Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Lijst van tunnels in de hogesnelheidslijn Schiphol - Antwerpen
Bij de bouw van de hogesnelheidslijn HSL-Zuid / HSL 4 tussen Nederland en België werd een aantal spoortunnels aangelegd.
Van noord naar zuid:
- De Groene Harttunnel
- Tunnel Rotterdam Noordrand
- Tunnel Oude Maas
- Tunnel Dordtsche Kil
- Spoortunnel Peerdsbos
- Boortunnel Antwerpen
Deze tunnels zijn alle volgens speciale voorwaarden ontworpen. Wanneer een hogesnelheidstrein de tunnel inrijdt, ontstaat er een schokgolf, die de tunnel mogelijk kan beschadigen. Daarom verdient het de voorkeur de doorsneden van de tunnels extra ruim te ontwerpen. Door het gebruik van luchtgaten in de scheidingswand tussen de buizen is het echter gelukt de doorsnede niet veel groter te maken dan minimaal noodzakelijk voor de veiligheid is.
De Groene Harttunnel
Zie Groene Harttunnel voor het hoofdartikel over dit onderwerp. |
Door de tunnel onder het Groene Hart te boren, waren in het Groene Hart nauwelijks graafwerkzaamheden nodig en werden schade aan het landschap en bouwoverlast zo veel mogelijk beperkt.
De boortunnel begint bij Leiderdorp, vlak bij het riviertje de Does in de Bospolder. Net ten zuiden van Westeinde in Hazerswoude-Dorp komt de tunnel weer boven de grond. De hogesnelheidstrein zal straks het traject in 1,5 minuut afleggen met een snelheid die varieert tussen de 250 en 300 km/h. De tunnel bestaat uit één buis van ruim 7 kilometer lang. Inclusief toeritten bedraagt de lengte zelfs 8,5 kilometer. De buitendiameter van de tunnelbuis is bijna 15 meter, en is daarmee de grootste voor tunnels in slappe grond.
Tunnel Rotterdam-Noordrand
Zie Tunnel Rotterdam Noordrand voor het hoofdartikel over dit onderwerp. |
Na station Rotterdam Centraal buigt de HSL af naar het noorden, om bij Overschie onder de grond te gaan. Deze tunnel is vier kilometer lang. Dit is geen geboorde tunnel maar een die gebouwd is met traditionele methodes. Het grootste gedeelte van de tunnel is volgens de openbouwputmethode geconstrueerd, maar het gedeelte langs Rotterdam Airport is, om hinder voor het vliegverkeer te voorkomen, met diepwanden gebouwd.
Omdat er zich ter hoogte van Rotterdam Airport een obstakelvrije zone van een kilometer lengte bevindt, kon daar, buiten een aantal nachtelijke uren, geen hoog materiaal worden gebruikt. Het vliegverkeer zou daar mogelijk hinder van kunnen ondervinden. De bouwmethode is voor deze zone daarom speciaal aangepast. Het maaiveld is in deze zone iets opgehoogd, zodat het grondwater de diepwandsleuven niet zou kunnen overstromen. Daarna zijn langs beide tunnelwanden geleidebalken aangelegd, die de graafmachine in een rechte lijn geleiden.
De diepwandsleuven zijn met speciale graafmachines gegraven en hebben een breedte die varieert van 80 centimeter tot 120 centimeter. Tijdens het graven zijn de sleuven gevuld met een bentonietmengsel dat voorkwam dat de sleuven instortten. Voor het inhijsen van de 30 meter hoge wapeningsnetten voor de diepwanden moest helaas wel gewerkt worden in de obstakelvrije zone. Daarom gebeurde dit steeds 's nachts. 5 dagen in de week is er elke nacht binnen 2 en een half uur een kraan opgebouwd, een net gehesen en de kraan weer afgebroken.
Om te voorkomen dat, ondanks de metersdikke ondervloer, het geheel toch zou kunnen opdrijven, staken de koppen van de heipalen een stuk boven de bodem uit. Het beton heeft zich hieraan gehecht, zodat het geheel zwaar genoeg werd om opdrijven te voorkomen. Na het storten moest het onderwaterbeton ongeveer twee weken uitharden, waarna de bouwkuip kon worden leeggepompt en schoongespoten.
Hierna is de wapening aangebracht en vervolgens de tunnelvloer, de zijwanden, de tussenwand en het dak. Door de heipalen mee te storten met de vloer, is er voldoende trek naar beneden ontstaan.
Tenslotte is de ruimte tussen de tunnelwand en de damwand aangevuld met grond en zijn de damwanden en stempels verwijderd. Als laatste is de kuip met grond aangevuld tot op maaiveldniveau.
Tunnel onder de Oude Maas
Zie Tunnel Oude Maas voor het hoofdartikel over dit onderwerp. |
De tunnel onder de Oude Maas is inclusief toeritten 2500 meter lang. Hiervan bestaat 1050 meter uit een afzinktunnel, met als diepste punt 20,80 meter -NAP. Omdat de tunnel deels naast een dijk loopt, is een kant van de tunnelbak waterkerend uitgevoerd. Er zijn deuren geïnstalleerd die een sifonwerking van de twee naastliggende polders kan voorkomen.
Tunnel onder de Dordtsche Kil
Zie Tunnel Dordtsche Kil voor het hoofdartikel over dit onderwerp. |
Deze tunnel onderkruist niet alleen de Dordtsche Kil, maar is ook doorgetrokken tot voorbij de A16, waarna het spoor omhoog komt om via een brug het Hollandsch Diep te kruisen. Het gedeelte van de tunnel dat onder de Dordtsche Kil ligt is als zinktunnel aangelegd, de rest van de tunnel volgens de openbouwputmethode. De totale lengte van de tunnel is 1488 meter, waarvan 975 meter uit een afgezonken tunnel bestaat. Het diepste punt van de tunnel ligt op 18,50 meter -NAP.
De afzinktunnel bestaat uit 7 elementen van elk 150 meter lengte. Deze zijn aan de bovenkant bekleed met betonnen platen, om beschadigingen ten gevolge van een aanvaring met een schip te voorkomen. De tunnel wordt op zijn plaats gehouden door ballast.
Boortunnel Antwerpen
Om een rechtstreekse verbinding van station Antwerpen-Centraal met de HSL mogelijk te maken, werd onder de stad, en onder het station, een vier kilometer lange tunnel geboord.
Zie Noord-Zuidverbinding (Antwerpen) voor het hoofdartikel over dit onderwerp. |
Zie ook
Referenties
- Schot, J. van der (eindred.), Tunnels in Nederland, een nieuwe generatie, Bouwdienst Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Den Haag 2003
- Tucrail