Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie en digitaal erfgoed, wenst u prettige feestdagen en een gelukkig 2025

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Louis Boeckmans

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Louis Boeckmans (Tessenderlo 20 juni 1923) was een lid van het Belgisch verzet in de Tweede Wereldoorlog.[1]

Levensloop

Bij het begin van de Tweede Wereldoorlog werd hij als één van de 100.000'en CRAB's door de Belgische regering gesommeerd om zich in Zuid-Frankrijk aan te bieden om opgeleid te worden als soldaat. Boeckmans raakte nooit in het zuiden en keerde uiteindelijk terug naar huis. Drie weken na zijn vertrek was hij terug thuis.

Boeckmans werkte tijdens de oorlog als loopjongen bij Tessenderlo Chemie, waar hij in 1942 door een collega werd gerecruteerd bij de Witte Brigade. Hij hield zich voornamelijk bezig met spionnage.

Later werkte Boeckmans bij een zagerij. Omwille van activiteiten bij het verzet leefde hij ondergedoken bij een tante. Op 11 juli 1944 ging hij na een nachtdienst even bij zijn ouders langs omdat hij doorweekt was en droge kleren nodig had. Hij fietste voorbij een buurmeisje dat een relatie had met een SS-soldaat en vermoedelijk lichtte zij de Duitsers in dat hij thuis was.

Tijdens de razzia werd hij samen met zijn broer Jef (die zelf ook ondergedoken leefde, maar toevallig ook even thuis was) en zijn vader gearresteerd. Zijn vader zou later vrijgelaten worden. Boeckmans broer werd ervan beschuldigd naar de Engelse radio te hebben geluisterd. Louis werd beticht van verboden wapenbezit. Hoewel de Boeckmansen effectief een revolver in het bezit hadden, werd het wapen niet gevonden. Indien dit wel het geval was geweest, waren de broers vermoedelijk geëxecuteerd geweest.

Hoewel er geen wapen werd gevonden werden de broers Boeckmans eerst opgesloten in de gevangenis van Hasselt en op 24 juli 1944 werden ze overgebracht naar het Fort van Breendonk waar ze moesten werken op de velden onder supervisie van de Vlaamse SS'er Felix Brusselaers. Hoewel Boeckmans af en toe wel een slag o.i.d. te verwerken kreeg, werd hij zelf nooit echt gemarteld. Wel was hij getuige van mishandelingen en moordpartijen zoals de moord op Dirk Sevens.

Op 8 augustus 1944, nauwelijks een maand voor de bevrijding van België, werden de broers naar Buchenwald getransporteerd, waar ze aankwamen op 10 augustus terug veldarbeid moesten verrichten. Op 23 augustus verhuisden de broers Boeckmans naar het kamp in Blankenburg-Oesig waar de arbeid eruit bestond treinwagons te ledigen met de schop.

Toen de oorlog bijna ten einde was, en voor iedereen duidelijk was dat Duitsland de oorlog ging verliezen, werden de kampen ontruimd. Op 6 april 1945 moesten de gevangenen beginnen aan een dodenmars naar Maagenburg, waar de overlevenden van de mars op de boot naar Lübeck werden gezet, waarna ze op 14 april terug aan een nieuwe dodenmars begonnen. Na tussenkomst van Zweedse diplomaten werd afgesproken dat West-Europese gevangenen konden worden overgebracht naar zweden. Op 30 april werd Boeckmans op de boot gezet en op 2 mei kwamen de broers aan in Trelleborg. Boeckmans woog nog 38 kilo.[2] Een maand na zijn redding woog hij alweer 69 kilo.[3]

Nadat ze tijd hadden gekregen aan te sterken keerden de broers huiswaarts op 11 juli 1945. Louis bleef tot december thuis om verder te herstellen voor hij terug aan het werk ging. Eveneens in december 1945 trouwde hij met Germaine, met wie hij drie kinderen zou krijgen. Hij had verschillende jobs in de industrie, hij werkte onder meer 6 jaar bij de hoogovens. In 1953 ging hij aan de slag kon als postbode, een baan die hij zou uitoefenen tot zijn pensioen in 1985.

Hij gaf na de oorlog veelvuldig lezingen in scholen zodat de herinnering aan de verschrikkingen van de oorlog levend zou blijven, hoewel hij hier lang mee wachtte omdat hij "niemand lastig wilde vallen" en omdat hij schrik had dat niemand zijn verhalen zouden geloven omdat de gruwelen van de kampen pas een hele poos na de oorlog algemeen bekend raakten. Pas in 2004 werkte hij mee aan documententaires e.d.m.

In 2019 verscheen het boek "De laatste getuige, Hoe ik Breendonk en Buchenwald overleefde" waarin historicus Pieter Serien Boeckmans eigen verhaal noteerde.

Externe link


Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen, noten en/of referenties
rel=nofollow
rel=nofollow