Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie en digitaal erfgoed, wenst u prettige feestdagen en een gelukkig 2025

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Ouderverstotingssyndroom

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Het begrip ouderverstotingssyndroom is een vertaling van het Engelse Parental Alienation Syndrome oftewel PAS. Het is een afwijking waarbij kinderen geobsedeerd zijn door een ongerechtvaardigde afwijzing van een ouder. Dit syndroom is, in eerste instantie, als zodanig beschreven door de Amerikaanse psychiater Richard A. Gardner (1931-2003).

Omschrijving en kenmerken

Gardners volledige omschrijving van dit begrip luidt als volgt:

"Het ouderverstotingssyndroom is een afwijking bij kinderen, die zich bijna uitsluitend voordoet in de context van conflicten rond ouderlijk gezag. Primair kenmerk is de campagne van denigreren van een goede liefhebbende ouder, een campagne waar geen rechtvaardiging voor is. Het is het resultaat van de combinatie van de indoctrinatie van een programmerende (hersenspoelende) ouder en de eigen bijdragen van het kind aan de verkettering van de ouder die het doelwit is. Als er echte mishandeling door de verstoten ouder plaatsvindt, kan de vijandschap van het kind terecht zijn, waardoor een categorisering onder ouderverstotingssyndroom niet van toepassing is."

Specifieke kenmerken van het ouderverstotingssyndroom:

  1. minachtingscampagne tegen de ouder waar het kind niet (dagelijks) verblijft
  2. zwakke of onzinnige redenen voor deze minachting
  3. het ontbreken van ambivalente gevoelens (de ene ouder is louter goed, de andere louter slecht)
  4. een nageprate ‘geheel eigen mening‘ van het kind
  5. reflexmatige steun aan de status-quo-ouder[1] in het ouderconflict
  6. afwezigheid van schuldgevoelens
  7. letterlijk citeren van onbegrepen woorden
  8. uitbreiding van de vijandschap tot de familie van de gehate ouder.

Gradaties en herstel

Gardner onderscheidt drie gradaties die volgens hem elk een specifieke juridische en therapeutische behandeling vereisen. De hoeveelheid en ernst van de optredende kenmerken bepalen de ernst van het syndroom. In milde gevallen vindt nog geregeld, bijna normaal, contact plaats met de afgewezen ouder en kan door goede begeleiding van beide ouders en het kind verdere problematiek worden voorkomen. In matige gevallen is sprake van meer stelselmatige breuken in het contact en dient therapeutisch ingegrepen te worden. Bij weinig perspectief dient dan ook juridisch te worden ingegrepen. In ernstige gevallen is ook juridisch ingrijpen en verandering van gezag of hoofdverblijf onvermijdelijk. Soms kunnen overgangssituaties worden gecreëerd in speciale voorzieningen.

Preventie van ouderverstotingssyndroom dient voorrang te hebben op curatie. Prinsen legt er de nadruk op dat de rechterlijke macht het probleem kan oplossen.[2] Therapie achteraf is volgens Gardner vaak gebaseerd op een misvatting of leidt af van de aanpak van de bron. Hij schreef daarover: "Het onderzoek bevestigt eveneens mijn eerdere waarneming dat traditionele therapie weinig tot geen waarde heeft voor het overgrote deel van de kinderen. In feite maakt die therapie de situatie meestal erger, omdat traditionele therapeuten normaliter juist het tegenovergestelde doen van wat de kinderen nodig hebben."[3]

Juridisch

Strafrecht

Hoewel Gardner een medische beschrijving wenste te geven valt niet te ontkennen dat zijn beschrijving refereert aan een vorm van geestelijke kindermishandeling. Geestelijke mishandeling is volgens de Nederlandse wet strafbaar[4][5]. Om de strafbare daad van de programmerende ouder te onderscheiden van de beschreven (diagnostische) toestand van het betrokken kind is het gewenst hier een ander woord voor te gebruiken. In de Nederlandse literatuur is hiervoor het begrip loyaliteitsmisbruik ingevoerd.

In Brazilië is het veroorzaken van ouderverstotingssyndroom uitdrukkelijk strafbaar gesteld (er kan een boete worden opgelegd) en wordt bij wet serieus genomen in civiele procedures.[6][7][8] In Mexico werd in 2014 het veroorzaken van ouderverstotingssyndroom strafbaar gesteld met de mogelijkheid gevangenisstraffen tot zes jaar op te leggen. Het aantal kinderen dat een van beide ouders niet ziet is sindsdien drastisch gedaald en er zijn gevallen bekend waar een contact na jaren werd hersteld omdat de misbruikende ouder tot inzicht kwam.

Civiel recht

Vooral in de Verenigde Staten is het begrip door veel rechtbanken erkend, maar ook door veel rechtbanken omstreden. Gardner stelt voor om in ernstige gevallen van ouderverstoting het eenhoofdige gezag over het kind in het belang van dat kind toe te wijzen aan de verstoten ouder. Het gaat dan om gevallen waar niets anders mogelijk is.

In juni 2007 plaatste een Spaanse rechter een kind voor een half jaar exclusief bij de vader omdat de moeder ouderverstoting programmeerde. Tevens werd hierbij een strafvervolging van de moeder geïnitieerd [9] In Nederland werd, na eerdere vermeldingen door rechtbanken, in juni 2007 door de arrondissementsrechtbank Maastricht het gevaar van ouderverstotingssyndroom als argument genoemd voor het opleggen van een ondertoezichtstelling[10].

Sociologisch

Professor van Gijseghem heeft een aantal historisch-sociologische ontwikkelingen beschreven die volgens hem onder andere ten grondslag lagen aan het voorkomen van dit syndroom. Het programmeren van ouderverstoting wordt in Nederland vaak met de term loyaliteitsmisbruik aangeduid. Daarmee wordt het verschijnsel ook geplaatst in en bredere context van machtsmisbruik en beïnvloeding of programmering[11].

Recente ontwikkelingen

Het ouderverstotingssyndroom werd genomineerd voor opname in DSM-5, de internationale classificatie van psychische stoornissen. Dat is niet gelukt, wel werd er in een aantal andere classificaties ruimte gevonden om het Syndroom te diagnosticeren. Het concept kent vele critici, vooral de Amerikaanse vrouwenbeweging heeft hard stelling genomen. In reactie hierop heeft Gardner herhaalde malen benadrukt dat ook vrouwen slachtoffer zijn van dit fenomeen, zowel in de rol van verstoten ouder als in die van kind. Ook vanuit verschillende wetenschappers is kritiek gekomen (Kelly, Johnston, Bruch). In het algemeen wordt aangenomen dat het syndroom wel zal worden erkend, maar wellicht in een iets gewijzigde omschrijving. Het is bijvoorbeeld goed mogelijk dat dan bijvoorbeeld het woord syndroom zal worden vervangen door het woord stoornis. Onder die noemer heeft William Bernet de term Parental Alienation Disorder bepleit bij de nominaties voor de DSM-5. Mogelijk, maar los van deze naamswijziging, zal de verwijzing naar de oorzaak van de verstoting worden gerelativeerd om tegemoet te komen aan enkele critici.

Gebruik van het begrip

Het woord ouderverstotingssyndroom is een letterlijke vertaling van het Engelse Parental Alienation Syndrome. Het Engelse begrip alienation omvat de betekenis verstoting. Het begrip vervreemding geeft een onjuiste vertaling van de betekenis zoals die er door Gardner aan is gegeven. In Nederland zijn ongeveer de helft van de scheidingskinderen vervreemd van een van hun ouders. Deze hebben niet altijd deze ouder verstoten, en ook niet altíjd zonder reden. Een deel van de vervreemde kinderen lijdt aan het ouderverstotingssyndroom.

Nederland en België

Zie Geschiedenis van ouderverstoting voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

In Nederland werd Ouderverstotingssyndroom als verschijnsel geïntroduceerd door de Stichting Kind en Omgangsrecht (SKO) en het Platform samenwerkende cliëntenorganisaties in jeugdzorg en familierecht (PSCJF), met een boek en een congres. In 1999 sprak Richard Gardner in Nederland een congres toe, georganiseerd door het ministerie van Justitie, het Platform SCJF en SKO.

Gardner deed destijds tegenover De Telegraaf onder andere een van zijn meer omstreden uitspraken:

"Een kind dat wordt ingezet als wapen bij een scheiding, wordt eigenlijk ernstiger beschadigd dan een leeftijdgenootje dat het slachtoffer is van seksueel misbruik. Wie mishandeld of misbruikt wordt, kan aangifte doen. De dader wordt bestraft, de ellende houdt op. Sommige kinderen komen over dat trauma heen. Maar jongens en meisjes die door de ene ouder volgepropt worden met negatieve informatie over de andere ouder, hebben levenslang. Die worden gedwongen zogenaamd vrijwillig zonder papa of mama op te groeien en moeten leren leven met leugens die hun zijn opgedrongen."

Het syndroom was daarna onderwerp van een boek dat het Platform SCJF uitgaf (Zander e.a., uitgeverij Servo 1999), waarmee ook de Nederlandse vertaling van Parental Alienation Syndrome naar Ouderverstotingssyndroom werd gemaakt. De Raad voor de Kinderbescherming liet het syndroom daarna aan een literatuuronderzoek onderwerpen door de Utrechtse wetenschapper Ed Spruijt (zie Het verdeelde kind, 2002). In 2004 kwam het boek Moeder-Kind-Vader een drieluik over ouderverstoting uit (J.Zander, uitgeverij Rela). In de media heeft vooral prof. G.P. Hoefnagels het syndroom herhaalde malen onder de aandacht gebracht. Professor Hubert van Gijseghem is een prominente pleitbezorger voor erkenning van dit syndroom in België.

In het Nederlandse taalgebied zijn verschillende congressen volledig aan dit thema gewijd. zoals in Schaarbeek (2003), Poortugaal (2004) en Brussel (2006). In 2009 werd er voor het eerst binnen het Nederlands Instituut voor Psychologen NIP aandacht besteed aan het syndroom[12].

De Belgische volksvertegenwoordiger Guy Swennen stelde in februari 2007 voor om loyaliteitsmisbruik, leidende tot ouderverstoting in België expliciet strafbaar te stellen. Ook in Nederland gaan er stemmen op om programmeren van ouderverstoting expliciet strafbaar te maken.(Divorce Challenge, Platform anders scheiden. parlementaire discussie)

Wereld Bewustwordingsdag Ouderverstoting is elk jaar op 25 april. In veel landen waaronder Duitsland, VS en soms ook Nederland wordt er dan aandacht besteed aan het onderwerp.

Tegenwoordig is het begrip Ouderverstotingssyndroom goed bekend in de juridische en sociaalwetenschappelijke literatuur. In 2011 Was er een campagne van SIRE waarin Parental Alienation Syndrome letterlijk werd genoemd als gevaar voor kinderen[13].

Gerelateerde onderwerpen

Literatuur

  • Gardner, Richard A; The Parental Alienation Syndrome, Cresskill 1992/1998 ISBN 0-933812-42-6
  • Spruijt, Kormos, Burggraaf, Steenweg; Het verdeelde kind, Utrecht 2002 ISBN 90-393-3262-2
  • Zander, van Altena, Theunissen; Het ouderverstotingssyndroom in de Nederlandse context, Assen 1999 ISBN 90-5786-029-5
  • Zander, Joep; Moeder-Kind-Vader, een drieluik over ouderverstoting, Deventer 2004 ISBN 90-808631-1-4
  • Zander, Joep (e.a.); Verpasseerd Ouderschap, Loyaliteitsmisbruik en ouderverstotingssyndroom, Deventer 2009 ISBN 978-90-808631-3-2

Veel artikelen, ook van Gardner zelf, zijn op internet beschikbaar. Zie hiervoor de onderstaande link.

Externe links

Voetnoten

Referenties