Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Syncope (muziek)
In de muziek spreekt men van een syncope wanneer een of meer tonen niet op de tel of puls vallen, maar ertussenin, waardoor een of meer normale hoofdaccenten verlegd worden.
De syncope(Syncope = Grieks = samenslag) wordt in de muziek gebruikt om het accent te verleggen, om het accent op een andere dan de gebruikelijke of verwachte plaats aan te brengen. Vaak is dit de plek vlak voor het verwachte telaccent (anticiperende syncope), of vlak na de verwachte tel (ook wel echosyncope genoemd).
Sterke maatdelen
Bij de notatie van de muziek, staat de maatstreep bijna altijd voor de zwaarste tel, namelijk de eerste tel of maatdeel. Overigens betekenen de woorden 'licht' en 'zwaar' of 'zwak’ en ‘sterk’ niet, dat bijvoorbeeld in een 2/4 maat de eerste tel harder wordt gespeeld dan de tweede. Zwaar betekent in dit verband eerder zoiets als: zwaartepunt, rustpunt, einde, begin.
Bij een syncope valt het accent niet zoals gebruikelijk op de zware maatdelen en ontstaat een sterke ritmische stuwing. Een syncope ontstaat bij een overbinding van een zwak maatdeel naar het daarop volgende sterke maatdeel met dezelfde toonhoogte.
Een overbinding is een teken in de muzieknotatie waarmee met een boogje tussen twee noten aangegeven wordt, dat de twee noten als één noot gespeeld moeten worden. In het voorbeeld is dit bij de muzieknoot G uitgevoerd. Het gaat hierbij dus om de tweede noot. Doordat de eerste noot anderhalve tel duurt, valt de tweede noot ná de tweede tel en die duurt tot aan de vierde tel, vanwege de verbindingsboog. Hierdoor ontstaat een swingend ritme.
In een 4/4-maat bijvoorbeeld zijn de eerste en de derde tel de zware tellen, de tweede en de vierde de lichte. Normaliter worden de accenten dus op 1 en 3 gelegd. Van een syncope kan sprake zijn wanneer de nadruk op de 2e en de 4e tel komt te liggen.
Andere syncopevormen
Een andere vorm van de syncope is de missed-beat, waar op de plaats waar de nadruk zou moeten liggen de noot vervangen is door een rust. Door deze techniek toe te passen verlegt men het ritmische accent van de muziek. Het wordt toegepast in vrijwel alle muziekstijlen en vormt een essentieel onderdeel van het ritme van stijlen als bijvoorbeeld ragtime, jazz, funk en salsa.
Er is nog een andere vorm van syncope, namelijk het introduceren van een achtste noot op een tel in een vierkwartsmaat, gevolgd door een andere noot, waardoor het ritme van de maat een halve tel verlegd wordt. Deze vorm, de off-beat, legt de nadruk op een voor de toehoorder onverwachte plaats.
Door deze techniek toe te passen verlegt men het ritmische accent van de muziek. Het wordt toegepast in vrijwel alle muziekstijlen en vormt een essentieel onderdeel van het ritme van stijlen als bijvoorbeeld ragtime, jazz en salsa. De syncope geeft 'swing' aan muziek. Het fenomeen bestond reeds in oude muziek, en wordt door ook bijvoorbeeld bakrokcomponisten als Bach en Vivaldi veelvuldig toegepast. Syncopen kunnen ook onderdeel zijn van zwevende ritmiek.
Zwevende ritmiek is een muziekterm die aangeeft dat een ritme zodanig gebruikt wordt dat het metrum niet meer wordt herkend.