Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Severin Anton Averdonk
Severin Anton Averdonk, eigenlijk Anton Clemens Averdonk (1768 - 1817), was een Duitse rooms-katholieke priester en dichter, die de idealen van de Verlichting en de Franse Revolutie vertegenwoordigt.
Hij schreef in 1790 de tekst van de Kantate auf den Tod von Kaiser Joseph II (WoO 87), de rouwcantate die Ludwig van Beethoven componeerde na het overlijden van keizer Jozef II.[1] Waarschijnlijk werkte hij opnieuw met Beethoven samen voor diens Kantate zur Erhebung von Leopold II (WoO 88) ter gelegenheid van de troonsbestijging van de opvolger, keizer Leopold II.
Leven
Severin Anton Averdonk volgde het gymnasium in Bonn en deed examen met de hoogste lof. Hij volgde twee filosofische leergangen aan de universiteit en begon in 1789 met de studie theologie.[2] Toen er opdracht werd gegeven voor een cantate die de rouwplechtigheid voor Joseph II luister moest bijzetten, werd daarvoor Averdonks elegische Ode auf den Tod Josephs und Elisens uitgekozen om als basis te dienen voor Beethovens compositie.[3][2] Averdonk was een broer van de jonggestorven Johanna Helene Averdonk, zangeres aan het keizerlijke hof van Jozef II. Zij had les gehad van Beethovens vader, de tenor Johan van Beethoven. Aan deze connectie had diens zoon de compositieopdracht voor de cantates vermoedelijk te danken. Voor beiden was het een van hun vroegste werken: Averdonk was 22 en Beethoven 20 jaar oud. In zijn – als onbeholpen gekenschetste – cantatetekst gebruikt Averdonk beeldspraak die typisch is voor de Late Verlichting. Zo wordt de overleden keizer gelijkgesteld met de zon en met de "stralen van de godheid". Omdat de tekst van Beethovens huldigingscantate voor Leopold II dezelfde stilistische kenmerken heeft, wordt verondersteld dat ook die door Averdonk is geschreven.
Averdonk bleef als dichter actief, zodat aartshertog Maximiliaan Frans van Oostenrijk in 1791 geringschattend opmerkte dat hij "een tot priester opgeleide minnezanger" geworden was. Hij verhuisde naar de Elzas en werd priester in Uffholtz in de Vogezen, waar hij als voorzitter van de lokale Société des Amis de la Liberté et de l'Egalité de idealen van de Franse Revolutie uitdroeg. Hij schreef ook artikelen voor het Jacobijnse tijdschrift Argos van zijn leermeester Eulogius Schneider.[4] [5] Averdonks dichtwerk wordt in het algemeen niet als literair hoogstaand beschouwd.
Bronvermelding
Bronnen, noten en/of referenties:
- º Ernst Wangermann: Die Waffen der Publizität. Zum Funktionswandel der politischen Literatur unter Joseph II. Oldenbourg, München, 2004, p. 208. ISBN 978-3-486-56839-4
- ↑ 2,0 2,1 Ludwig Schiedermair: Der junge Beethoven, Leipzig 1925, herdruk p. 220 ISBN 3-487-06542-8
- º Elliot Forbes (red.): Thayer's Life of Beethoven, Part I, Princeton University Press 1992, p. 119 ISBN 978-0-691-02717-3
- º Susanne Lachenicht: Information und Propaganda. Die Presse deutscher Jakobiner im Elsaß (1791–1800), Oldenbourg, München, 2004, p. 152 e.v. ISBN 978-3486568165
- º De franciscaan Eulogius Schneider (1756-1794) was hoogleraar in Bonn toen Averdonk daar studeerde.