Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Inleiding tot de genetica
Genetica is de bestudering van genen - wat ze zijn, wat ze doen en hoe ze werken. In deze inleiding tot de genetica wordt geprobeerd een beeld te geven van de vererving. Genen bestaan uit moleculen binnen de celkern die in elkaar 'gekronkeld' zijn op zo'n manier dat de volgorde informatie bevat. Deze informatie bepaalt welke fenotypen (eigenschappen) levende organismen vertonen. De informatie is verkregen van (of: beter gezegd, via) hun ouders en, als logisch gevolg daarvan, ook van voorgaande generaties. Om deze reden is het is het zo dat de nakomelingen bij seksuele voortplanting er net zo uitzien als hun ouders, en wel omdat de nakomelingen bepaalde genen van hun ouders hebben geërfd. Met genetica probeert men te achterhalen hoe eigenschappen van organismen van generatie op generatie overgaan. Ook wordt onderzocht hoe genen worden 'afgelezen' om te bepalen welke stoffen in de cel worden gemaakt en hoe een cel zich splitst - mitose of meiose.
Bepaalde fenotypen kunnen worden waargenomen, zoals oogkleur, terwijl andere alleen kunnen worden gemeten, bijvoorbeeld bloedgroep of intelligentie. Eigenschappen die door genen worden bepaald kunnen worden beïnvloed door de omgeving van het organisme (het milieu), bijvoorbeeld: haarkleur is erfelijk maar kan door veranderingen in het milieu (haarverf) veranderen. Een ander voorbeeld: de lengte van een persoon is afhankelijk van genen maar ook van voeding.
Genen bestaan uit DNA, dat verdeeld is in afzonderlijke delen, genaamd chromosomen. Mensen hebben 46 chromosomen die in 23 paren bij elkaar liggen (hoewel veel primaten 24 paren hebben). Tijdens de meiose worden speciale cellen gevormd, sperma bij mannelijke organismen en eicellen bij vrouwelijke organismen. Deze voortplantingscellen bestaan uit 23 chromosomen. Tijdens de bevruchting smelten deze twee cellen samen tot één nieuwe cel en vormen zo de zygote (waarin ook nog genetische recombinatie plaatsvindt). Zo ontstaat er een embryo met 23 chromsomenparen, van elke ouder een paar. Bij mitose worden cellen gesplitst maar blijven er 23 chromosomen bestaan.