Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Neeltje Koek
Neeltje Koek Pietersdochter (Amsterdam, gedoopt 17 oktober 1659 – Batavia, begraven 8 augustus 1731) was een opiumhandelaar in het Batavia van de Verenigde Oostindische Compagnie (VOC).
Koek was een afstammelinge van een bekende regentenfamilie. Ze was rijk geworden door haar huwelijk met de vermogende Jan Radder Lambertsz, de voorzitter van het College van Schepenen in Batavia.[1] Na zijn dood in 1690 erfde zij zijn fortuin, maar ook onroerende goederen zoals landgoed Soetendaal ten westen van Batavia, waarop o.a. arakbranderijen en suikermolens stonden.[2] In 1703 trouwde Koek te Batavia met Meynardt de Roy, in dienst van de VOC als 'Gecommiteerde tot en over de zaken van de inlander'.
Koek had samen met haar schoonzus Helena (Leen) Kakelaar, die getrouwd was met een broer van de eerste man van Koek - Radder[2] - een zeer succesvolle handel in opium in Batavia. Haar echtgenoot De Roy - volgens de wet verantwoordelijk voor de illegale activiteiten van zijn echtgenote - besloot zijn ogen dicht te knijpen voor haar activiteiten. Het succes van Koek en Kakelaar kwam mede doordat zij hun klanten een onderkomen aanboden waar men de opium kon gebruiken.
Ook nadat vrienden van Koek en Kakelaar waren betrapt op illegale handel in slaven, gingen zij door met hun illegale handel in opium.[2] In 1725 vielen wetshandhavers van landdrost Godefridus Boogaart de opiumkit binnen en troffen onder andere 75 kisten opium aan met een waarde van 23.600 rijksdaalders. Koek en haar partner Kakelaar werden opgepakt. Ondanks haar hoge status werd Koek levenslang verbannen van Batavia. De aan lepra lijdende Kakelaar werd naar een lepra-kolonie verbannen. Boogaart ontving in 1725 de helft van de waarde van de opium als beloning voor de verrichte diensten.
Koeks straf is later omgezet in een boete van achtduizend rijksdaalders. Hiermee gingen de laatste restjes van haar kapitaal verloren. Koek stierf berooid omstreeks 6 augustus 1731.[3][4]
Bronnen, noten en/of referenties
|