Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie en digitaal erfgoed, wenst u prettige feestdagen en een gelukkig 2025

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Jet van Dam van Isselt

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Mr. drs. Henriette van Dam van Isselt ('s-Gravenhage, 6 december 1895Amsterdam, 6 december 1972) was een Nederlands kunsthistorica, topambtenaar en vertaalster.

Biografie

Familie

Van Dam was een lid van de familie Van Dam van Isselt en een dochter van luitenant-generaal en directeur van de Hogere Krijgsschool Willem Edmond van Dam van Isselt (1870-1951) en Jacoba Rambonnet (1871-1940). Ze was een nicht (tantezegger) van kunstschilder Lucie van Dam van Isselt (1871-1949) en ze was een tante van de gelijknamige taalkundige Jet van Dam van Isselt (1941). Ze trouwde in 1922 met het Amsterdamse gemeenteraadslid, tevens Tweede Kamerlid en journalist, Asser Benjamin Kleerekoper (1880-1943) die in mei 1929 getroffen werd door een ziekte, jaren in het ziekenhuis verbleef en dat in oktober 1932 pas verliet, verlamd aan beide benen en inmiddels van haar - in juli 1930 - gescheiden. Van Dam hertrouwde niet.

Loopbaan

Van Dam studeerde rechten (promotie op stellingen in 1918 aan de Universiteit Utrecht) en kunstgeschiedenis. Na haar studie rechten ging ze werken op de gemeentesecretarie van Amsterdam. In 1923 werd ze daar benoemd tot hoofd Kunstzaken. Na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd Van Dam door de bezetter ontslagen omdat zij weigerde de loyaliteitsverklaring te tekenen. Tijdens die bezettingsjaren begon ze aan de studie kunstgeschiedenis die ze in 1949 afronddde. In september 1945 werd ze door minister Gerardus van der Leeuw en secretaris-generaal Hendrik Jan Reinink naar het ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen gehaald als hoofd van de afdeling Kunsten om gestalte te geven aan het volgens de minister (en PvdA-uitgangspunt) noodzakelijke actieve kunstbeleid. In 1947 werd ze op wachtgeld gezet door Van der Leeuws opvolger Jos Gielen (die geen voorstander was van het kunstbeleid van zijn voorganger), waarna ze haar studie kunstgeschiedenis vervolgde en naar Rome trok. In 1950 werd Van Dam benoemd tot secretaris (met als persoonlijke titel "tweede onderdirecteur") bij het Nederlands Instituut te Rome door Jan Josephus Poelhekke, de directeur; die functie behield ze tot haar pensioen in 1961. Ze was daarin een begeleider van op het instituut verblijvende studenten. Daarnaast werd zij grotendeels verantwoordelijk voor de implementatie van het cultureel akkoord dat in 1951 tussen Italië en Nederland werd gesloten. Toen haar collega Carel van Essen, onderdirecteur van het instituut, in 1963 overleed, wijdde Van Dam een in memoriam aan hem. Bij haar pensionering op het instituut schonk ze ongeveer honderd boeken en een kunstwerk van Koos Stroo aan het instituut.

Na haar pensionering

Na haar ambtelijke loopbaan vertaalde Van Dam enkele boeken, waaronder het tweede deel van de belangrijke autobiografie van de schilder Benvenuto Cellini, waarvan Corinna (Kennie) van Schendel, de dochter van schrijver Arthur van Schendel (1874-1946), het eerste boek vertaalde. Nadat ze ernstig last begon te krijgen van ouderdomskwalen en verlies van haar gezichtsvermogen, besloot ze in 1972 op haar 77e verjaardag een einde aan haar leven te maken. Postuum verschenen door haar gekozen, vertaalde en van een nawoord voorziene novellen van Matteo Bandello.

In 1955 werd dankzij haar het Morpurgo Studiereisfonds van de Universiteit van Amsterdam ingesteld waarmee door de UvA studentenreisbeurzen naar Italië worden toegekend. Frédéric Bastet wijdde aan haar het gedicht 'Via di Porta Pinciana. Hier woonde Jet van Dam van Isselt (Rome)' alsmede een in memoriam aan haar in het mededelingenblad van het Romeinse instituut. Haar kunstcollectie, waaronder een werk van Giorgio Morandi, vermaakte ze aan het Stedelijk Museum (Amsterdam).

Bibliografie

  • 'In memoriam Carel van Essen', in: Mededelingen van het Nederlands historisch instituut te Rome (1932).
  • [vertaling] Benvenuto Cellini, Het leven van Benvenuto Cellini. Amsterdam, 1969.
  • [vertaling] Matteo Bandello, Joyeuze novellen. Amsterdam, 1973.

Literatuur

  • F. Bastet, 'In Memoria di Henriette van Dam van Isselt', in: MNIR 37 (1975), p. 7-13.

Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen, noten en/of referenties
  • PiCarta
  • Nederland's Patriciaat 66 (1982), p. 16.
  • Institutum Neerlandicum MCMIV-MMIV: honderd jaar Nederlands Instituut te Rome. Hilversum, 2004, p. 89-90.
  • 'Amsterdams Universiteitsfonds', in: Spui 37 (2012) 2, p. 38.
rel=nofollow