Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Motor Cléon-Fonte

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
rel=nofollow

De motor Cléon-Fonte, zijn echte naam is « motor Sierra » over het algemeen bekend met de naam « blok C » of « motor C », is een thermische verbrandingsmotor: viertakt benzine, 4 cilinders in lijn, gegoten blok, watergekoeld, krukas met 5 lagers, met laterale nokkenas(met tuimelaars- en stangen), aangedreven door een distrubitieketting, een aluminium kop, 8 kleppen in de kop, ontwikkels en geproduceerd door Renault aan het begin van de jaren '60, gepresenteerd op de Autosalon van Genève in 1962 in de modellen Floride S en de Renault 8. Deze motor staat bekend om zijn robuustheid en zijn lange levensduur.

Historie [1]

Ontstaan in 1962, deze 4 cilinder zal een generatie modellen aandrijven, door de jaren heen van 956 cm3 naar 1565 cm3, van de Floride naar de Twingo in 1993, meer dan dertig jaar na zijn presentatie, voorbijgaand aan het model Renault 11 en de Renault 5 Turbo 2. Dit concept is veelal gekopieerd door de andere constructeurs; de naam Cléon-Fonte is afkomstig van de ultramoderne Renaultfabriek en bijbehorende stad. Met technische aanpassingen is de motor opgewaardeerd van 956cm3 naar 1108cm3 en 1397cm3; andere aanpassingen: enkel- of tweetraps carburateur, injectie met of zonder turbo, met 4 of 5 versnellingen. In de volgende modellen toegepast zowel achterin, voorin, centraal; dwars of in lijn geplaatst: Floride, Caravelle, Alpine A110, R4 ,R5, Le Car, Super 5, R6, R7, R8/R10, R9/R11, Alliance/Encore, R12, R15, R18, R19, R21 (Export), Estafette, Trafic 1, Express (Rapid/Extra), Fuego,Twingo, Clio 1. En niet te vergeten, de Dacia vanaf 1971.

Vanaf dat jaar wordt de motor Cléon-Fonte ook gebouwd in Pitesti, Roemenië tot 29 november 2004, dan komt de allerlaatste motor tot stand, een 1.6i met 68 pk met het serienummer : 2 527 155. Dacia blijft componenten bouwen van het motor Cléon-Fonte voor de onderdelenvoorziening. 27 Miljoen motoblokken zijn er gemaakt door Renault en Dacia; 15 miljoen in Frankrijk. De motor is geassembleerd geweest in Portugal, Spanje, Turkije, Colombia en Argentinië. De motor Cléon-Fonte eindigde in Frankrijk in 1996, tegelijk met de Super5, en werd tot die tijd toegepast op de : twingo, clio en express met de C3G 1239 cm3; Super 5 "Bye-Bye" met de C3J 1390 cm3.

Deze motor Cléon-Fonte is in goud gehuld en wordt op handen gedragen als grote klassieker in de harten van de franse verzamelaars! En over de gehele wereld blijft hij bewaard ondere de motorkappen van duizenden oudere Renaults, liefdelijk verzorgd!

Renault Sport - Alpine - Gordini

Deze Cléon-Fonte zal ook in de meeste sportieve Renaults uit de jaren 60, 70 en 80 voorkomen, geprepareerd door Gordini, Alpine et Renault Sport:

Evolutie van de motor

Op de R19 verschijnt de Energy-motor, de basis is hetzelfde, maar wordt nu aangedreven door een bovenliggende nokkenas met ingekerfde distributieriem. De 1390 cm3 Energy en de 1390 cm3 Cleon-fonte hebben dezelfde boring en slag.

De andere constructeurs

Het moteur Cléon-Fonte k is niet alleen toegepast in de Renault, Alpine, Matra en Dacia; ook in de Volvo, DAF, Aro, Ford en de braziliaanse Volkswagen.

Q2240529 op Wikidata  Intertaalkoppelingen via Wikidata (via reasonator)

rel=nofollow

Referenties

rel=nofollow