Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Roeland Anthonie Kollewijn
Roeland Anthonie Kollewijn (Amersfoort, 30 maart 1857 – Helmond, 7 februari 1942) was een Nederlandse taalkundige. Zijn spellingsvoorstellen vormden de basis van de nieuwe spelling van het Afrikaans, en een aantal van de voorstellen werden ook werden opgenomen in de Nederlandse spelling. Hij schreef ook onder de pseudoniemen G.Lzg., C. P. Brandt van Doorne, Dr. K. Holtvast en W. R. Nyenkamp.
Leven
R. A. Kollewijn was een zoon van de hbs-leraar Anthonie Marius Kollewijn (1827-1900) en Amelia Godefrida Van Wijk. Hij studeerde in Groningen. Nadat hij met toestemming van zijn vader de hbs voortijdig had verlaten, volgde hij privaatlessen. Hij behaalde de onderwijsakte Duits in 1875 en middelbaar onderwijs Nederlands in 1878. Vervolgens ging hij naar Leipzig om verder Duits te studeren. Hij promoveerde in 1880 in Leipzig promoveerde met het proefschrift Über den Einfluss des holländischen Dramas auf Andreas Gryphius. Datzelfde jaar werd hij benoemd tot leraar aan de hbs te Deventer en drie jaar later aan de hbs te Amsterdam. Daar werd hij in 1892 directeur van een nieuwe hbs, tot hij in 1916 om gezondheidsredenen ontslag nam, waarna hij naar Helmond verhuisde.
In 1891 publiceerde hij Onze lastige spelling, een voorstel tot vereenvoudiging, waarin hij voorstellen deed om de spelling-De Vries en Te Winkel sterk te vereenvoudigen. DIt gaf de impuls tot oprichting van de Vereniging tot Vereenvoudiging van onze Schrijftaal (1892).
Hij werd in 1891 ook mederedacteur van het nieuwe tijdschrift Taal en Letteren, op voorwaarde dat het blad open zou staan voor zijn ideeën over de spellingshervorming.
In 1893 werd hij voorzitter van de Vereeniging tot het vereenvoudigen van onze spelling, die de jaren daarna een grote rol speelde in het verspreiden van de vereenvoudigingsvoorstellen.
In 1885 maakte hij voor het eerst duidelijk dat hij een spellingsvereenvoudiging dringend noodzakelijk vond.
Zijn voorstel, bekend als de spelling-Kollewijn of ook wel Vereenvoudigde Nederlandse Spelling genoemd, werd in Nederland en Vlaanderen scherp bekritiseerd. Academici uit Nederland en Vlaanderen bestreden dit voorstel met het argument dat het voorstel van Kollewijn de Nederlandse taal zou afbreken en te ’volks’ zou maken. De academici uit Zuidelijk Afrika stonden daarentegen niet direct afwijzend tegenover het voorstel van Kollewijn. Reeds in 1895 werd er in Stellenbosch gebrainstormd over mogelijke invoering van de spelling-Kollewijn.
Op 4 en 5 januari 1897 werd er een Congres ter Vereenvoudiging der Nederlandsche Taal in Kaapstad belegd. Hier werd besloten om een vereenvoudigde Nederlandse spelling op basis van de voorstellen van Kollewijn in gebruik te nemen als Nederland en Vlaanderen zouden volgen.
In het najaar van 1904 begon de Zuid Afrikaansche Taalbond met de bekendmaking van de nieuwe spellingsregels. Aan het eind van 1906 waren er al grote stappen gezet voor de erkenning van de nieuwe Vereenvoudigde Nederlandse Spelling: de spelling werd gebruikt door de Universiteit van Kaapstad en aangeduid als officiële spelling door het ministerie van Onderwijs van de Engelse Kaapkolonie, Brits Natal, Brits Transvaal en de Oranjerivierkolonie.
In 1934 werden een aantal van Kollewijns voorstellen in Nederland opgenomen in de spellingshervorming door minister Marchant. Aangezien de voorstellen van Kollewijn niet in dezelfde mate opgenomen werden in de Nederlandse spelling, vormt dit een van de redenen waarom Afrikaans en Nederlands er wat anders uitzien. In 1946 werden ook in Nederlandstalig België spellingsvereenvoudigingen op basis van de voorstellen van Kollewijn ingevoerd.
Controverse
Niet iedereen was blij met de spellingsvoorstellen. Nadat hij in het oorlogsjaar 1942 overleed, werd ’Kolderwijn’ in het nationaalsocialistische blad Sturm gehekeld als ’cultuurbolsjewiek’ en werd hem aangesmeerd dat hij vijandig stond tegenover alles wat ’Germaansch’ was en een tegenstander was van alle ’Nationale Waarden’. Ook van andere zijden waren zijn voorstellen reeds tijdens zijn leven bekritiseerd.
Familie
R. A. Kollewijn trouwde op 10 augustus 1881 met Petronella Anna van Wijk (geboren ca. 1858), een nicht van hem. Uit dit huwelijk werd een zoon geboren. Petronella Anna overleed op 14 februari 1884. Op 21 april 1886 hertrouwde Kollewijn met Dieuwke van Wijk, de zus van zijn eerste echtgenote (geboren ca. 1863). Uit dit huwelijk werden drie zoons en een dochter geboren.[1]
Een kleinzoon van hem met dezelfde naam was actief in het verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog en overleed in 1944 aan schotwonden.
Werken
- Onze lastige spelling (artikel), 1891
- Huiselik leed, 1895
- Twijfel, 1896
- Mathilde, 2 delen, 1898
- Opstellen over spelling en verbuiging, 1899
- De Spreektaalveredelingsbond, (zijn meest succesvolle toneelstuk), 1900
- Verweghe en zijn Vrouw, 1901
- Kritiek, 1902
- Werkstaking, 1902
- Vae soli, 1905
- Uit de gis, 1906
- Tragi-komedie, 1908
- Het onvermijdelike, 1912
- Vereenvoudigersarsenaal, 1913
- Hanna, 1916
- De moord op dokter De Bruyn, 1931
- Herinneringen, 1932
Verwijzingen
Hulp genealogie en geschiedenis (Nederland) • Deepl vertaler • Schrijfassistent VRT • ChatGPT (Opgepast! Altijd verifiëren!) • Claude.ai (Opgepast! Altijd verifiëren!) • Copilot (Opgepast! Altijd verifiëren!) • tekst herschrijven met scribbr.io •