Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Nieuw Israëlietisch Weekblad

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Het Nieuw Israëlietisch Weekblad (NIW) is een opinietijdschrift en cultureel magazine, gericht op de Nederlands-Joodse gemeenschap en belangstellenden in Judaica. Het blad, dat bestaat sinds 4 augustus 1865, is het enige Joodse weekblad van Nederland dat nog wordt uitgegegen, en het oudste nog bestaande consumententijdschrift van Nederland. Het Nieuw Israëlietisch Weekblad is een onafhankelijk weekblad. Het is een uitgave van de Stichting NIW en wordt geëxploiteerd door de Koninklijke BDU Uitgevers BV, die ook de Barneveldse Krant uitgeeft.

Geschiedenis 1865-1940

De oprichter van het NIW, Meyer Marcus Roest, koos in 1865 de naam Nieuw Israëlietisch Weekblad om zich af te zetten tegen het Israëlietisch Weekblad (voor 1851 het Weekblad voor Israëlieten). Dit was volgens hem en zijn orthodoxe medestanders verworden tot een spreekbuis van het liberaal jodendom, dat uit Duitsland was overgewaaid.

In 1925 beschreef de toenmalige hoofdredacteur de achtergrond van de oprichting van het NIW als volgt:

„De stichting van ons blad in 1865 was reeds een reactie tegen den geest van stelselmatigen afval, die destijds een deel van het Nederlandsch Jodendom beheerschte en die tot uiting kwam in het toen reeds bestaande Weekblad. Het was de heerschappij der phrase, de neologische, uit Duitschland overgewaaide richting die toen in de Joodsche journalistiek van Nederland den toon aangaf en waartegen de onsterfelijke Meyer Marcus Roest in het geweer kwam.”[1]

Om het orthodoxe karakter van het NIW te benadrukken, stond tot 1940 op de omslag steevast de tekst: „Om U met de echte leer der waarheid bekend te maken.”

Onder de leiding van Philip Elte, die 43 jaar lang de hoofdredacteur was vanaf 1875, werd het NIW het populairste Joodse weekblad in Nederland.

Tweede Wereldoorlog tot op heden

Op 26 september 1940 verboden de Duitse bezetters alle Joodse bladen, waaronder het NIW. Alleen de Joodsche Raad mocht een blad uitgeven: Het Joodsche Weekblad.

Vijf andere Joodse weekbladen die voor de oorlog bestonden, werden na de oorlog niet meer uitgegeven. Maar het NIW verscheen ondanks de papierschaarste opnieuw op 17 mei 1945, twaalf dagen na de bevrijding. Dat net het NIW terug werd uitgegeven en niet deze andere bladen, is een gevolg van het feit dat twee directieleden van Uitgeverij Joachimsthal, de holocaust hadden overleefd.[1]

Na de oorlog werd het NIW gedrukt op de persen van het voormalige antisemitische blad De Misthoorn.[1]

Het NIW vaart sinds 1945 niet langer een antizionistische en orthodoxe koers zoals voor de oorlog, maar is nu zionistisch en richt zich op de hele Joodse gemeenschap.

De kantoren van het NIW waren lang gevestigd in Amsterdam. Om financiële redenen werd vanaf 2000 gekozen voor een goedkopere vestiging in Amstelveen, tot het blad in 2009 terug naar de hoofdstad verhuisde. In hetzelfde gebouw op Oostenburg bevond zich onder andere ook de redactie van Het Parool. Op 15 december 2011 verhuisde de redactie naar de Amsterdamse wijk De Pijp.

Het blad heeft een kleine personele bezetting: de redactie bestaat uit een hoofdredacteur en twee redacteurs. Daarnaast zijn voor het NIW werkzaam een advertentieverkoper en een aantal ondersteunende krachten voor de administratie en de opmaak. Sinds 2009 is het NIW een vierkleurentijdschrift, maar in de volksmond heet het NIW nog vaak „het Joodse blaadje”.

Hoofdredacteurs

Literatuur

Weblink

Verwijzingen