Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Renault
Renault S.A. | ||
Bestand:Renault 2009 logo.svg | ||
Beurs | Euronext: RNO | |
Motto of slagzin | Passion for life | |
Oprichting | 1898: eerste auto 1899: bedrijf | |
Sleutelfiguren | Louis Renault, Oprichter Carlos Ghosn, Bestuursvoorzitter/CEO | |
Producten | Automobielen, bedrijfswagens, tractoren, vliegtuigmotoren: zie voor automodellen hieronder | |
Omzet/jaar | € 58,8 miljard (2017)[1] | |
Winst/jaar | € 5,2 miljard (2017)[1] | |
Website | Renault |
Renault S.A. is een Franse fabrikant van personenauto's, bedrijfswagens, trucks, tractoren en vliegtuigmotoren. Het concern is opgericht door Louis Renault en is een groot gedeelte van zijn bestaan staatsbedrijf geweest, onder de naam Régie Nationale des Usines Renault. Bijnaam van het Franse merk is dan ook 'La Régie'. Een andere bijnaam is 'Le Losange', verwijzend naar het logo.
Het hoofdkantoor van het concern is gevestigd in Boulogne-Billancourt en het onderzoekshoofdkantoor (Technocentre Renault) in Saint-Quentin-en-Yvelines. Sinds maart 2005 is Carlos Ghosn, een Braziliaan die wereldfaam heeft bereikt door zijn optreden bij Nissan, bestuursvoorzitter en CEO van het bedrijf en volgde daarmee de Zwitser Louis Schweitzer, die Renault vanaf 1992 leidde, op. In 1999 was Ghosn naar dochterbedrijf Nissan uitgezonden om daar orde op zaken te stellen.
Groupe Renault bestaat uit vier bedrijven: Renault (2.118.844 auto's/lichte bedrijfswagens in 2014), Renault Samsung Motors (82.123 auto's), Dacia (511.645 auto's/lichte bedrijfswagens) en Alpine (buiten gebruik genomen in 1994).
In Nissan heeft Renault een aandeel van 43,4%, in Dacia een belang van 99,4% en in het Duitse Daimler AG een aandeel van 1,55% (als onderdeel van een samenwerking tussen Daimler AG en de Renault-Nissan alliantie). Verder heeft Renault S.A. een belang van 37,25% in het Russische AvtoVAZ (moederbedrijf van Lada).
Geschiedenis
Op kerstavond in 1898 staan Louis Renault en zijn broers, Marcel en Fernand met wat vrienden te praten over de auto die voor de deur staat. Het is een Voiturette, die de 22-jarige Louis als experiment in elkaar gezet heeft door zijn De Dion-Bouton driewieler om te bouwen tot een vierwielig motorvoertuig. Louis, destijds werkzaam bij het verwarmingsketelbedrijf Delaunay-Belleville, heeft een versnellingsbak ontworpen waarbij de motoras in de eerste versnelling rechtstreeks (prise directe) een cardanas aandrijft die eindigt in een differentieel. Een feestende advocaat besluit om een weddenschap af te sluiten met Louis en deze vertrekt met zijn voertuig de Rue Lepic in, de Montmartre omhoog. In die tijd een onbezonnen actie daar deze weg een stijgingspercentage kent van 13%. De advocaat is zo onder de indruk van de auto dat hij er meteen één voor zichzelf bestelt bij de jonge Fransman, alsook de rest van het gezelschap. Zo stond Louis Renault aan het begin van zijn carrière als automobielfabrikant.
Samen met zijn broers, Marcel en Fernand, richt hij op 25 februari 1899 Renault Frères op, als hij merkt dat er een grote belangstelling is voor de auto's die hij produceert in de achtertuin van het landhuis dat zijn vader heeft gekocht in Boulogne-Billancourt (Parijs). De onderneming groeit snel en de klanten komen van heinde en verre om de auto's van de gebroeders Renault te kopen. Het productieaantal van Renault stijgt snel; van 2200 auto's in 1906, naar 3800 in 1908 en bijna een verdubbeling binnen twee jaar naar 6800 (1910). Marcel Renault overlijdt in 1903 als hij verongelukt tijdens de rally van Parijs naar Madrid. Louis blijft alleen aan het roer van het bedrijf als ook Fernand zich, twee maanden voor zijn dood, terugtrekt uit het bedrijf in 1909.
In april 1911 vertrekt Louis naar de Verenigde Staten om te kijken naar de productiefaciliteiten van Ford, waar heel Europa over aan het praten was. Hij ontmoet Henry Ford en als hij terugkeert naar Parijs is hij vastbesloten om Renault een van de grootste industriële concerns van Frankrijk te maken. Renault wordt al snel ontdekt door de Franse elite en binnen een korte tijd wordt het automerk aangesproken door de adel en topzakenmannen uit het Verenigd Koninkrijk, Argentinië, Rusland en Spanje. Tijdens het bezoek van de koning en koningin van Spanje in 1906 verplaatst het gezelschap zich in een Renault 35 CV, samen met de Franse president Emile Loubet. Het autobedrijf blijft doorgroeien en weet de combinatie sport en luxe goed te combineren (zo won Marcel in 1902 de race van Parijs naar Wenen in een Renault).
Eerste Wereldoorlog
Als de Eerste Wereldoorlog uitbreekt staat Frankrijk voor een dilemma omdat er te weinig gemotoriseerde voertuigen beschikbaar zijn om de oorlog voort te kunnen zetten. Renault wordt een belangrijke spil van het Franse leger als Louis akkoord gaat om geavanceerde pantservoertuigen te produceren voor de oorlog (zie FT-17). Na de Vrede van Versailles (1919) voorspellen vele economen een slechte toekomst voor Europa, nu grote delen van Frankrijk en Duitsland verwoest zijn. Renault Frères is echter goed uit de oorlog gekomen en direct na de oorlog (en een korte restauratie van de fabrieken) hervat Louis Renault de productie van zijn luxe automobielen weer.
Op de Autotentoonstelling van Parijs in 1927 neemt het flink gegroeide bedrijf afscheid van een van de succesvolste automodellen uit die tijd, de Renault 40 CV. Dit topmodel heeft Renault niet alleen veel geld opgeleverd, de auto won ook de Rally van Monte Carlo in 1925 en brak verscheidende records. Van 3 tot 4 juni legde een 40 CV in 24 uur precies 3384,749 kilometer af, waarmee de 40 CV het snelheidsrecord verbeterde. Over een tijdsbestek van 24 uur reed de auto gemiddeld 141,031 kilometer per uur, een prestatie destijds. Alhoewel Bentley een paar maanden later het record naar zich toe haalde, brak een nieuw geïntroduceerde 40 CV (uit juli 1926) opnieuw het record door een gemiddelde snelheid van 173,649 km/u te bereiken over een tijdsbestek van 24 uur.
In 1928 verrast Renault door op de Autotentoonstelling van Parijs met een opvolger van de 40 CV te komen; de Reinastella (officieel: RM). De grootste verrassing ligt onderhuids, het is de allereerste Renault met een achtcilindermotor. De Reinastella zal een van de laatste modellen in die vorm van Renault zijn en de Reinastelladynastie eindigt dan in 1938. De beurskrach aan de andere kant van de oceaan zorgt ervoor dat de luxe, elitaire Reinastella overbodig raakt. Renaults productie daalt door de krach met 26% en Frankrijk zakt snel op de wereldranglijst van autofabrikanten. Het Parijse autobedrijf komt de klap te boven als het in 1930 en de jaren daarna allerlei nieuwe modellen introduceert, zoals de Nervastella, de Reinasport en de Nervasport. Renault komt zij aan zij te staan op de boulevards met Rolls-Royce en Hispano Suiza.
In 1933 kocht Renault de vliegtuigfabrieken van de gebroeders Caudron op.
Aan het einde van de jaren dertig waait uit de Verenigde Staten een trend over om gestroomlijnde auto's te ontwerpen. Renault past alle modellen aan en de productie van de uit de mode geraakte Reinastella wordt definitief gestaakt. Renault begint steeds meer vliegtuigmotoren te produceren en bereikt hiermee veel succes. De Caudron-Renault wint Coupe Deutsch-de-la-Meurthe en breekt twee wereldsnelheidsrecords achter elkaar.
Tweede Wereldoorlog
Tijdens de Tweede Wereldoorlog produceert Renault machines en gevechtsvoertuigen zowel voor de geallieerden als voor de Duitsers. Louis Renault wordt na de bevrijding van Frankrijk in 1944 gearresteerd op beschuldiging van collaboratie. Kort daarna overlijdt hij in de gevangenis, nog voordat de rechtszaak tegen hem kon beginnen. Renault Frères wordt genationaliseerd en omgedoopt in Régie Nationale des Usines Renault. Na de Tweede Wereldoorlog wordt de populaire 4CV geïntroduceerd. Renault komt snel boven op de klap van de Tweede Wereldoorlog en onder president-directeur Pierre Lefaucheux worden er allerlei berlines gelanceerd die Renault in binnen- en buitenland populair moeten maken. De Renault Frégate luidt dit nieuwe tijdperk in.
Naast de berlines experimenteert Renault in de jaren vijftig ook veel met prototypes en nieuwe, exotische modellen. In 1956 wordt de experimentele sportwagen Etoile Filante in de Verenigde Staten geïntroduceerd en deze breekt in de jaren daarna tweemaal de Amerikaanse snelheidsrecords. Nadat Lefaucheux in 1955 is verongelukt en de avontuurlijke Pierre Dreyfus hem is opgevolgd komen er nog meer experimenten . Zo wordt een serie extreem gestroomlijnde prototypes gelanceerd, zoals de Renault 900 en uiteindelijk ook de Renault Floride, die ook in productie gaat en meerdere filmsterren tot wanhoop drijft (onder wie Brigitte Bardot).
In de jaren zestig leveren de experimenten uit de jaren vijftig eindelijk vrucht op. Dreyfus introduceert de Renault 16. Met dit nieuwe model, de allereerste hatchback, heeft het concern tevens een wereldprimeur. De vorm, het achterliggende idee en de fabricage wordt geroemd in de internationale autopers, terwijl men in het begin binnen Renault nog niet echt tevreden was over het model. Ook wordt de Renault Alpine gelanceerd, een model sportwagen waarmee Renault weer de sportieve regionen van de industrie opzoekt. Het grootste succes boekt Renault in de jaren 60 met de introductie van de Renault 4. Dit model werd een daverend succes en werd tot 1993 bijna ongewijzigd geproduceerd met een productieaantal van meer dan 8 miljoen.
In de jaren zestig behoort het Amerikaanse automerk AMC-Rambler ook tot het concern. Veel van de modellen, zoals de Rambler 1966, worden geproduceerd in België. Als blijkt dat dit merk niet de gewenste opening betekent voor de Amerikaanse markt, stoot Renault het weer af. In 1979 wordt Renault weer in de Verenigde Staten actief, nu als eigenaar van de American Motors Corporation (AMC), onder andere verantwoordelijk voor de authentieke Jeeps. In 1987 verkoopt Renault AMC weer, aan Chrysler, nadat een aantal Renault-modellen in de VS werden verkocht onder de naam AMC.
Formule 1 en luxe modellen
Zie Renault F1 Team voor het hoofdartikel over dit onderwerp. |
In de jaren zeventig introduceert Renault een Formule 1-auto, de RS 01. In 1978 wordt Renault in de 24 uren van Le Mans eerste, met de Renault Alpine A442B. De successen in de autosport worden door Renault ingezet in de personenwagens die ze produceren. Zo past Renault vanaf eind jaren zeventig een populaire turbotechnologie in de motorentechniek voor de personenwagens toe. Men introduceert als opvolger van de Renault 4 de Renault 5 die nu als nummer acht op de ranglijst meest verkochte auto's ooit staat.
In 1984 introduceert Renault twee van de succesvolste modellen uit zijn geschiedenis; in maart de Renault 25 en in mei de Espace (MPV). Beide auto's zijn door Robert Opron ontworpen, en worden door Renault neergezet als luxe ruimtewagens, de Espace in familieverband en de Renault 25 als luxe limousine. Er worden zelfs 832 speciale "Limousine"-edities ontworpen door carrossier Heuliez. De Renault 25 wordt al snel gekozen door president François Mitterrand als zijn presidentiële vervoermiddel en verkoopt door heel Europa goed.
Jaren 90
Alhoewel de Renault 25 veel succes heeft gebracht in de jaren tachtig zaten de ontwerpers niet stil en waren ze tijdens introductie in 1984 al bezig met een nieuw model. Patrick le Quément wordt in oktober 1987 bij Renault gehaald om het tot stilstand liggende project nieuw leven in te blazen en op 1 januari 1988 treedt hij aan als hoofd van het ontwerpcentrum. De opvolger, betiteld met de projectnaam X84, moet niet alleen de 25 opvolgen, maar volgens Raymond Lévy, de bestuursvoorzitter van Renault sinds de dood van Georges Besse mid jaren tachtig, moet de X84 ook het concern een nieuwe impuls schenken. Uiteindelijk wordt het project gelanceerd in 1992 als de Renault Safrane, vlak nadat de Clio (1990) en het tweede model van de Espace (1991) geïntroduceerd werden. De Safrane droeg als eerste Renault het nieuwe gestroomlijnde logo, geïntroduceerd nadat Louis Schweitzer bestuursvoorzitter van Renault werd in maart 1992.
In 1990 meldt Renault in Amsterdam dat een meerjarig samenwerkingscontact is afgesloten met Volvo. Eind jaren negentig verkoopt Renault de divisie Renault Véhicules Industriels aan de Volvo Group (die de naam wijzigt in Renault Trucks). Renault krijgt in ruil hiervoor een aandeel van 20% in het concern. In 2012 heeft Renault het volledige belang in Volvo verkocht.
Van 1992 tot 1997 wint Renault aaneensluitend zes constructeurstitels in de Formule 1 als Williams-Renault en in 1995 als Benetton-Renault. In 1997 constateert men echter bij Renault dat de groei uit de huidige modellen is en dat de personenwagendivisie slechter presteert. In dat jaar trekt Renault zich terug uit de Formule 1, om later in 2002 het Benetton-team over te nemen en als Renault F1 verder te gaan en in zowel 2005 als 2006 de constructeurstitel en rijderstitel (Fernando Alonso) te veroveren.
Schweitzer, altijd al een voorstander van een onafhankelijker Renault, weet uiteindelijk in 1993 de Franse overheid over te halen om Renault (gedeeltelijk) los te laten. In 1994 vindt de beursgang plaats op de beurs van Parijs en in 1996 wordt Renault officieel een particulier bedrijf door de aanname van de eerste non-gouvernementele aandeelhouder. Sindsdien is de staat bezig zijn belang in het bedrijf significant te verlagen (in 2005 is het overheidsbelang gedaald tot 15,7%, in vergelijking tot een percentage van 60% in 2000). Sinds de beursgang draagt het concern de neutralere naam Renault S.A..
In 1999 nam Renault een controlerend belang in het noodlijdende Japanse automerk Nissan. Met een investering van zo’n 5 miljard dollar kreeg het 35% van de aandelen in handen.[2] Hiermee werd een langdurige alliantie tussen de twee autofabrikanten gestart. In 2001 waren de resultaten van Nissan dusdanig verbeterd dat het bedrijf een aandelenbelang nam van 15% in Renault.
In datzelfde jaar voegden Renault en het Italiaanse IVECO (onderdeel van Fiat) hun busdivisies samen tot Irisbus. In 2001 verkocht Renault zijn aandelen in Irisbus aan IVECO, waarmee deze de enige eigenaar werd van het busbedrijf. De tractorendivisie is in 2004 overgenomen door het Duitse Claas.
Hedendaagse situatie
Tegenwoordig is Renault een van de grootste automobielfabrikanten in Europa en tevens de marktleider op het continent. In 2014 had het concern 117.395 werknemers. De automerken Dacia en Samsung (RSM) behoren, samen met het hoofdmerk Renault uiteraard, tot de Groupe Renault. Ook RCI Banque (voorheen Renault Crédit International), de grootste financiële dienstverlener in de Europese auto-industrie, is onderdeel van Groupe Renault. De Renault-Nissan-alliantie (Renault bezit 44% van de Nissan Group) zorgt ervoor dat Renault ook wereldwijd tot de top vijf van autofabrikanten behoort.
Sinds het vertrek uit de Verenigde Staten maakt Renault onder eigen merk geen personenauto's meer in de Verenigde Staten, maar dankzij de alliantie met Nissan, dat een van de grootste merken in de Verenigde Staten is, wil het concern weer zo snel mogelijk terugkeren naar de Noord-Amerikaanse markt (mogelijk medio 2008/2010).
Sinds het begin van de eenentwintigste eeuw groeit het belang in de styling van de auto's binnen de marketingstrategie van Renault. Designchef Patrick Le Quément zette deze nieuwe strategie medio 2001 in gang met de Renault Avantime, die een stilistisch gedurfde combinatie was tussen een MPV, een coupé en een hatchback. De Avantime werd echter slecht verkocht; de productie ervan werd eind februari 2003 stopgezet. Er waren op dat moment in totaal minder dan 10.000 exemplaren van verkocht. De stopzetting van de productie van de Avantime leidde tot het ontslag van 900 werknemers bij Matra S.A., waar de Avantime werd gebouwd. De in 2002 geïntroduceerde en eveneens modieus gelijnde Mégane wordt aanzienlijk beter verkocht.
Per jaareinde 2014 had de Franse staat een belang van 15,01% in het concern. Nissan heeft een belang van 15%, Daimler een belang van 3% en de werknemers en het bedrijf zelf een belang van 3,4%. Het merendeel van de aandelen (63,5%) is in handen van particuliere aandeelhouders, waardoor Renault sinds 2000 een écht particulier automobielenconcern is geworden. Nissan heeft overigens geen stemrecht op de aandelen die zij bezit.
Resultaten
In 2014 verkocht Renault in totaal 2,7 miljoen voertuigen.[3] Het aandeel van Renault in de wereldwijde autoverkopen is iets meer dan 3%. De meeste voertuigen worden verkocht in de thuismarkt Frankrijk, waar ruim 0,5 miljoen stuks werden afgezet. Renault heeft in dit land een marktaandeel van 26% en alleen in Algerije en Marokko heeft Renault een hoger marktaandeel.[3] In Europa, inclusief Frankrijk, werden iets meer dan de helft van alle voertuigen verkocht. Renault heeft nog geen verkoopnetwerk in Noord-Amerika, in Zuid-Amerika is Brazilië de grootste afzetmarkt.[3] Wereldwijd heeft het bedrijf ruim 12.000 dealers.[3]
De grootste bijdrage aan de omzet levert de verkoop van voertuigen en onderdelen. De financieringsafdeling, RCI Banque, heeft een aandeel in de omzet van zo’n 5%.[3] RCI Banque levert wel een belangrijke en consistente bijdrage aan het resultaat van het concern. De resultaten van de eigen voertuigactiviteiten zijn bescheiden en laten over de jaren forse fluctuaties zien.[3] Renault leverde een belangrijke bijdrage aan het voortbestaan van Nissan, maar tegenwoordig is het grootste deel van de winst van Renault afkomstig uit het aandelenbelang in Nissan en zijn de rollen min of meer omgekeerd.[3] Vanwege het minderheidsbelang worden de cijfers van Nissan niet geconsolideerd in de cijfers van Renault, alleen het aandeel in de nettowinst van Nissan wordt in de cijfers verwerkt.
Jaar[4] | Autoverkopen (x 1000) |
Omzet | Bedrijfs- resultaat |
Winstbijdrage van Nissan |
Nettoresultaat |
---|---|---|---|---|---|
2008 | 2382 | 37.791 | 326 | 345 | 599 |
2009 | 2309 | 33.712 | −396 | −902 | −3068 |
2010 | 2626 | 38.971 | 1099 | 1084 | 3490 |
2011 | 2722 | 42.628 | 1091 | 1332 | 2139 |
2012 | 2550 | 41.270 | 729 | 1234 | 1735 |
2013 | 2628 | 40.932 | 1242 | 1498 | 695 |
2014 | 2712 | 41.055 | 1609 | 1559 | 1998 |
2015 | 2802 | 45.327 | 2375 | 1976 | 2960 |
2016 | 3182 | 51.243 | 3282 | 1741 | 3543 |
2017 | 3760 | 58.770 | 3854 | 2791 | 5221 |
Onderscheidingen
Auto van het jaar in Europa
- 1966 – Renault 16
- 1982 – Renault 9
- 1991 – Renault Clio I
- 1997 – Renault Mégane Scénic
- 2003 – Renault Mégane II
- 2006 – Renault Clio III
Auto van het jaar in Spanje
- 1973 – Renault 5
- 1979 – Renault 18
- 1983 – Renault 9
- 1987 – Renault 21
- 1989 – Renault 19
- 1991 – Renault Clio
- 1994 – Renault Twingo
- 1995 – Renault Laguna
- 1997 – Renault Mégane Scénic
(*) : in 1994, werd de Citroën Xantia verkozen winnaar ex aequo
Auto van het jaar in Eurasia : 'Autobest'
'Autobest' wordt uitgereikt door de leden van de Autobest jury, afkomstig uit 15 landen: Bulgarije, Kroatië, Tsjechië, Cyprus, Macedonië, Hongarije, Polen, Roemenië, Rusland, Servië, Slowakije, Slovenië, Turkije, Oekraïne en Malta. De leden van de jury controleren op 13 criteria, zoals brandstofverbruik, veelzijdigheid, ruimte en ontwerp.
- 2005 – Renault/Dacia Logan[5]
- 2009 – Renault Symbol II
- 2011 – Renault/Dacia Duster
Auto van het jaar in Ierland
- 1990 – Renault 19
- 2002 – Renault Laguna
Modellen
Personenauto's
1930-1960
- Renault 40CV
- Renault Vivastella 1932
- Renault Monaquatre UY/YN 1931-1935
- Renault Primaquatre 1935-1937
- Renault Juvaquatre 1938-1948
- Renault Novaquatre 1938-1939
- Renault 2CV
- Renault 4CV 1947-1961
- Renault Fregate 1951-1960
- Renault Savanne 1951-1954
- Renault Prairie 1953-1959
- Renault Dauphine 1956-1968
- Renault Ondine (luxe uitvoering van de Dauphine)
- Renault Alpine 1956-1995
- Renault Floride 1959-1962
1960-1990
- Renault Caravelle 1962-1965
- Renault Rodeo 1970-1976
- Renault 3 1961-1962
- Renault 4 1961-1993
- Renault 5 1972-1985
- Renault 6 1968-1980
- Renault 7 1974-1982
- Renault 8 1963-1971
- Renault 9 1981-1989
- Renault 10 1965-1971
- Renault 11 1983-1989
- Renault 12 1970-1980
- Renault 14 1976-1983
- Renault 15 1971-1977
- Renault 16 1965-1979
- Renault 17 1971-1977
- Renault 18 1978-1986
- Renault 19 1988-1995
- Renault 20 1975-1984
- Renault 21 1985-1995
- Renault 25 1984-1992
- Renault 30 1975-1984
- Renault Fuego 1980-1984
- Renault Alpine 1985-1994
1990-heden
- Renault Avantime 2001-2003
- Renault Captur 2013-heden
- Renault Clio I 1990-1998
- Renault Clio II 1998-2005
- Renault Clio III 2005-2012
- Renault Clio Estate III 2008-2012
- Renault Clio IV 2012-heden
- Renault Clio Estate IV 2013-heden
- Renault Espace I 1984-1991
- Renault Espace II 1991-1997
- Renault Espace III 1997-2003
- Renault Espace IV 2003-2015
- Renault Espace V 2015-heden
- Renault Fluence 2009-2014 (in Nederland alleen als Fluence Z.E. leverbaar geweest (elektrisch))
- Renault Kadjar 2015-heden
- Renault Kangoo I 1997-2008
- Renault Kangoo II 2008-heden
- Renault Koleos I 2008-2015 (sinds 2009 niet meer leverbaar in Nederland, wel in België)
- Renault Koleos II 2017-heden
- Renault Laguna I 1995-2000
- Renault Laguna II 2000-2007
- Renault Laguna III 2007-2015
- Renault Laguna Coupé 2008-2015
- Renault Latitude 2010-heden (niet leverbaar in Nederland, wel in België)
- Renault Mégane I 1995-2002
- Renault Mégane II 2002-2008
- Renault Mégane III 2008-2016
- Renault Mégane IV 2016-heden
- Renault Modus 2004-2012 (vanaf 2008 ook leverbaar als Grand Modus)
- Renault Safrane 1992-2000
- Renault Scénic I 1996-2003 (tot 1999 verkocht als Mégane Scénic)
- Renault Scénic II 2003-2009
- Renault Scénic III 2009-2016
- Renault Scénic IV 2016-heden
- Renault Spider 1995-1997
- Renault Symbol II 2009-2016 (niet leverbaar in Nederland)
- Renault Symbol III 2017-heden (niet leverbaar in Nederland)
- Renault Talisman 2016-heden
- Renault Twingo I 1993-2007
- Renault Twingo II 2007-2014
- Renault Twingo III 2014-heden
- Renault Vel Satis 2001-2009
- Renault Wind 2010-2013 (vanaf 2012 niet meer leverbaar in Nederland)
Elektrische auto's
- Renault Twizy 2012-heden
- Renault Zoe 2013-heden
- Renault Kangoo Z.E 2010-heden
- Renault Fluence 2011-2014
Bedrijfswagens
- Renault 4 Fourgonette 1963-1988
- Renault Estafette 1959-1980
- Renault Express 1988-1998
- Renault Kangoo Express 1998-heden
- Renault Trafic
- Renault Master
Tractoren
Zie Renault (tractor) voor het hoofdartikel over dit onderwerp. |
Trucks
Zie Renault Trucks voor het hoofdartikel over dit onderwerp. |
- Renault Magnum
- Renault Premium Route
- Renault Kerax
- Renault Premium Lander
- Renault Mascott
- Renault Midlum
- Renault Premium Distribution
Bussen
Formule 1
Prototypes
- Renault Zoom (1992)
- Renault Fluence (2004)
- Renault Wind (2004)
- Renault Egeus (2005)
- Renault Zoé (2005)
- Renault Altica (2006)
- Renault Nepta (2006)
- Renault DeZir (2010
- Renault Twin’Run (2013)
- Renault Twin’Z (2013)
Scooters
Renault was al eigenaar van de motorfietsmerken Gitane en Solex, maar presenteerde op de motorshow in Parijs van 2001 een eigen lijn scooters. Het betrof een 125- en een 250cc-model en een prototype van een overdekte driewielige scooter. De machines worden in de toekomst bij Benelli gebouwd.
Externe links
Bronnen, noten en/of referenties
|
Zie ook de categorie met mediabestanden in verband met Renault op Wikimedia Commons.
Renault S.A. |
---|
Groupe Renault: Renault · Renault Samsung Motors · Dacia · RCI Banque · Technocentre Renault |
Ondernemingen op de Euronext 100 |
---|
Franse actieve automerken |
---|