Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Kristof Spaey
Kristof Spaey | ||
Afbeelding gewenst | ||
Algemene informatie | ||
Geboren | 26 november 1982, Leuven | |
Land | België | |
Beroep | Stripauteur | |
Werk | ||
Bekende werken | Misschien Nooit Ooit, Anders, Fake Vintage Book Covers | |
Website |
Kristof Spaey (Leuven, 26 november 1982) is een Belgisch stripauteur en illustrator.
Opleiding
In 2001 presenteert Spaey zijn afstudeerproject aan de middelbare school De Wijnpers (Leuven). Het 13 pagina tellend beeldverhaal Goldfish, is een adaptatie van een prozatekst van Amerikaans stripauteur Brian Michael Bendis, gemaakt met de goedkeuring van de auteur.[1] Daarop volgt een opleiding aan de Sint-Lukas hogeschool in Brussel waar hij zowel Animatie (Kandidatuur) als Beeldverhaal (Meesterjaren) volgt. In 2006 studeert hij af als master in de beeldende kunsten.
Eerste stappen
Kristof Spaey debuteert in 2004, op 21-jarige leeftijd, met het tekstloze Hoop (uitgeverij BeeDee). Een verhaal over een onmogelijke liefde die hij op basis van een eigen concept verder uitwerkt met de Duitse TV– en filmscenarist David Safier, in Duitsland gelauwerd voor zijn jeugdreeks Berlin, Berlin. Hoop is het fragmentarisch verhaal van een jonge, onzekere striptiseuse en haar onbeantwoorde liefde voor een charmante maar onbetrouwbare portrettekenaar.
Twee jaar later, in 2006, verschijnt Façade (uitgeverij Oogachtend). Twee kortverhalen, Back To Reality (op scenario van Bronzen Adhemar winnaar Steven Dupré) en Gegijzeld, waarin de auteur op zoek gaat naar de ware aard van zijn personages. De invloed van Amerikaanse comics en film, die altijd in zijn werk aanwezig waren, komen hier nog meer naar voren. Het schaduwgebruik en de filmische manier van vertellen doen denken aan zijn grote invloeden Frank Miller en Brian Michael Bendis.[2]
Tussendoor tekent Spaey kortverhalen voor BruXXXel Noord (Stripatelier Sint-Lukas Brussel), Pulp Deluxe Offline (uitgeverij BeeDee), Stroke (VOS Uitgeverij) en Bloeddorst (uitgeverij BeeDee), dit laatste op scenario van Pieter Van Oudheusden. Hij verzorgt ook enkele gastcovers voor Stan Sakai’s Usagi Yojimbo (uitgeverij Enigma) en Mark Waid en Minck Oosterveer’s The Unknown (Boom! Studios).
Misschien Nooit Ooit
Met Marc Legendre werkt Spaey de trilogie Misschien Nooit Ooit uit. Een psychologische thriller waarbij ieder album verteld wordt vanuit het perspectief van één van de hoofdpersonages. De Amerikaan Michael Birkhofer neemt de inkleuring voor zijn rekening.
De eerste twee delen verschijnen in 2009 bij uitgeverij Oogachtend in een dubbelalbum als Misschien/Nooit. In 2011 verschijnt het afsluitende deel Ooit bij VOS Uitgeverij, alsook een herdruk van Misschien en Nooit, ditmaal als losse albums.
Twee jaar later, in 2013, ontvangt Marc Legendre de Bronzen Adhemar voor zijn gehele oeuvre, Misschien Nooit Ooit krijgt in het juryrapport een eervolle vermelding.[3]
In 2015 verschijnt bij BD Must een Franse vertaling van de trilogie onder de titel Et Si Jamais Un Jour...
Anders
In 2014 verschijnt het eerste deel van Anders, getiteld Lars. Het begin van een lopende reeks. Dit coming-of-age verhaal met superkrachten is geschreven door tv-scenarist Bart Vaessen, medebedenker van de Ketnet reeksen W817, En Daarmee Basta! en Click-ID. Daarnaast schrijft Vaessen ook scenario’s voor onder andere Quiz Me Quick (één) en Spitsbroers (vtm).
Anders is Vaessen zijn eerste stripproject en betekent voor Spaey zijn eerste project voor een jonger publiek.
De reeks kenmerkt zich door de spitse dialogen in Vlaamse spreektaal en de open, meer cartoony tekenstijl.[4]
Waar deel 1 het romantische element van de reeks meer naar voren schuift zet deel 2, Onthuld, de superkrachten vooral in de verf.
Fake Vintage Book Covers
Naast strips is Spaey ook erg bedrijvig in het tekenen van pin-ups, maar wel met een eigen twist. Geïnspireerd door de Amerikaanse pulp paperbacks uit de jaren twintig tot zestig van de vorige eeuw, bedenkt hij boekcovers voor boeken die nooit bestaan hebben.
Volgens de bekende ingrediënten van de pulp: een bloedmooie vrouw, een tot de verbeelding sprekende titel en een sensationeel tekstje. De titels en covers verwijzen veelvuldig naar popcultuur en bevatten vaak een humoristische toets of dubbele bodem. De afgebeelde vrouwen zijn getekend naar levend model.
Selectieve bibliografie
- Hoop (met David Safier). 2004, uitgeverij BeeDee. 48 pagina’s, grijstonen, SC. ISBN 90-77331-11-5
- Façade (met Steven Dupré). 2006, uitgeverij Oogachtend. 48 pagina’s, duotoon, HC. ISBN 9077549196
- Misschien (met Marc Legendre). 2011, VOS Uitgeverij. 48 pagina’s, full color, SC. ISBN 978-908142252-9
- Nooit (met Marc Legendre). 2011, VOS Uitgeverij. 48 pagina’s, full color, SC. ISBN 978-908142252-9
- Ooit (met Marc Legendre). 2011, VOS Uitgeverij. 72 pagina’s, full color, SC. ISBN 978-908142252-9
- Anders 1: Lars (met Bart Vaessen). 2014, VOS Uitgeverij. 48 pagina’s, full color, SC. ISBN 978-908213869-6
- Anders 2: Onthuld (met Bart Vaessen). 2015, VOS Uitgeverij. 48 pagina’s, full color, SC. ISBN 978-908223443-5
- Fake Vintage Book Covers 1: Striped For Pleasure. 2015, VOS Uitgeverij. 64 pagina’s, full color, HC. ISBN 978-908223442-8
- Fake Vintage Book Covers 2: Death Came Slow. 2016, VOS Uitgeverij. 64 pagina’s, full color, HC. ISBN 978-908223447-3