortimer, een Engelse bevelhebber, verloor een slag in Wales tegen een leger rebellen geleid door de mysterieuze Welshman Owain Glyndwyr. Deze laatste heeft Mortimer gevangengenomen en duizend van zijn soldaten afgeslacht. Van een andere Engelse grens komt het nieuws dat Hotspur de strijd heeft aangegaan met het leger van de Schotse rebellenleider Archibald (ook gekend als "Douglas"). Hendrik IV was echter al op de hoogte gesteld dat Hotspur heeft gezegevierd en veel gevangenen heeft genomen, onder wie Mordake, de zoon van Archibald. Hendrik is opgetogen met het nieuws en kan niet nalaten de prestaties van Hotspur te vergelijken met die van zijn eigen zoon, Prins Hendrik (ook gekend als "Hal"). Hals frivole leventje maakt hem in de ogen van zijn vader ten schande. De koning oppert dat hij zou willen dat Hotspur zijn zoon was in plaats van die nietsnut.
Hotspur gedraagt zich echter vreemd. Hij laat de koning weten dat hij slechts één van de gevangenen - Mondrake- zal sturen en de rest bijhoudt. Dit is tegen alle regels, want de koning heeft altijd recht op alle in de strijd veroverde gevangenen. De koning ontsteekt in woede en stuurt een boodschapper naar Hotspur met het bericht dat hij zich zo snel mogelijk moet komen verantwoorden. Hendriks plan voor een kruistocht wordt uitgesteld en hij beveelt een zitting van het hof voor de volgende woensdag om Hotspur te horen.
Scène 2 Ergens in een onderkomen in Londen brengt Prins Hendrik tijd door met zijn vriend Sir John Falstaff. Falstaff is een oude, vetgegeten crimineel die als dief en struikrover aan de kost komt. Maar hij is ook pienter en met zijn vriend Hendrik voert hij heel levendige en geestige gesprekken. Ook Edward Poins (Ned), een struikrover, trekt met hen op. Hij praat met Falstaff over een op til staande roof op een groep rijke pelgrims. Ze spreken af om 's morgens om 4 uur aan Gad’s Hill op de weg naar Londen toe te slaan. Falstaff wil de prins mee, maar die weigert omdat hij geen dief is. Poins vraagt om even alleen met de prins te blijven om hem te overtuigen. Hij maakt Hal wijs dat het om een practical joke gaat en dat ze niet aan de roof zullen deelnemen, alleen maar toekijken. Als Falstaff klaar is met de overval, zullen ze hem op hun beurt gemaskerd beroven. Hal gaat akkoord om mee te spelen. Zodra Hal alleen is, begint hij luidop over zichzelf te mijmeren. Zijn (psychologisch) plan bestaat erin dat hij de koning en het Engelse volk eerst ervan zal overtuigen dat hun prins heel laag gevallen is, om hen daarna beter te kunnen verrassen met iets geweldigs, een prins waardig. Hij besluit dat in de nabije toekomst zijn omgeving duidelijk zal worden uit welk hout hij werkelijk is gesneden.
Scène 3 Hotspur komt naar het kasteel van Windsor. Hij legt uit dat zijn weigering om de gevangenen uit te leveren niet als een rebelse daad bedoeld was. De boodschapper van de koning kwam gewoon ongelegen omdat hij zo kort na de strijd moe en nijdig was. Hotspur zegt de gevangenen te willen uitleveren onder voorwaarde dat de koning het losgeld betaalt dat de rebellen vragen voor de uitlevering van Hotspurs schoonbroer Mortimer. De koning weigert en noemt Mortimer een verrader. Hij heeft immers onlangs vernomen dat Mortimer de Welshe dochter van Gwyndir heeft gehuwd en gelooft dat hij zich met opzet heeft laten verslaan door de rebellen. De koning vertrekt.
Hotspur barst uit in een woedende speech, omdat hij vermoedt dat de koning verborgen motieven heeft om de betaling van het losgeld te weigeren, met name het feit dat Mortimer door de vermoorde Richard II als wettelijke troonopvolger was aangeduid. Worcester en Northumberland kunnen hem met moeite kalmeren. Worcester legt uit dat hij een plannetje heeft bedacht: de Percy's moeten steun zoeken bij de Schotse en Welshe rebellen. Hotspur moet nu terug naar Schotland en de gevangenen vrijlaten zonder losgeld te vragen aan hun volk. Dan moet hij een alliantie aangaan met Douglas, de leider van de Schotse opstand.
Tweede bedrijf
Scène 1 In een tuin achter een herberg, gelegen aan de hoofdweg naar Londen, maken twee mannen hun paarden klaar om vroeg in de morgen goederen te gaan leveren. De staljongen doet zijn werk te sloom naar hun zin en de mannen reageren geprikkeld. De struikrover Gadshill, een vriend van Falstaff en de prins, komt uit de duisternis tevoorschijn en vraagt de voermannen of hij een lantaarn van hen mag lenen. Ze vertrouwen hem echter niet en weigeren. Zodra de mannen vertrokken zijn, komt de kastelein van de herberg naar Gadshill en vertelt hem dat er een paar rijke reizigers aan het ontbijten zijn die spoedig zullen vertrekken. Gadshill rijdt weg op zijn paard om een plaats voor een hinderlaag te zoeken.
Scène 2 Een paar kilometer verder aan de hoofdweg te Gad's Hill zoekt Falstaff naar zijn paard. Poins heeft het echter stiekem meegenomen en verstopt in het bos. Peto, Bardolph, en prins Hendrik kijken benieuwd toe hoe deze grap zal aflopen. De dikke Falstaff hijgt, puft en zweet zich te pletter en zijn gejammer amuseert de toekijkers. Hal sust Falstaff door hem te zeggen dat hij zijn paard wel zal zoeken, al is hij dat natuurlijk helemaal niet van plan. Gadshill verschijnt met het nieuws dat de rijke reizigers in aantocht zijn. De prins stelt voor dat Falstaff, Peto, Bardolph en Gadshill op de hoofdweg gaan staan en dat hij en Poins de flank zullen bezetten om vluchtenden te onderscheppen. Ze zetten hun maskers op en Hal verdwijnt met Poins in de struiken. De reizigers verschijnen, waarop Falstaff, Peto, Bardolph en Gadshill hen beroven en vastbinden.
Scène 3 Terwijl de vier het goud verdelen, overvallen Poins en Hal op hun beurt vermomd en gemaskerd de dieven. De vier vluchten in paniek weg. Met hun zakken vol goud en heel geamuseerd springen Hal en Poins op hun paard. Ze hebben al voorpret als ze bedenken hoe kwaad Falstaff wel zal zijn als hij te voet terug naar Londen moet wandelen.
Scène 4 en 5 Op zijn kasteel in Warkworth in Noord-Engeland leest Hotspur een brief. Het is het antwoord van een edelman op Hotspurs vraag om deel te nemen aan een opstand tegen de koning. Hotpsur is woedend, want de edelman weigert. Hotpsur besluit om nog dezelfde nacht de rebellie te starten. Lady Hotspur is heel onthutst als ze verneemt dat haar man binnen enkele uren het kasteel zal verlaten zonder haar te vertellen waarheen. Ze heeft al lang nachtmerries en gelooft dat er iets slechts op komst is. Er volgt een woordenwisseling waarbij zij er zelfs mee dreigt zijn "little finger" (een eufemisme voor zijn penis) in twee te zullen breken. Hotspur volhardt en vertrekt, tierend dat dit geen wereld is voor vrouwelijke liefde, maar voor strijd en geweld.
In de herberg te Eastcheap amuseert prins Hal zich intussen ten koste van Francis, een van de leerjongens die de bar bedienen. Falstaff maakt zijn intrede en dist een sterk aangedikt verhaal op over de manier waarop honderd dieven hem zijn buit ontfutseld hebben. Hal speelt het spelletje mee. Mistress Quickly, de uitbaatster van de herberg, kondigt aan dat er een edelman is aangekomen met een bericht van de koning voor de prins. Hij moet zich onmiddellijk naar het koninklijk paleis begeven om mee de door Hotspur geleide opstand van de Percy's te helpen bedwingen. Ter voorbereiding van de confrontatie met de koning spelen Falstaff en de prins een soort rollenspel, waarbij ze afwisselend de rol van de koning, Hal en Falstaff op zich nemen. Bardolph komt binnengestormd en onderbreekt hen om te zeggen dat de sheriff (schout) op komst is. Falstaff verschuilt zich vlug achter de gordijnen. Hal maakt de sheriff wat wijs en belooft hem garant te staan voor de vangst van de dieven en hun buit. Hal treft Falstaff slapend aan achter de gordijnen, doorzoekt zijn zakken en vindt een lijst met schulden die hij niet heeft terugbetaald. Als straf neemt Hal zich voor om Falstaff soldaat te maken die zijn dagmarsen te voet moet afleggen.
Derde bedrijf
Scène 1 In Wales vergaderen de leiders van de opstand in het kasteel van Owain Glyndwr. De twee belangrijkste leden van de Percy's zijn er: Hotspur en Worcester, samen met Lord Mortimer (Hotspurs schoonbroer [6] ). Glyndwr, de leider van de Welshe rebellen, is hun gastheer. Ze wijzen elkaar op de kaart van Engeland de stukken land aan die ze onder elkaar zullen verdelen nadat ze de koning hebben verslagen. Hotpsur maakt daar op een wat tactloze, plagerige manier ruzie over met de heetgebakerde Glyndwr. Hij banaliseert ook Glyndwr's aanspraken op magische vermogens en kracht en wordt voor zijn provocatie door zijn oom Worcester terechtgewezen. De vrouwen komen dan binnen om afscheid van hun mannen te nemen. Lady Mortimer (de dochter van Glyndwr) blijkt alleen maar Welsh te spreken en haar echtgenoot begrijpt die taal niet. Dat geeft aanleiding tot een grappige 'dialoog' die ermee eindigt dat ze beiden het vertrek verlaten en de Lady een Welsh liedje begint te zingen voor haar echtgenoot die zijn hoofd in haar schoot vleit. De mannen ondertekenen een overeenkomst voor de verdeling van het land en spreken af om elkaar met hun legers in Shrewsbury te ontmoeten voor de veldslag.
Scène 2 Prins Harry komt na een lange afwezigheid naar het paleis en moet zich tegenover zijn vader verantwoorden voor zijn gedrag. Ik zou zelf nooit koning geworden zijn, zegt Bolingbroke, als ik me onder het gewone volk gemengd had en zo hun respect had verloren. De jonge Hotspur heeft eigenlijk meer recht op de troon dan Harry. Hij heeft zich al bewezen op het slagveld en heeft zich van ieders respect verzekerd. Harry steekt vervolgens een emotionele speech af waarin hij belooft zijn leven te beteren en Hotspur te overtreffen in reputatie. Sir Walter Blunt komt buiten adem binnen en verkondigt dat de Schotse rebellen zich nabij Shrewsbury verzameld hebben met een indrukwekkende troepenmacht. De koning maakt vervolgens plannen voor de strijd en geeft zijn zoon Harry de opdracht om als bevelhebber op donderdag op te trekken tegen de vijand.
- Commentaar: Deze scène is duidelijk een keerpunt (scenarioterm:'midpoint') in het verhaal, waarop de gebeurtenissen een andere, bepalende wending nemen. Harry laat zijn plezierige leventje en de invloed van zijn slechte vrienden achter zich en het publiek verwacht nu dat hij gaat tonen wat hij werkelijk waard is in een confrontatie met de al legendarische Hotspur.
Scène 3 Deze scène is een komisch intermezzo met Falstaff en de waardin in de herberg (the Boar’s Head Tavern in Londen), waarbij hij haar ervan beschuldigt zijn beurs te hebben gestolen. Als prins Harry binnenkomt maakt hij duidelijk dat het gestolen geld is teruggegeven aan de rechtmatige eigenaars, en dat het tijd is om zich klaar te maken voor de strijd. Hij geeft ieder zijn orders en deelt Falstaff mee dat deze de leiding krijgt over een eenheid soldaten te voet. Hij moet zich met zijn groep de volgende namiddag bij de prins melden om daar verdere instructies te ontvangen. Falstaff laat het niet aan zijn hart komen en doet zich nog eens te goed aan een uitgebreid ontbijt.
Vierde bedrijf
Scène 1 In het rebellenkamp nabij Shrewsbury bespreken Hotspur, Worcester en Douglas hun strategie. Een boodschapper brengt hen slecht nieuws: Hotpsurs vader, Northumberland, kan wegens ziekte niet meedoen aan de strijd. Hotspur is even aangeslagen, maar vindt dan zijn veerkracht terug. Een andere boodschapper, Sir Richard Vernon, bericht dat het leger van koning Hendrik in opmars is, samen met zijn zoon Harry, die zich als en behendig ruiter gedraagt en ieders respect afdwingt. Hotspur roept uit dat hij deze prins graag in een duel tot de dood zou ontmoeten.
Maar Vernon heeft nog meer slecht nieuws: hun bondgenoot Glyndwr laat weten dat hij niet in staat zal zijn binnen de afgesproken tijd zijn troepen te verzamelen. De strijd zal dus zonder hem moeten beginnen. Worcester en Douglas zijn bezorgd, maar Hotspur laat zich door niets tegenhouden en zegt dat, als ze dan toch moeten sterven, ze vrolijk zullen sterven. Douglas valt hem nu bij en roept uit dat hij de dood niet vreest en dat het gevecht zoals gepland zal doorgaan.
Scène 2 Falstaff en zijn rekruten marcheren naar het westen, op weg naar hun rendez-vous met Hendrik te Bridgnorth. Falstaff zendt Bardolph uit om wijn te gaan halen en begint dan luidop zijn methode uit te leggen hoe hij soldaten ronselt. Het blijkt dat hij als militair bevelhebber corrupt te werk is gegaan en rijke kooplui benaderde, die hem vervolgens wilden omkopen om thuis te kunnen blijven. Falstaff heeft zo veel geld opgestoken, maar zijn leger bestaat nu een allegaartje nietsnutten die zich voor wat geld laten inhuren. Prins Harry betrapt hem met dit schamel legertje, maar Falstaff lacht zijn kritiek weg en zegt dat ze goed genoeg geschikt zijn als kanonnenvoer. Harry zet de groep tot spoed aan om op tijd aan de strijd te kunnen deelnemen.
Scène 3 In het rebellenkamp te Shrewsbury zijn Hotspur, Douglas en Worcester het niet eens over de te volgen tactiek. Worcester en Vernon dringen er op aan op te wachten tot al hun legers zich hebben verzameld. Bovendien zijn hun eigen paarden nog uitgeput van de lange tocht. Maar Hotspur en Douglas zijn daar te ongeduldig voor en willen meteen aanvallen. Sir Walter Blunt komt aan in het kamp met nog een vredesvoorstel van koning Hendrik waarin hij ook volledige amnestie belooft. Hotspur reageert door een lange speech af te steken over het onrecht dat zijn familie is aangedaan door Hendrik. De Percy's hebben hem indertijd geholpen om de macht te grijpen en koning Richard II af te zetten. Hotspur verwijt de koning nu ondankbaarheid jegens de Percy's, getuige de weigering om een losgeld te betalen voor Mortimer toen die in Wales gevangen was genomen. Hotspur zendt de boodschapper van de koning weg en zegt hem de volgende morgen hun beslissing te zullen mededelen.
Scène 4 Intussen spreekt de aartsbisschop van York, een bondgenoot van Hotspur en de rebellen, met zijn vriend Sir Michael. Hij overhandig hem brieven die dringend moeten bezorgd worden. Een voor zijn neef Scrope en een voor Lord Marshal. Deze brieven zullen heel belangrijk zijn voor het verloop van de strijd. Hij maakt zich bezorgd dat Hendriks leger zo sterk is. Sir Michael stelt hem gerust en zegt dat de rebellen sterke mannen aan hun zijde hebben zoals Douglas, zijn zoon Mordake, Vernon, Hotspur en anderen. De aartsbisschop antwoordt dat de zoon van de koning mee zal vechten, zijn jongere broer prins John, Blunt en vele anderen en spoort hem aan om de brieven snel te bezorgen. Hij is duidelijk bezig met een noodplan voor in geval de rebellen op het slagveld het onderspit zullen delven. Koning Hendrik is er immers van op de hoogte dat hij bij de opstand betrokken is.
Vijfde bedrijf
Scène 1 Koning Hendrik geeft in Shrewsbury Worcester (die als boodschapper is aangekomen uit het rebellenkamp) de opdracht om alsnog te trachten een veldslag te vermijden. Worcester herinnert hem eraan dat de Percy's hem geholpen hebben om aan de macht te komen en dat hij verzuimd heeft om zich erkentelijk te tonen. Hun motieven om in opstand te komen zijn dus gewettigd.
Als Worcester op weg gaat naar de rebellen met het vredesvoorstel, beseffen Hendrik en de prins dat de twee vechtersbazen, Hotspur en Douglas, er waarschijnlijk niet op zullen ingaan.
Falstaff mijmert in zijn eentje over het overdreven belang dat aan eer wordt gehecht. Volgens hem is het iets dat voorbehouden is aan dode mannen.
Scène 2 Aangekomen in het rebellenkamp, vertelt Worcester echter niets over het vredesvoorstel en het aanbod tot amnestie van de koning. Het sluiten van vrede is immers niet in Worcesters belang: zelfs als de koning Hotspur zou vergeven, zouden hij en Northumberland voortaan met wantrouwen worden bekeken en mogelijk zelfs wegens verraad terechtstaan. Hij liegt dus tegen Hotspur en Hotspur reageert meteen door een boodschapper uit te sturen om de koning uit te dagen op het slagveld. Hij leest zelfs de brieven niet meer die een andere boodschapper met spoed komt bezorgen en stort zich in de voorbereiding van de strijd.
Scène 3 De strijd is nu aan de gang. Douglas, de Schotse rebel, is op zoek naar de koning om hem te doden. Hij ontmoet Sir Walter Blunt, die dezelfde wapenuitrusting draagt als de koning, en doodt hem. Hotspur identificeert hem echter als een dubbelganger. Ze gaan samen op zoek naar de echte koning.
Falstaff verschijnt. Hij tracht zich aan de strijd te onttrekken. Prins Harry merkt hem op en eist zijn zwaard op maar de lafaard weigert. Ze vertrekken in verschillende richtingen.
Scène 4 Harry komt terug, met zijn broer John en Westmorland. Hij is overdekt met bloed maar weigert zich te laten verzorgen. Even later vertrekken ze samen terug naar het slagveld. Douglas verschijnt; hij is nog steeds op zoek naar de koning, om hem te doden. Hij en de oude koning geraken slaags in een duel. De koning wordt bijna gedood, maar prins Harry redt hem en Douglas vlucht. Koning Hendrik zegt zijn zoon dat hij zijn respect heeft herwonnen.
Prins Harry en Hotspur ontmoeten elkaar dan op het slagveld. Er volgt een duel op leven en dood, waarbij de prins de roemrijke Hotpsur doodt. Falstaff heeft hen gadegeslagen; als Harry weg is, steekt hij de dode Hotspur met zijn dolk in zijn been en voert hem weg om het duel voor zichzelf op te eisen. Harry en zijn broer John zijn te verbluft om er iets aan te doen en besluiten het later aan te pakken. Als de trompetten schallen, trekken ze zich allen terug in het basiskamp.
Scène 5 De veldslag is afgelopen en de koning heeft gezegevierd. De rebellenleiders zijn dood of gevangengenomen. De aanzetters van het verraad, Worcester en Vernon, zullen geëxecuteerd worden. Ook Douglas, de Schotse leider, is gevangengenomen, maar Harry vraagt zijn vader om hem wegens zijn moed gratie te verlenen en vrij te laten. Harry neemt zich voor om ook de rest van de rebellen elders in het land aan te pakken. Zijn broer John en Westmorland zendt hij naar York om af te rekenen met Northumberland en de aartsbisschop. Zelf zal de prins Mortimer en Owain Glyndwr aanpakken...
Externe links
Bronnen
Literatuur
Noten
|
De werken van William Shakespeare |
---|