Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie en digitaal erfgoed, wenst u prettige feestdagen en een gelukkig 2025

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Simon Gronowski

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
rel=nofollow

Simon Gronowski (Brussel, 12 oktober 1931) is doctor in de rechten, advocaat aan de Brusselse balie en jazzpianist.

Gronowski is voorzitter van l'Union des déportés juifs en Belgique, filles et fils de la déportation (Vereniging van de Joodse Weggevoerden in België, Dochters en Zonen der Deportatie).

Hij getuigt over de shoah bij de oudere en jonge generaties, die hij reeds vaak vergezelde naar Auschwitz.

Biografie

Zijn ouders, Léon en Chana, hielden voor de Tweede Wereldoorlog de lederwinkel ’Chez Sally’ open in Etterbeek. De jonge Simon was bij de scouts in Brussel.

De familie komt tijdens de Duitse bezetting snel op de lijst van Joden te staan. Later komt er op de vitrine van de winkel ’Judisches Geschaeft – Entreprise Juive’ en moeten ze de gele Jodenster dragen. Het gezin dook in september 1942 onder in Sint-Lambrechts-Woluwe.

Simon werd op 17 maart 1943 met zijn moeder door de Gestapo op hun onderduikadres opgepakt en opgesloten in de kelders van hun hoofdkwartier in de Louizalaan en de dag erna naar de Dossinkazerne in Mechelen gevoerd. Vader lag toen in het ziekenhuis en moeder had de Duitsers verteld dat ze weduwe was.

Hij zag zijn zus laatst in de Dossinkazerne van waaruit hij op 19 april 1943 met het Twintigste treinkonvooi werd gedeporteerd naar een concentratiekamp Auschwitz-Birkenau. Het konvooi werd vooral beroemd omdat het konvooi ter hoogte van Boortmeerbeek tot stoppen werd gebracht waarna verschillende gevangen wisten te ontsnappen uit de wagons. Gronowski’s wagen werd echter niet geopend. De aanval zorgde echter voor een opstandigheid onder de gedeporteerden en een uur later wisten de gevangen de deur van Simons wagon open te krijgen. De elfjarige Simon overleefde door met de hulp van zijn moeder uit de wagon te springen. Zijn moeder Chana Gronowski-Kaplan durfde zelf niet te springen, de laatste woorden die ze tegen Simon sprak (in het Jiddisch) waren: „de trein rijdt te snel”.[1][2][3]

Gronowski werd na zijn ontsnapping opgevangen en geholpen door de rijkswachter Jean Aerts. Aerts’ vrouw gaf hem eten, een bad en kledij. Nadien reisde hij naar zijn vader en de rest van de Tweede Wereldoorlog leefde Simon ondergedoken bij de ouders van een vriend.

Ziin moeder Chana en zuster Ita overleefden de kampen niet. Zijn vader stierf van verdriet op 9 juli 1945.

Simon bleef alleen achter en werd opgevangen door familie en vrienden. Op zestienjarige leeftijd mocht hij als student op de mansarde van het verhuurde ouderlijk huis gaan wonen. Hij startte zijn studies aan de Université libre de Bruxelles in 1949 en werd in 1954 doctor in de rechten.

Hij nam ontslag als voorzitter van l’Union des déportés juifs en Belgique, filles et fils de la déportation (Vereniging van de Joodse Weggevoerden in België, Dochters en Zonen der Deportatie) uit onvrede nadat de vereniging andere genocide wilden minimaliseren ten opzichte van de Shoah.[4][5]

In zijn vrije tijd maakt hij jazzmuziek. Hij koos de piano als instrument omdat zijn zus (die overleed in Auschwitz) een getrainde muzikante was.[6]

Hij zweeg vele jaren over zijn beproevingen maar begon in de jaren 2000 uiteindelijk toch lezingen te geven over zijn wedervaren.

De Britse componist Howard Moody werd zo geraakt door het verhaal van Gronowski dat hij de opera ’Push’ schreef die losjes gebaseerd is op zijn leven. De opera ging in 2016 in première.[7]

Bibliografie

  • Simon Gronowski, l’Enfant du XXe convoi, uitgeverij Luc Pire, 2002, 192 p.
  • Françoise Pirart, Simon, l’enfant du 20e convoi, roman, uitgeverij Milan, 2008 (Prijs van de historische jeugdroman, Blois, Frankrijk.)
  • Simon Gronowski, Koen Tinel, David Van Reybrouck, Eindelijk bevrijd, geen schuld, geen slachtoffer, uitgeverij Hannibal, 2013, 128 p.

Referenties

Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen, noten en/of referenties
rel=nofollow
rel=nofollow