Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie en digitaal erfgoed, wenst u prettige feestdagen en een gelukkig 2025

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Rolodex-zaak

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

De Rolodex-zaak of het Rolodex-onderzoek was een uiterst vertrouwelijk justitieel onderzoek in 1998 naar de vermeende betrokkenheid van justitieambtenaren bij seksueel misbruik van minderjarige jongens. Het kwam voort uit een ander strafrechtelijk onderzoek naar misbruik van jongens beneden de 16 jaar in Amsterdam.[1]

Het onderzoek dat de Amsterdamse politie en justitie uitvoerden, was gericht op een netwerk van minderjarige jongensprostitué's en ronselaars die via een (homo-) bordeel/ escortbureau werkten. Het hoofdonderzoek, dat in 1997 werd gestart, leidde tot de vervolging en de veroordeling van de bordeelhouder en één van diens ronselaars. Daarbij kwamen onverwacht de namen van de topambtenaren in beeld. Naar aanleiding hiervan werd onder verantwoordelijkheid van de Amsterdamse hoofdofficier van Justitie in augustus 1998 een multidisciplinair team geformeerd, dat bestond uit personeelsleden van de Rijksrecherche, de BVD, het Bureau Interne Onderzoeken en het bureau Sociale Jeugd- en Zedenpolitie (SZJP). Doel was onder meer het verrichten van onderzoek naar vermeend seksueel misbruik van jongens onder de 16 jaar door justitieambtenaren. Dit deelonderzoek, het Rolodex-onderzoek, is genoemd naar de vermeende rolodex (kaartenhouder) van de bordeelhouder met daarin het klantenbestand. Deze rolodex is nooit aangetroffen bij huiszoekingen, echter wel een agenda van twee schandknapen met twee telefoonnummers van topambtenaren van Justitie.[2] Tot dat moment registreerde de politie alleen telefoonnummers. Zo werd duidelijk wie met wie contact had. Toen de top van het Openbaar Ministerie toestemming gaf om gesprekken ook af te tappen, werden de contacten van de ene op de andere dag verbroken, volgens de betrokken rechercheurs. Het tactisch onderzoek werd daarna wegens gebrek aan bewijs beeindigd. Tijdens een getuigenverhoor op 5 maart 2014 verklaarden twee oud-politiemedewerkers, die bij het onderzoek betrokken waren, onder ede dat zij ervan overtuigd waren dat het onderzoek werd gesaboteerd.[3]

Het Rolodex-onderzoek richtte zich, volgens de verklaring van oud CIE-rechercheur Leendert de Koter bij de Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, op drie officieren van justitie en topambtenaar van het Ministerie van Justitie Joris Demmink.[3]. Het Openbaar Ministerie stelt echter nadrukkelijk dat Demmink niet in het Rolodex-onderzoek naar voren is gekomen, maar verklaart dat het ging om 'twee hoofdofficieren van justitie' en 'twee andere medewerkers met een juridische overheidsfunctie'.[4] Het College van procureurs-generaal stelde in 1999 dat ten aanzien van al deze justitiemedewerkers in het Rolodex-onderzoek niet is gebleken dat zij zich schuldig zouden hebben gemaakt aan strafbare feiten.[5]

Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen, noten en/of referenties
rel=nofollow

Zoek op Wikidata

rel=nofollow
rel=nofollow