Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
NGO Monitor
NGO Monitor[1] (Non-Governmental Organization Monitor) is een niet-gouvernementele organisatie (ngo) gevestigd in Jeruzalem. Het doel van de NGO Monitor is om ngo's met een vermeende "ideologisch gemotiveerde anti-Israëlagenda" een halt toe te roepen.[2] "The Economist" en "Jewish Telegraphic Agency" (JTA) achten NGO Monitor een pro-Israëlische ngo.[3][4]
In haar doelstelling verklaart NGO Monitor dat zij werd opgericht om "verantwoording te bevorderen, en een krachtige discussie te bespoedigen over de rapporten en activiteiten van humanitaire ngo's in het kader van het Arabisch-Israëlisch conflict." NGO Monitor is gezamenlijk opgericht door de Amerikaanse "Wechsler Family Foundation"[5] en het Jerusalem Center for Public Affairs (JCPA), een organisatie die zegt dat zij "tal van hoogst geavanceerde programma's ontwikkeld en uitgevoerd heeft om de Israëlische zaak aan de wereld te presenteren".[6]
Organisatie
NGO Monitor is het belangrijkste project van de "Organization for NGO Responsibility", een zelfverklaarde onafhankelijke non-profitorganisatie geregistreerd in Israël. Het opereert vanuit het Jerusalem Center for Public Affairs/Institute for Contemporary Affairs, wiens bestuursvoorzitter Dore Gold is, een voormalig Israëlisch ambassadeur bij de Verenigde Naties en adviseur van Ariel Sharon.[7] De hoofdredacteur is Gerald M. Steinberg, een professor aan de Bar-Ilan Universiteit, adviseur voor de Nationale Veiligheidsraad en columnist voor de Jerusalem Post.[8][9] Voorheen was het een gezamenlijk project van JCPA en B'nai Brith International, een Joodse service organisatie, opgericht samen met de Wechsler Family Foundation.[10].
Financiering
NGO Monitor geeft zelf aan dat de financiering door de "Wechsler Family Foundation" voorheen liep via de JCPA.[11] Een ander deel van de financiering kwam rechtstreeks van Harry Wechsler[12] Ook Nina Rosenwald, een lid van de Council on Foreign Relations en Committee for Accuracy in Middle East Reporting in America[13], behoort tot de financiers.[14] Andere ondersteuners zijn onder meer de "Newton and Rochelle Becker Charitable Trust" uit Los Angeles en de "Ben&Esther Rosenbloom Foundation" uit Baltimore.[15] De lijst met financiers is niet uitputtend en ook wordt de totale financiering niet geopenbaard op de officiële website.
Uitlatingen van NGO Monitor
NGO Monitor stelt dat het zijn missie is om de praktijken te beëindigen van bepaalde zelfverklaarde "humanitaire NGO's" die het label "universele rechten van de mens" exploiteren teneinde politiek en ideologisch gemotiveerde anti-Israël agenda's te promoten.[2]
NGO Monitor onderhoudt een lijst van ngo's wereldwijd [16], dat onder meer een beschrijving en een citaat van de organisatie, de financiering en of de NGO Monitor het ziet als anti-Israël-organisatie (met een verklaring waarom), bevat. NGO Monitor bezit ook veel materiaal over de World Conference against Racism in Durban in 2001[17] en de daar besproken strategieën tegen racisme en met betrekking tot boycots en desinvesteringen.[18]. Tevens bezit zij veel materiaal over de "Durban Review Conference" die in 2009 in Genève) gehouden is.[19]
NGO Monitor heeft een conferentie georganiseerd in Jeruzalem met als doel het aanmoedigen van het kritisch debat over de rol van ngo's in het Midden-Oosten Conflict. 21 organisaties voor humanitaire hulp waren daar aanwezig. Een werkgroep besprak daar de voor- en nadelen van de samenwerking met Hamas door ngo's.[20][21] De meeste belangrijke hulporganisaties bleven daar echter weg. Organisaties als Amnesty International, B'Tselem en Physicians for Human Rights waren wel uitgenodigd maar bedankten voor de eer.[20] Amnesty International stelde dat de conferentie geen ruimte bood voor een open en eerlijke discussie terwijl andere hulporganisaties de NGO Monitor beschuldigden van partijdigheid.[21]
NGO Monitor heeft verschillende vooraanstaande mensenrechtenorganisaties bekritiseerd over het negeren van "de Palestijnse verantwoordelijkheid voor het conflict" en het minimaliseren van "Israëls recht tot zelfverdediging". Organisatie die deze kritiek trof waren onder meer Christian Aid[22], Human Rights Watch[23], Artsen zonder Grenzen[24], Amnesty International[25], Oxfam[25] en het Center for Constitutional Rights[24].
NGO Monitor heeft ook documenten samengesteld waarin zij Amnesty Internationals reactie op het etnische, religieuze en racistisch geweld in Soedan vergeleek met hun behandeling van Israël. Tijdens de Tweede Soedanese Burgeroorlog werden twee miljoen mensen gedood en vier miljoen mensen uit hun huis gedreven. NGO Monitor stelt dat Amnesty International slechts zeven rapporten heeft opgesteld over Soedan, tegen 39 over Israël.[26] Zij stelden daarbij: “While ignoring the large-scale and systematic bombing and destruction of Sudanese villages, AI issued numerous condemnations of the razing of Palestinian houses, most of which were used as sniper nests or belonged to terrorists. Although failing to decry the slaughter of thousands of civilians by Sudanese government and allied troops, AI managed to criticize Israel’s ‘assassinations’ of active terrorist leaders.”[26] Verder stelden zij dat er 52 rapporten waren over Soedan en 192 over Israël. NGO Monitor is van mening dat "dit gebrek aan balans en objectiviteit en aanwijsbare politieke partijdigheid is totaal inconsistent met AI's officiële missie verklaring".[26]
NGO Monitor heeft in het verleden ook de Amerikaanse liefdadigheidsinstelling Ford Foundation bekritiseerd wegens het financieren van een groep ngo's die door de NGO Monitor wordt beschuldigd van het vergoelijken van geweld tegen Israël.[27] De Ford Foundation heeft hierop haar beleid gewijzigd aangaande de financiering van ngo's.[28] Zij heeft zich de beschuldigingen aangetrokken en verklaarde dat haar betrokkenheid in de Palestijnse gebieden een weerspiegeling is van haar opvatting dat een juiste oplossing van het conflict van vitaal belang is voor de regio en de directe betrokkenen. Bovendien verklaarde zij ook groepen als het New Israel Fund te ondersteunen.[29]
NGO Monitor stelt ook dat B'Tselem, een ngo die zichzelf "Het Israëlisch Informatiecentrum voor Mensenrechten in de Bezette Gebieden" noemt, gebruikmaakt van "grove en demoniserende retoriek ontworpen om politieke steun voor de Palestijnen uit te lokken".[30]
NGO Monitor heeft ook het New Israel Fund (NIF) bekritiseerd. Deze organisatie, die aangeeft dat haar primaire doel is het versterken van de Israëlische democratie, wordt bekritiseert vanwege het financieren van organisaties die volgens NGO Monitor betrokken zijn bij een "campagne tot ontlegitimering van Israël". Deze beschuldigingen worden door de voorzitter van NIF (en professor in de rechten aan de Georgetown University Law Center) Peter Edelman, ontkent. Hij omschreef NGO Monitors kritiek als "ondemocratisch en onjoods" en "inherent en fundamenteel foutief".[31] Larry Garber, hoofddirecteur van NIF, en Elizier Yaari, NIF's directeur Israël en gepensioneerd majoor van de Israëlische Luchtmacht[32], schreven in een ingezonden stuk in de Jerusalem Post dat als Israël de standpunten van Gerald Steinberg, NGO Monitors directeur, accepteerde, dat dan de "geloofwaardigheid van Israël - en, belangrijker, de nationale moraal - te lijden zou hebben.[33]
Op 12 oktober 2006 diende NGO Monitor een verzoekschrift in bij de Regering van het Verenigd Koninkrijk over de financiering van Israëlische ngo's.[34]
Kritiek op NGO Monitor
In een ingezonden stuk in "The Forward" door Leonard Fein, een voormalige professor aan de Brandeis University [35], neemt hij stelling tegen de uitlatingen van NGO Monitor dat Human Rights Watch (HRW) een "extreme nadruk legt op de kritische benadering van Israël" en dat zij meer rapporten over HRW uitgegeven heeft dan over elk van de andere 75 ngo's waar zij zich mee bezighoudt. In zijn artikel schrijft Fein onder meer dat Human Rights Watch meer aandacht heeft gegeven aan 5 landen in de regio - Irak, Soedan, Egypte, Turkije en Iran - dan aan Israël, maar dat NGO Monitors directeur Steinberg, ondanks uitvoerige correspondentie, gefaald heeft de "misleidende" verklaring op de website te corrigeren. Fein geeft aan dat NGO Monitor blijkbaar niet vrij is van dezelfde "beperkte politieke en ideologische voorkeuren" waarvan zij HRW beschuldigd.[9] "The Forward" schrijft dat NGO Monitor stelt dat Human Rights Watch vaker rapporteert over Hamas, Hezbollah en de Palestijnse Autoriteit dan voorheen. HRW verwerpt deze beschuldiging en verklaart dat zij zich bezighoudt met counterterrorisme in een post-9/11 wereld.[36]
Kathleen Peratis, bestuurslid van Human Rights Watch, bekritiseerde NGO Monitor voor beschuldigingen gericht tegen HRW en zijn "directeur, wiens vader nazi-Duitsland ontvluchtte". Peratis stoorde zich aan een ingezonden artikel van NGO Monitors directeur Gerald Steinberg genaamd "Ken Roth's Blood Libel" (letterlijk vertaald: Ken Roths bloedschotschrift).[37]. Zij stelt daarbij dat organisaties als NGO Monitor "die speciale uitzonderingen voor Israël willen op de regels voor de oorlogvoering" wel eens onvoldoende "hebben ingezien wat de implicaties van hun wensen zijn". Peratis bekritiseerde NGO Monitor ook voor het niet specificeren van de beschuldiging dat sommige HRW-verklaringen niet te controleren zijn.[38]
In een artikel voor de Political Research Associates, dat zichzelf omschrijft als een "progressieve denktank gewijd aan het ondersteunen van bewegingen die een betere en inclusieve democratische maatschappij" [39], omschrijven Jean Hardisty en Elizabeth Furdon NGO Monitor als een "conservatieve ngo-waakhond, ... die zich richt op vermeende bedreigingen van de Israëlische belangen" en voegen daar aan toe: "Het ideologische uitgangspunt van NGO Monitors werk is onbeschaamd pro-Israël. Het beweert geen politiek neutraal onderzoek te doen naar de activiteiten en praktijken van ngo's."[40]
In een column in de "Jerusalem Post" beweerde Larry Derfner dat "NGO Monitor geen enkel woord van kritiek heeft voor Israël, noch een woord van erkenning voor elk detail in een mensenrechtenrapport dat aantoont dat Israël niet geheel schuldvrij is. In feite, op het punt van de naleving van de mensenrechten door Israël, kent NGO Monitor geen woord van verschil met het bureau van de Minister-President." [41]
Ittijah, de Unie van Arabische Gemeenschapsorganisaties in Israël, zegt dat NGO Monitor met betrekking tot mensenrechten meer de belangen en de stem van de Israëlische staat vertegenwoordigt dan dat het de stem van de civiele maatschappij is. Ittijah stelt verder dat NGO Monitor wordt gestuurd door het Israëlische Ministerie van Buitenlandse Zaken.[42]
Human Rights Watch beschuldigt NGO Monitor ook van het maken van valse beschuldigingen zoals het aannemen van gelden van de Saoedi-Arabische overheid. HRW reageerde op deze beschuldiging door te stellen dat "Human Rights Watch op geen enkele wijze overheidsgeld accepteerd." Zij stelden verder dat "NGO Monitor geen onderzoeken doet ter plekke" en dat "NGO Monitor iedereen veroordeeld die kritiek uit op Israël."[43]
Uriel Heilman, een manager-redacteur voor de Jewish Telegraphic Agency (JTA) en journalist voor de Jerusalem Post, schreef in een column dat er "enkele geveinsde elementen (lees: onnauwkeurigheden)" aangetroffen werden in de mei 2009 editie van NGO Monitor. Heilman stelde de retorische vraag of de situatie zelf "genoeg voor Steinberg en NGO Monitors volgelingen zonder dat Steinberg de waarheid hoefde op te rekken" was. Gerald Steinberg, hoofd van NGO Monitor, gaf later toe dat het gekozen woordgebruik verwarrend was en herzag later de formulering.[44]
David Newman, professor aan de Bar-Ilan Universiteit, schreef een ingezonden artikel in de Jerusalem Post waarin hij NGO Monitor bekritiseerde voor het aanvallen van de transparantheid van mensenrechtenorganisaties terwijl zij gelijktijdig de duistere financiering en ondersteuning van de extremistische kolonistenorganisaties negeert.[45]
NGO Monitor is ook gekarakteriseerd als een "rechtse Israëlische ngo" door de Inter Press Service. Didi Remez, woordvoerder van de Peace Now-groep, stelde dat NGO Monitor "geen objectieve waakhond is: het is een partijdige operatie dat zijn vermeende ideologisch tegenstanders onderdrukt door een geraffineerde toepassing van McCarthy-technieken - zwarte lijsten, schuld door associatie en selectieve filtering van feiten."[46]
Externe links
Officiële links
- (en) NGO Monitor home page
- (en) NGO Monitor Blog
Nieuwsartikelen over of in relatie tot NGO Monitor
- (en) "Watchdog groups brace for 'Durban 2'" - an article containing analysis from NGO Monitor appearing in The Jerusalem Post.
- (en) "Right of Reply" - an op-ed about NGO Monitor appearing in The Jerusalem Post.
- (en) "One on One: Fact, fiction and fabrication" - an interview with Sarah Mandel, Associate Editor at NGO Monitor, appearing in The Jerusalem Post.
- (en) Israel, Aid Groups Have Long Feuded By Craig Whitlock, Washington Post Foreign Service, January 14, 2009