Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie en digitaal erfgoed, wenst u prettige feestdagen en een gelukkig 2025

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Maurice Braet

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Bestand:Bestand Maurice Braet1.JPG
Maurice Braet als soldaat tijdens WOI

Maurice Braet (Nieuwpoort, 15 september 1889Nieuwpoort, 2 november 1964) meldt zich in oktober 1914, samen met zijn broer Joseph, aan als vrijwilliger voor het Belgisch leger tijdens de Eerste Wereldoorlog. Ze ondergaan in Auvours (Frankrijk) hun opleiding tot soldaat en op 20 februari 1915 trekken de gebroeders terug naar het front. De technische talent van Maurice en Joseph werd al snel opgemerkt door de legerleiding, zodat ze werden ingedeeld bij de genietroepen van Robert Thys.

Bestand:Bestand Maurice Braet rekruut Auvours.JPG
Maurice Braet als rekruut in Auvours

De bewogen levensloop

Niet veel later ligt Nieuwpoort onder Duits artillerievuur, waardoor de stad een erg cruciaal gebied op de frontlinie vormt. De broers Braet zitten intussen in Frankrijk om hun opleiding tot soldaat te volbrengen. Op 15 februari 1915 keren de broers Braet als getrainde soldaten terug naar het front. Ondertussen is de hele bevolking, inclusief hun familie, de stad ontvlucht… Het talent van de Braets wordt al snel ingezet bij de genietroepen van kapitein Robert Thys voor het bouwen en vernielen van bruggen, het leggen en doorbreken van mijnenvelden, het bieden van gevechtsondersteuning en bescherming aan het leger. Na de Slag aan de Ijzer in Nieuwpoort, houden de strijdende Duitsers halt. Ze hebben begrepen dat een doorbraak langs de kustlijn niet tot de mogelijkheden behoort en ze beseffen dat ze beter op andere locaties door de frontlijn kunnen forceren. Hoewel de Duitsers het belang van het sluizencomplex onderschatten, zijn er nog regelmatig beschietingen met granaten. Het wapen van Maurice en Joseph is echter niet zozeer het geweer maar wel de schop. Duizenden zandzakjes worden gevuld om bressen in de kanalen te dichten, de sluizen zelf moeten voortdurend worden onderhouden of hersteld. Bij al deze werkzaamheden is Maurice, de assistent van kapitein Robert Thys. Zowel kapitein Thys als de gebroeders Braet overleven de Eerste Wereldoorlog. Ze herbeginnen als aannemer en de heropbouw van Nieuwpoort. Eerst daadwerkelijk met steen en beton, later, in het geval van Maurice, jarenlang als schepen in de politiek.

Bestand:Bestand Maurice Braet bouwplan dug-out.JPG
Maurice Braet bouwplan dug-out

Realisaties

Samen met Thys legt Maurice Braet duizenden slagveldfoto’s vast op de gevoelige plaat(glasplaat negatieven) met een van de eerste draagbare camera’s. Met deze fotoschat maakt Braet na de oorlog twee dikke plakboeken, waarin hij de historiek van zijn stad belicht en elke foto kort voorziet van verklarende tekstjes. Ook de brieven naar het thuisfront krijgen er hun plaats. De beelden van Maurice Braet getuigen op een indrukwekkende, authentieke en treffende manier van het dagelijkse leven. Maurice Braet maakt twee grote fotoboeken, één met blinddruk ‘Nieuwpoort’. Honderden foto’s op zwart papier, telkens met een tussenblad in kalkpapier en duidelijke bijschriften in witte inkt over de historiek van zijn stad. Ook de brieven naar het thuisfront krijgen er hun plaats. Maurice schrijft brieven die op een treffende manier het dagelijkse leven in de oorlog getuigen.


Persoonlijkheid

Nieuwpoort lag in een relatief rustige sector, waar de post gemakkelijk de soldaten bereikte en er voldoende tijd was om te schrijven. Maurice was ingenieur en dus goed opgeleid. Lang niet elke soldaat schreef even vaak en even goed als hij. Maurice tekende tijdens de Eerste Wereldoorlog bouwplannen over betonnen dug-outs, die een zekere bescherming bood tegen de Duitsers. Er werden heel dicht bij elkaar systematisch dug-outs tegen de verhoogde berm Fronzate (een stuk spoorweg van 13,5 km tussen Nieuwpoort en Diksmuide) aangebouwd met puin uit naburige, kapotgeschoten hoeves en zelfs met de materialen van het station van Pervijze, dat om die reden werd afgebroken. Deze schuilkelders werden ironisch ‘villa’s’ genoemd. Joseph en Maurice Braet verbleven in Diksmuide van december 1915 tot juni 1916 in een dug-out aan de Frontzate. Na de oorlog werkt Maurice zich dan ook op in het familiebedrijf en start hij bovendien ook nog een slotenfabriek. Na de Tweede Wereldoorlog gaat hij de politiek in van Nieuwpoort, hij was gemeenteraadslid van 1933 tot 1947 en schepen van Openbare Werken 1947 tot en met 1963. In die hoedanigheid was hij aanwezig op belangrijke evenementen voor de stad en de Westhoek, zoals het bezoek van Koning Boudewijn aan De Panne en Prins Albert aan Nieuwpoort. Maurice trouwde op 7 november met Maria-Pharaïlde Labens. Ze kregen zeven kinderen : Hans, Walter, Frans, Maria-Theresia, Rosa, Paul en Willem.

Familiebedrijf Braet

De onderneming Braet nv heeft een lange en rijke geschiedenis en de gebeurtenissen in de regio. Het bedrijf werd in 1889 opgericht door Henri Braet, overgrootvader van de huidige bedrijfsleiders Xavier en Jean-Baptiste Braet. Het bedrijf was gespecialiseerd in water- en wegenwerken. De drie zonen Henri, Maurice en Joseph dienden tijdens de Eerste Wereldoorlog als soldaten in het Belgisch leger en in de jaren 30 werd de huidige nv opgericht door Maurice en Joseph. Tijdens de Tweede Wereldoorlog konden broers met de medewerking van de dienst Bruggen en Wegen verhinderen dat heel wat arbeiders aan de verplichte tewerkstelling in Duitsland werden blootgesteld. Dat werd hen door de bevolking erg in dank afgenomen.

In 1952 kwamen Hans en Henri Braet, de zonen van Maurice en Joseph in het bedrijf en zij namen in 1964 de leiding over. Jean-Baptiste Braet: "Er werden in die tijd heel wat villa's gebouwd in de Simli wijk in Nieuwpoort en heel wat appartementen. Er werd ook verder gewerkt aan de bouw van oeverversterkingen en sluizen langs verschillende kanalen. Toen werd ook de afdeling opgericht die zich bezighoudt met gevel- en betonrenovatiewerken".

Eind jaren 80 kwamen Philippe en Xavier, de zonen van Henri Braet, in dienst van het bedrijf. Xavier en de derde broer Jean-Baptiste namen in 2005 de leiding van het bedrijf over en zij zorgden voor een geografische uitbreiding. Zo wordt nu ook veel in Oost-Vlaanderen gewerkt en werd een nieuwe bedrijfsactiviteit gerealiseerd, het opsporen en uitgraven van explosieven in de Westhoek en op de stranden.

Sedert 1994 is de firma Braet bezig met het opsporen en uitgraven van explosieven in de Westhoek en op het strand. "Dankzij de nieuwe technologie is het mogelijk om de munitie op te sporen, in nauwe samenwerking met de ontmijningsdienst Dovo. Ze hebben al heel wat stranden vrij van explosieven gemaakt, onder meer in De Panne, Koksijde, Oostende, Bredene en Lombardsijde. Naast oude zeemijnen, vliegtuigbommen, landmijnen en andere projectielen werden ook al torpedo's en kanonnen bovengehaald. "


Heropbouw Nieuwpoort

Op 11 november 1918 is de oorlog officieel afgelopen, maar dat betekent niet dat alle soldaten zomaar naar huis mogen. De aftocht van de Duitsers wordt door het Belgisch leger voor een heel stuk op de voet gevolgd. Daarom moet Maurice via Scherpenheuvel en Diest in december 1918 met zijn regiment de Duitse grens over. De bevolking keerde terug naar hun verwoeste eigendom om aan de wederopbouw te beginnen van hun stad onder grote invloed van architect Jozef Viérin. Groot-Brittannië oppert om het puin van Ieper als ruïne te behouden, wat niet gebeurde. Over de stad verspreid hangen nog gedenkplaten die herinneren aan de locaties van de schuilplaatsen van deze compagnie, die instond voor het onderhoud van de sluizen en de hydraulische inrichtingen van het Belgische front. Kort na de oorlog wordt het Albertfonds opgericht, dat de terugkerende bevolking een dak boven het hoofd moet geven.

Op 31 december 1922 zijn er in Nieuwpoort 372 huizen en 569 barakken. Op 31 december 1928, zijn 1202 huizen en 169 barakken. Er wordt aan burgemeester J. Huyghebaert gerapporteerd dat er nog een honderdtal huizen nodig zijn. Op 29 augustus 1928 tekent de stad de verkoopsovereenkomst voor de aankoop van 169 barakken, voor een totaalsom van 350.000 BEF. Een grote hap uit het budget, zodat wordt afgezien van de wederopbouw van het begijnhof in de Hoogstraat en de gendarmerie in de Marktstraat. Vanaf dan kunnen de bewoners hun barak trouwens aankopen voor 350 BEF. De vervanging van de barakken door echte huizen gebeurt langzaam. In 1947 staan er nog 51 barakken op het Koerseplein, de laatste exemplaren verdwijnen in 1952, wanneer de moderne tuinwijk ‘Monobloc-Coupe Gorge’ en het stadspark worden aangelegd.

Omstreeks 1921 stonden in de omgeving van de verwoeste stad zeshonderd barakken van het Albertfonds met goed tweeduizend inwoners. Deze noodpaviljoenen werden hoofdzakelijk aan de stadsrand opgetrokken om de wederopbouw niet te verhinderen. Vier jaar later bleven er nog 180 barakken over. Deze herbergden vooral arme gezinnen die door ziekte, werkloosheid en kinderlast getroffen waren. Maar twee derde van hen kon zelfs de lage huurprijs niet betalen.

Vanaf 1925 was het herstel van Nieuwpoort nagenoeg voltooid. Nu merkte de regering dat nogal wat mensen verkozen om wegens de lage huurprijs in die noodwoningen te blijven wonen. In 1926 kwam het bericht dat de huurprijs van de barakken met 75% verhoogd zou worden. Het Albertfonds was ervan uitgegaan dat op die manier de bewoners naar de nieuwe, leegstaande huizen zouden vertrekken. Maar deze mensen waren meestal niet in staat om die hogere huur te betalen en het stadsbestuur, dat belast was met het innen van de huren, moest financieel bijspringen. Uiteindelijk kocht Nieuwpoort-Stad in 1928 169 barakken, wel tegen een redelijke prijs.

Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen
rel=nofollow