Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Paul Martens
Paul 'Pol' Martens (ca. 1909 - september 1944) was een collaborateur tijdens de Tweede Wereldoorlog.[1]
Levensloop
interbellum
Pol Martens was verzender van beroep en richtte in 1933 een transportbedrijf op. Enkele jaren later startte hij met een vennoot een wasserij op.
Martens was voor de oorlog lid van het Verbond van Dietsche Nationaal Solidaristen, tijdens (en mogelijk reeds voor) de oorlog was hij ook lid van het nog radicalere antisemitische Volksverwering.
Tweede Wereldoorlog
Martens werd tijdens de oorlog lid van de Algemeene SS-Vlaanderen, op 2 juni 1942 werd hij bevorderd tot SS-Troepleider.
Tevens begon hij vrijwillig te werken voor de Duitse Sicherheitspolizei und SD. Samen met René Bollaerts transporteerde hij Joodse kinderen waarvan de ouders reeds waren gearresteerd van een opvangtehuis naar de Kazerne Dossin van waaruit ze zouden worden getransporteerd naar het concentratiekamp van Auschwitz.
Op 17 maart 1943 arresteerde hij (samen met Felix Lauterborn en Emiel Janssens en Bollaerts) op straat de Joodse handelaar Josephine Hartog die werd weggevoerd op een camion die volgens getuige en Hartogs collega Hendrik Kusters reeds vol zat met gearresteerde personen.
Op 26 juni 1943 arresteerde hij samen met Bollaerts ondergedoken Joden in de Belgiëlei. Verzetslid Henriette Van Welde die de Joden verborg werd opgesloten in de gevangenis van Antwerpen. Na de oorlog verklaarde ze dat Martens 6.800 frank bij haar thuis had gestolen.[2]
Tijdens een transport van 4 september 1943 werden 145 Joden op 1 vrachtwagen gepropt, de van een verhuurfirma opgeëiste camion werd bestuurd door de zoon van de zaak en begeleid door Paul Martens en Luc Remacle. Omdat ze onvoldoende zuurstof hadden bonsden de slachtoffer steeds harder op de wanden van de vrachtwagen, er werd echter niet gestopt en bij aankomst in de Dossinkazerne waren 9 Joden overleden, de anderen waren ook meer dood dan levend.
Na de oorlog werd Martens ter dood veroordeeld. Hij was echter reeds in september 1944 in Nederland gesneuveld bij de terugtocht van de Duitsers
Bronnen, noten en/of referenties
|