Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Naturalisatie
Naturalisatie is het verlenen van de nationaliteit van een land aan een vreemdeling die daarom vraagt.
Nederland
Wanneer een vreemdeling de Nederlandse nationaliteit - het Nederlanderschap - wil aannemen, dan dient hij of zij hiervoor een verzoek in te dienen. Dit dient te geschieden bij de gemeente waar de aanvrager woont.
Om voor naturalisatie in aanmerking te komen moet men:
- vijf jaar onafgebroken in het Koninkrijk der Nederlanden wonen of, indien men met een Nederlander is getrouwd (of een geregistreerd partner heeft, of op grond van de relatie een verblijfsvergunning heeft), drie jaar met die Nederlander hebben samengewoond;
- het inburgeringsexamen hebben behaald, of het Nederlands kunnen beheersen (aan te tonen met een NT2 diploma: Nederlands als tweede taal of een met positief resultaat afgelegde Verkorte Vrijstellingstoets)[1]
Wie polygaam is zal eerst zo vaak moeten scheiden dat nog slechts één huwelijk overblijft.
Topsporters die voor belangrijke wedstrijden worden ingezet en wetenschappers die uitzonderlijk hebben gepresteerd kunnen voor een versnelde procedure in aanmerking komen. In bijzondere gevallen kan het kabinet besluiten de vreemdeling versneld een Nederlands paspoort te verstrekken (bij Koninklijk Besluit). Ook tot het koningshuis toetredende vreemdelingen kunnen versneld worden genaturaliseerd.
De IND beslist op de aanvraag en draagt de te naturaliseren persoon voor bij de Koningin, die bij Koninklijk Besluit het Nederlanderschap vaststelt.
Sinds 2008 is 15 december de Naturalisatiedag. Gemeenten organiseren door het jaar heen naturalisatieceremonies.
België
Het verwerven van de Belgische nationaliteit of tot Belg genaturaliseerd worden, wordt geregeld in het wetboek van de Belgische nationaliteit. Dit wetboek wordt uitgebreid behandeld in een ministeriële omzendbrief van 20 april 2000, uitgevaardigd door de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken dat voor deze materie bevoegd is.
Behalve de natuurlijke weg, zoals door geboorte of afstamming kan men de nationaliteit ook aanvragen mits men aan bepaalde voorwaarden voldoet zoals:
- bepaalde tijd in België verblijven
- in België werken
- huwen met iemand van Belgische nationaliteit
Dergelijke aanvraag gebeurt via de ambtenaar van de burgerlijke stand van de woonplaats, die de aanvraag van de nodige stukken voorziet (leeftijd, bewijs van goed gedrag en zeden, eventuele verplichte adviezen, ....) en voorlegt aan de bevoegde commissie van de Kamer van Volksvertegenwoordigers.
In het jaar 2000 werden deze voorwaarden versoepeld in wat men de snel-Belg-wet is gaan noemen. Deze wetgeving vereenvoudigt de procedures voor naturalisatie aanzienlijk voor bepaalde categorieën van vreemdelingen. De term vreemdeling is in België een juridische begrip voor burgers die wettelijk in het land verblijven maar die niet over de Belgische nationaliteit beschikken. Hun aantal wordt op 8,3 % van de totale bevolking geschat. De Snel-Belg-wet was voor een aantal Belgische politici een manier om het controversiële thema stemrecht voor migranten uit de weg te gaan, immers kan een tot Belg genaturaliseerde vreemdeling uiteraard over stemrecht beschikken.
- º De hele lijst met vrijstellingen daarop is (Besluit naturalisatietoets, art. 3):
- Van het afleggen van een naturalisatietoets is vrijgesteld de verzoeker die kan aantonen dat:
- a. hij valt onder de Wet van 9 september 1976 (Stb. 1976, 468) betreffende de positie van Molukkers;
- b. hij, na onderwijs te hebben gevolgd in de Nederlandse taal, dan wel – indien de verzoeker in de Nederlandse Antillen of Aruba hoofdverblijf heeft – in de taal die op het eiland van hoofdverblijf naast het Nederlands gangbaar is, in het bezit is gesteld van een op wettelijke basis uitgereikt diploma of getuigschrift van afronding van een opleiding van wetenschappelijk onderwijs, hoger onderwijs, algemeen voortgezet onderwijs, beroepsonderwijs of leerlingwezen;
- c. hij in het bezit is van een diploma staatsexamen Nederlands als Tweede taal, programma I dan wel programma II als bedoeld in artikel 7.3.1 van de Wet educatie en beroepsonderwijs;
- d. hij in het bezit is van een certificaat als bedoeld in artikel 13, tweede lid, van de Wet inburgering nieuwkomers, indien uit de vermelding daarop blijkt dat tenminste de volgende niveaus zijn behaald:
- 1°. voor de onderdelen «Luisteren», «Spreken» en «Lezen» en «Schrijven» van de eindtermen Referentiekader Nederlands als Tweede Taal: niveau 2:
- 2°. voor het onderdeel «Maatschappij Oriëntatie»: het niveau van artikel 11, eerste lid, onderdeel b, van die wet;
- e. met toepassing van artikel 5, tweede lid, van de Wet inburgering nieuwkomers ten aanzien van hem is besloten het vaststellen van een inburgeringsprogramma achterwege te laten, omdat tijdens het inburgeringsonderzoek aannemelijk is geworden dat hij de kennis, het inzicht en de vaardigheden die hij door het deelnemen aan een inburgeringsprogramma zou kunnen verwerven, reeds in voldoende mate op een andere wijze heeft verworven;
- f. hij een toets als bedoeld in artikel 5, vierde lid, van de Wet inburgering nieuwkomers met goed gevolg heeft afgelegd, als gevolg waarvan hij beschikt over een besluit, inhoudende dat de vaststelling van een inburgeringsprogramma achterwege wordt gelaten;
- g. hij met toepassing van artikel 3, derde lid, onder a, van de Wet inburgering nieuwkomers wegens psychische of lichamelijke redenen voor onbepaalde duur is ontheven van de verplichting een inburgeringsprogramma te volgen;
- h. hij in het bezit is van het inburgeringsdiploma, bedoeld in artikel 14, tweede lid, van de Wet inburgering met daarop de vermelding dat de vaardigheden in de Nederlandse taal op het niveau A2 van het Europees Raamwerk voor Moderne Vreemde Talen zijn verworven,
- i. hij in het bezit is van het document, bedoeld in artikel 2.7, tweede lid, van het Besluit inburgering;
- j. hij ten minste acht jaren tijdens de leerplichtige leeftijd in Nederland heeft verbleven als bedoeld in artikel 5, eerste lid, onderdeel b, van de Wet inburgering;
- k. hij in het bezit is van een met een van de in onderdeel b genoemde diploma’s of getuigschriften vergelijkbaar diploma of een ander document, behaald in het Nederlandstalig onderwijs in België, mits een voldoende is behaald voor het vak Nederlandse taal;
- l. hij in het bezit is van een met een van de in onderdeel b genoemde diploma’s of getuigschriften vergelijkbaar diploma of een ander document, behaald in het Nederlandstalig onderwijs in Suriname, mits een voldoende is behaald voor het vak Nederlands;
- m. hij in het bezit is van het diploma van het Europees baccalaureaat van de Europese school (Trb. 1957, 246), voor zover dat baccalaureaat het vak Nederlands als eerste of tweede taal omvat en voor dat vak een voldoende is behaald; of
- n. hij in het bezit is van het getuigschrift Internationaal Baccalaureate Middle Years Certificate, International General Certificate of Secondary Education of Internationaal Baccalaureaat, indien daartoe een cursus Engels-Nederlandstalig onderwijs of een cursus Internationaal Baccalaureaat met daarin het vak Nederlands is gevolgd en voor dat vak een voldoende is behaald.
- 2. Bij een certificaat als bedoeld in het eerste lid, onder d, legt de verzoeker de verklaring over van het Regionaal Opleidingencentrum op grond waarvan het certificaat is afgegeven.
- 3. Bij ministeriële regeling kan worden voorzien in gedeeltelijke vrijstelling van de naturalisatietoets op grond van andere diploma’s, certificaten of documenten dan genoemd in het eerste en het tweede lid.