Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Surinaams nationalisme
Surinaams nationalisme is een vorm van nationalisme stammend uit Suriname. Dawa Norbu definieert nationalisme in de Derde Wereld als een nationalisme waarin nationale eenheid, de versmelting van traditie en ideologie in een crisissituatie, de nationale zelfstandigheid en het veranderen van sociale, politieke en economische structuren.
Dit nationalisme heeft in het verleden gestreden voor de soevereiniteit van Suriname en strijdt nog steeds voor nationale eenwording en trots op de eigen cultuur. Het Surinaams nationalisme uitte zich in een politieke en culturele variant. De politieke variant streed voor meer autonomie over eigen bestuur en heeft uiteindelijk geleid tot de staatskundige onafhankelijkheid van Suriname in 1975. De culturele variant van nationalisme heeft te maken met taal, de waardering van het eigene, zelfrespect, de eigenwaarde en identiteit van de gekoloniseerde en onderdrukte mens. Beide varianten zijn ideologisch van karakter.
Oorsprong en geschiedenis
Het nationalisme in Suriname was een gevolg van de Nederlandse cultuurpolitiek. Deze politiek had culturele assimilatie als doelstelling. Dit leidde tot onderdrukking van de cultuur van de Creolen en de uitingen daarvan. Op zijn beurt leidde de onderdrukking van de cultuur van de Creolen tot een minderwaardigheidscomplex wat zelfs in deze tijd nog speelt onder de Creoolse bevolking.
Louis Doedel, Liesdek, de Sanders en Anton de Kom kunnen gezien worden als stichters van het Surinaams nationalisme en hebben de ideologische kaders gecreëerd om de verschillende etnische groepen te verenigen in hun strijd tegen armoede en werkloosheid. Verder hebben organisaties als Wie Eegie Sanie, de baas in eigen huis-beweging en de politieke partij de PNR grote bijdrages geleverd aan het Surinaams nationalisme.
Cultureel nationalisme
Het cultureel nationalisme is een reactie geweest op de koloniale cultuurpolitiek van Nederland en had tot doel de Surinamer zijn eigen waarden terug te geven. Men kan het cultureel nationalisme zien als anti-koloniaal en als een vorm van integratienationalisme. Het verzet tegen de assimilatiepolitiek van Nederland kwam als eerste vanuit Creoolse kring, aangezien zij het langst en het zwaarst getroffen zijn door deze assimiliatiepolitiek. De Hindostanen en Javanen werden oorspronkelijk gezien als tijdelijke immigranten en dus door deze assimilatiepolitiek met rust gelaten. Dit heeft gezorgd voor een groter minderwaardigheidscomplex bij de Creolen. Toen uiteindelijk duidelijk werd dat de migratie van de Hindostanen en Javanen niet tijdelijk was, werd de assimilatie alsnog ingezet via het onderwijs.
Het grootste succes van cultureel nationalisme kan worden toegeschreven aan de culturele vereniging ‘Wie Eegie Sanie’. Letterlijk vertaald: ons eigen ding, vrij vertaald: Ons eigen cultureel erfgoed. Deze vereniging hield zich bezig met herontdekking en herwaardering van de eigen taal- en cultuuruitingen. Er werden cursussen gegeven in cultuur, Sranantongo, geschiedenis, economie, politiek, staatkunde en filosofie. Het doel was om eigenwaarde en vaderlandsliefde te vergroten vanuit een nationalistische ideologie. Het doel was ook horizontale assimilatie: het laten samensmelten van alle culturen tot één geïntegreerde cultuur, maar dit streven is volgens velen niet gerealiseerd.
Door de inzet van Julius Koenders, Henny de Ziel (Trefossa) en het werk van Wie Eegie Sanie kreeg het Sranantongo als taal meer status in de samenleving.
Kritiek op cultureel nationalisme
Volgens velen zijn de nationalisten in Wie Eegie Sanie en de PNR er te vanzelfsprekend van uitgegaan dat de Creolen de dragers zijn van de Surinaamse cultuur. Zij hebben te weinig oog gehad voor de pluriformiteit van de samenleving en de daarbij behorende cultuuruitingen. Hun nationalisme werd dus meer gezien als een Creools nationalisme, hoewel het volgens anderen verklaarbaar is dat de eerste aanleg gelegd werd op de emancipatie van de Creolen aangezien zij het langst en sterkst getroffen zijn door de assimilatiepolitiek.
Hoewel er van de zijde van de Creolen pogingen zijn gedaan om de overige etnische groepen bij de nationalistische activiteiten te betrekken, moet geconstateerd worden dat dat vrijwel niet heeft geleid tot actieve participatie van andere groepen dan de Creolen. De pogingen zorgden eerder voor angst onder de andere groepen dan participatie. In de andere groepen, met name de Hindostanen, was men bang dat de Creoolse cultuur dominant zou worden en dat er geen ruimte meer zou zijn voor de cultuur van andere groepen. Dit heeft er in belangrijke mate aan bijgedragen dat de verschillende bevolkingsgroepen van elkaar vervreemd zijn. De leiders van Wie Eegie Sanie waren zelf uiteraard ook gevangenen van de eigen culturele achtergrond met alle beperkingen van dien, maar de andere etnische groepen stonden ook niet geheel open voor andere culturele symbolen en rituelen.
Politiek nationalisme
Het politiek nationalisme in Suriname ontstond in de jaren dertig van de twintigste eeuw, maar groeide pas sterk tijdens de Tweede Wereldoorlog. In Suriname ontstond toen de baas in eigen huis-beweging die streefde naar grotere autonomie binnen het Koninkrijksverband. Later kwam er ook een radicalere vorm van nationalisme die volledige onafhankelijkheid van en zelfbeschikking over Suriname wilde.
Gematigd nationalisme
In 1945 werd in Suriname de baas in eigen huis-beweging opgericht die streefde naar grotere autonomie binnen het Koninkrijksverband. Tot 1973 bepaalde deze beweging de ontwikkeling van het nationalisme in Suriname. Als reactie op het nationalisme ontstonden er politieke partijen op etnische grondslag, omdat de Javanen en Hindostanen van mening waren dat hun maatschappelijke en economische belangen het beste gediend konden worden door eigen politieke partijen. In de jaren zestig werden veel gematigde nationalisten steeds radicaler. Zij eisten grotere autonomie en sommigen zelfs volledige zelfstandigheid.
Radicaal nationalisme
De zaadjes voor het radicaal nationalisme werden in de crisisperiode in de jaren dertig, die gevolg was van de wereldwijde economische recessie, al geplant. Anton de Kom publiceerde toen ook zijn boek Wij slaven van Suriname, waarin hij een beschrijving van het slavernijverleden van Suriname gaf en opriep tot een revolutie. Deze vorm van nationalisme kwam echter pas echt in zwang in de jaren zestig van de twintigste eeuw. Hoewel verschillende politieke partijen partijprogramma’s met nationalistische elementen hadden, was alleen de PNR uitgesproken nationalistisch. Zij wilden Suriname zo snel mogelijk staatkundig onafhankelijk maken. Op 25 november 1975 gebeurde dit.
Kritiek op politiek nationalisme
Het politiek nationalisme had een uitgebreid programma wat zich focuste op de Surinaamse onafhankelijkheid, maar had niet genoeg uitgedacht wat er daarna moest gebeuren. Het is de Surinaamse nationalisten nooit gelukt een economische ideologie te vormen, waardoor hun bijdrage op sociaal-economisch gebied beperkt is gebleven.
Het ideologische nationalisme bleek een te zwakke voedingsbodem voor vertrouwen in de politiek na de Surinaamse onafhankelijkheid en had ten gevolgde dat veel Surinamers naar Nederland vertrokken na de onafhankelijkheid. Daarnaast is het politiek nationalisme er volgens velen niet in geslaagd een nationaal bewustzijn te creëren dat loyaliteit jegens Suriname als natie en een gemeenschappelijk gevoel van verbondenheid ten gevolge heeft. Er is ten onrechte vanuit gegaan dat er sprake zou zijn van een autonome en organische groei naar een nationaal bewustzijn bij de verschillende bevolkingsgroepen.
Bronvermelding