Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Kanaal Portsmouth-Arundel

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Het kanaal Portsmouth-Arundel was een kanaal in het zuiden van Engeland dat de steden Portsmouth en Arundel met elkaar verbond. Het kanaal werd door de Portsmouth & Arundel Navigation Company aangelegd en in 1823 opengesteld. Het kanaal was nooit een groot succes, waarna het in 1885 buiten gebruik werd genomen. De kanaalmaatschappij werd in 1892 geliquideerd. Het kanaal was onderdeel van een groter plan om een binnenlandse vaarroute mogelijk te maken, zodat men veilig van Londen naar Portsmouth kon varen. Hierdoor kon men per schip tussen de twee steden reizen zonder door Het Kanaal te varen, waar vijandelijke schepen konden zijn of natuurrampen konden plaatsvinden.

Tracé

Het tracé van het kanaal bestaat uit verschillende delen: van west naar oost zijn dit twee delen waar alle schepen konden varen, een op Portsea Island en een van de zeearm Chichester Harbour naar Chichester. Deze werden met elkaar verbonden door een gegraven vaargeul in de ondiepe zeearmen tussen Portsmouth en Chichester. Verder naar het oosten was er een trekvaart tussen Hunston aan het kanaal naar Chichester en Ford aan de rivier Arun. Over de rivier kon men verder varen naar Arundel.

Portsea Island

Bestand:Portsea islandcanal1815.jpg
Kaart van het geplande trace van het kanaal op Portsea Island

Het kanaal begon in Portsmouth met een havenbassin nabij het huidige winkelgebied Arundel Street en liep over Portsea Island naar Eastney Lake aan de zeearm Langstone Harbour. Dit deel van het kanaal werd gebouwd voor de toenmalige kleine schepen die tot 150 ton goederen konden vervoeren.

Getijdenkanalen

Het traject over Portsea Island was verbonden met Chichester Harbour en de rest van het kanaal door een 13 mijl lang tracé dat werd uitgebaggerd in verschillende zeearmen. Dit tracé liep ten noorden van Hayling Island, ten zuiden van Thorney Island (terwijl het oorspronkelijke plan was om langs de noordkant hiervan te gaan) en uiteindelijk door Chichester Harbour. Op dit tracé kon gebruik worden gemaakt van een stoomboot, de Egremont genaamd, die zes schuiten van veertig ton kon trekken. Ook werd de Ports Creek, die Portsea Island scheidde van het Engelse vasteland, tijdelijk bevaarbaar gemaakt door de kanaalcompagnie.

Van Birdham naar Hunston

Dit deel van het kanaal verbindt Birdham aan de zeearm Chichester Harbour met Hunston. In Hunston takte een kanaal af naar Chichester. Er zijn twee sluizen waarvan er een zeesluis is. Het kanaal is gebouwd voor de standaard kanaalschepen van die tijd met een diepgang van acht voet en een breedte van 46 voet en 8 inches.

Chichester

Het kanaal loopt vanaf de splitsing bij Hunston tot een havenbassin ten zuiden van de stad Chichester.

Van Hunston naar Ford

Dit deel van het kanaal liep vanaf Hunston naar Ford aan de Arun in West Sussex. Bij Ford lagen twee sluizen om het hoogteverschil van twaalf voet tussen het kanaal en het peil van de Arun te overbruggen.

Bestand:P&A betweenChichesterandArundelreduced.png
Kaart van het gedeelte tussen Chichester en de rivier Arun

Geschiedenis

Planning en bouw

Bestand:P&Aseal.PNG
Het zegel van de Portsmouth & Arundel Navigation Company

Het plan voor het kanaal was in 1815 bedacht en de Act of Parliament werd in 1817 aangenomen. Op dat moment werden de kosten geraamd op 119.000 pond, maar de raming steeg naar 125.452 pond in 1818. De bouw startte in 1818 en het kanaal was in 1823 gereed. De kosten bedroegen uiteindelijk 170.000 pond. De hoofdingenieur was James Hollinsworth die een jaarsalaris van 500 pond ontving.

Om water in het kanaal te laten stromen werd er in Ford een pomp geïnstalleerd om water uit de Arun in het kanaal te pompen. Omdat de rivier Arun in Ford een getijdenrivier is, stond de Act of Parlement alleen tussen twee uur voor vloed en een uur na eb toe om water uit de rivier Arun te halen. Dit moest voorkomen dat zout water in het kanaal kon stromen. Om het schip bevaarbaar te maken voor schepen met masten werden er op de tracés naar Chichester en op Portsea Island ijzeren draaibruggen geplaatst in plaats van de stenen boogbruggen, die gebruikelijk waren bij Britse kanalen.

Problemen en sluiting

Vanaf de openstelling werd het kanaal geplaagd door problemen. In 1827 moest er water uit het gedeelte op Portsea Island gepompt worden, omdat er geklaagd werd dat sommige waterputten in Portsmouth verzilt waren. In 1845 en 1851 werden stukken van het Portseatracé verkocht aan de London and Brighton Railway company.

In 1830 werd de tol verlaagd en korte tijd werd het kanaal meer bevaren, waaronder een transport van twintig ton marmer uit het Middellandse Zeegebied voor de Engelse koning. Hetzelfde jaar maakte het vervoerbedrijf de Ports Creek bevaarbaar, zodat schuiten ten noorden van Portsea Island naar de zeearm Portsmouth Harbour konden varen. Over het kanaal werden ook het goud en zilver voor de Bank of England vervoerd. Het kanaal kon niet concurreren met de routes over open zee en vanaf 1832 verzorgde de kanaalmaatschappij zelf al het vervoer op het kanaal. In 1847 was het kanaal, behalve de zijtak naar Chichester, niet meer bevaarbaar.

Latere activiteiten

Bestand:Portsea canal lock.JPG
Restanten van de zeesluis op Portsea Island

Een onderwerp van discussie was wie verantwoordelijk was voor het onderhoud van de bruggen op Portsea Island, totdat de kanaalmaatschappij zich vrijkocht van deze verplichting. Het gedeelte bij Chichester werd in 1892 overgedragen aan de Chichester Company. In datzelfde jaar werd de kanaalmaatschappij geliquideerd, hoewel het liquidatieverzoek al in 1888 was gedaan.

Na het faillissement van het vervoerbedrijf

Sommige delen van het traject bij Portsea waren in 2011 nog intact. De Portsmouth Direct Line, een directe spoorlijn van Portsmouth naar Londen, volgt tussen de stations Portsmouth & Southsea en Fratton de loop van het kanaal. Het jaagpad en de kanaalbedding vormen de achterste begrenzing van tuinen aan de zuidzijde van het oostelijk uiteinde van Locksway Road in Portsmouth. Restanten van de sluis te Langstone Harbour zijn nog te zien. De sluis kreeg in 1977 de een na hoogste monumentenstatus. In 1979 stemde de Portsmouth City Council in om in de volgende tien jaar 35.000 pond voor de restauratie van de sluis te reserveren.

Trivia

Het Wey-Arunkanaal is een ander onderdeel van het kanaal dat Londen met de marinebasis in Portsmouth moest verbinden.

Q7232508 op Wikidata  Intertaalkoppelingen via Wikidata (via reasonator)

rel=nofollow

Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen, noten en/of referenties
rel=nofollow