Uitklappen
Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie en digitaal erfgoed, wenst u prettige feestdagen en een gelukkig 2025
rel=nofollow

Heffingsgrondslag

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Een heffingsgrondslag is een waarde (zoals het inkomen uit arbeid, of de verkoopwaarde van de eigen woning) waarover een belastingheffing of een premieheffing voor de sociale zekerheid wordt aangeslagen. De tarifiëring bepaalt vervolgens hoe hoog de aanslag uitvalt. Dat kan een eenvoudige rekensom zijn, maar in de praktijk worden onder meer tariefdifferentiatie, schalen, plafonds, belastingvrije voeten, vrijstellingen en aftrekposten gehanteerd, wat de berekening compliceert. In de sociale zekerheid komt het bovendien voor dat werkgever en werknemer ieder een deel van de premie afdragen.

Het belang van de heffingsgrondslag

Door het heffen van belastingen en sociale premies wordt hetgeen waarvan de waarde is berekend (arbeid, eigen woning) duurder. Daarvan zal dan mogelijk minder gebruik worden gemaakt. Dientengevolge kan men door de keuze van de heffingsgrondslag het economisch gedrag van bijvoorbeeld consumenten of producenten trachten te beïnvloeden. Door bijvoorbeeld een hoge accijns te leggen op sigaretten, hoopt de overheid het roken tegen te gaan. Wordt de loonbelasting verhoogd, dan zal er substitutie plaatsvinden van arbeid door concurrerende productiemiddelen.

Een bekend recept tegen conjuncturele werkloosheid is dan ook een combinatie van loonmatiging en belastingverlaging. De vraag naar arbeid wordt zo gestimuleerd, terwijl tegelijk de bestedingen niet worden ontmoedigd. In Nederland staat dit ook wel bekend als het Plan Schouten.[1] Een andere mogelijkheid is een combinatie van een vermindering van belasting en premies op het loon in combinatie met een verhoging van indirecte belastingen, in België bekend onder de naam Maribel-operatie[2].

De Belgische politieke partij Vivant is voorstander van het vervangen van loonlasten door een heffing op de toegevoegde waarde (productieheffing). In Nederland heeft GroenLinks enkele malen hetzelfde voorgesteld. Een dergelijke heffing is neutraal ten aanzien van de diverse productiefactoren en zou bij invoering de vraag naar arbeid vergroten.[3] De Nederlandse econoom Piet van Elswijk gaat nog een stap verder. In het Plan Van Elswijk wordt niet alleen een productieheffing ingevoerd, maar wordt van die heffing een vast bedrag per werkende afgetrokken. Met dit systeem zijn experimenten gehouden in Groningen en Rotterdam.[4][5]

Het Plan Bakhoven behelst een franchise voor de werkgeverspremies. Daardoor wordt laagbetaalde arbeid relatief goedkoper, wat volgens uiteenlopende berekeningen de verhoudingen op de arbeidsmarkt ten goede komt en de structurele werkloosheid vermindert.[6][7]

Een heel ander voorbeeld waarbij de keuze van de heffingsgrondslag een rol speelt is de kilometerheffing, een methode om het autogebruik terug te dringen met als einddoel een schoner milieu. De effectiviteit en de uitvoeringskosten worden afgewogen tegen alternatieven als brandstofaccijns en tolheffing.

Referenties