Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
HMAV Bounty
HMAV Bounty | ||
Kapitein Bligh wordt van de Bounty gezet | ||
Kapitein Bligh wordt van de Bounty gezet | ||
Carrière | ||
Werf | Blaydes Shipyard (Hull) | |
Gedoopt | 1784 (Bethia) | |
Omgedoopt | 1787 (Bounty) | |
Status | verbrand | |
Algemene kenmerken | ||
Tonnage | 220 ton | |
Vlag | Verenigd Koninkrijk | |
Lengte | 27,5 meter | |
Diepgang | 3,5 meter | |
Voortstuwing en vermogen | Windkracht |
HMAV Bounty was eerst een steenkoolkoopvaardijschip genaamd Bethia. Het was een relatief klein schip, uitgerust met slechts vier lichte kanons, het schip werd gebouwd in Hull in 1784. Toen de Britse Marine het op 26 mei 1787 kocht werd het hernoemd tot HMAV Bounty. HMAV staat voor His/Her Majesty’s Armed Vessel. Het werd voor een speciale missie naar Tahiti gestuurd.
Reis
De HMAV Bounty moest daar jonge broodboompjes halen en die naar de plantages in Brits West-Indië brengen, om daar als goedkope voedselbron te dienen voor de plantagewerkers. Lt. William Bligh werd als kapitein aangesteld voor de HMAV Bounty. Het schip verliet de haven van Spithead op 23 december 1787. Na een reis van 10 maanden kwam de Bounty op 26 oktober 1788 aan op Tahiti en gedurende vijf maanden werden de broodbomen verzameld die naar de Caraïben gebracht moesten worden. Gedurende deze periode mocht een deel van de bemanning aan wal wonen om voor de planten te zorgen. Dit deed de discipline en tucht geen goed, en drie bemanningsleden deserteerden enkele maanden voordat het tijdstip van vertrek aanbrak. Zij werden echter gevonden en gestraft. Churchill kreeg twee dozijn zweepslagen, Muspratt en Millward ieder vier dozijn, wat zware straffen waren. Op 4 april 1789 werd aan de terugreis naar Engeland begonnen.
Muiterij
Zie Muiterij op de Bounty voor het hoofdartikel over dit onderwerp. |
Op 28 april 1789 echter, drie weken na het vertrek uit Tahiti, leidde Fletcher Christian een muiterij tegen kapitein Bligh. Als oorzaak van de muiterij wordt vaak het tirannieke gedrag van Bligh genoemd en dat Christian zich boos en vernederd voelde door het gedrag van kapitein Bligh. In werkelijkheid was Bligh echter erg mild, en het is dan ook waarschijnlijker dat heimwee naar het seksparadijs Tahiti de oorzaak van de muiterij was.
Aan de andere kant is er het journaal dat de bootsmansmaat James Morrison bijhield, waarschijnlijk zonder medeweten van de kapitein. In dit journaal wordt vanaf het begin met bitterheid over Bligh gesproken.
Er waren op dat moment 44 bemanningsleden (twee waren reeds eerder overleden). Negentien man, waaronder de kapitein, werden overboord gezet in de sloep van de Bounty. Deze hadden natuurlijk geen deel aan de muiterij. Het is niet precies bekend wie van degenen die aan boord bleven, trouw waren aan kapitein Bligh en wie meededen aan de muiterij.
De reis van de sloep
Het lag misschien voor de hand dat kapitein Bligh naar het dichtstbijzijnde eiland zou varen. Eilanden waren er genoeg en de inboorlingen waren niet overal onvriendelijk. Tahiti lag ook nog op een redelijke afstand en had een loyale bevolking, maar het was wel tegen de wind in. Bligh wilde echter zo snel mogelijk teruggaan naar Engeland om verslag uit te brengen. Hij koos voor Timor - de dichtstbijzijnde plaats waar hij een schip hoopte te vinden om hem naar Engeland te brengen. Bligh was een zeer kundig zeeman, en het is dan ook waarschijnlijk daaraan te danken dat hij zijn avontuur in de sloep tot een goed einde heeft gebracht. Met verlies van slechts één man, John Norton, die kort na de muiterij door de bewoners van een eiland werd gedood, bereikte de sloep op 14 juni 1789 de Hollandse kolonie op Timor. Bligh kocht daar een schip, de Resource, om naar Batavia te reizen, en van daaraf boekte hij passage op een Hollands schip, de Vlydte, om naar Engeland te reizen. Op 14 maart 1790 zette hij voet op Engelse bodem en kon hij verslag uitbrengen van zijn avontuur.
De Bounty na de muiterij
Van degenen die op de Bounty achterbleven, is niet precies bekend wie een actief aandeel hadden in de muiterij. Er waren er wellicht die op het moment van de muiterij sliepen. Sommigen konden niet met de overbelaste sloep mee en anderen moesten aan boord blijven omdat ze op het schip niet gemist konden worden. Verondersteld wordt dat de officieren te verstandig waren om aan de muiterij mee te doen. In dat geval waren de schuldige muiters, behalve Christian, uitsluitend matrozen.
De Bounty zette na de muiterij via Tahiti koers naar het eiland Tubuai, maar die plek werd uiteindelijk niet veilig gevonden. Het schip vertrok na 3 maanden weer naar Tahiti. Daar werden 16 man aan land gezet en Fletcher Christian vertrok met 8 bemanningsleden, 6 Tahitaanse mannen en 12 Tahitaanse vrouwen (waarvan een met een baby).
De reden dat veel bemanningsleden ervoor kozen op Tahiti te blijven, was wellicht omdat men zich er thuis voelde. Het was echter ook duidelijk dat de admiraliteit hen het eerst op Tahiti zou zoeken. Voor de onschuldigen betekende een verblijf op Tahiti dan ook een goede kans om weer naar huis terug te keren. Voor de schuldigen ook, maar zij wisten dat in Engeland de strop wachtte.
Van degenen die met de Bounty wegvoeren kan worden aangenomen dat ze daarmee schuld bekenden, maar wellicht rekenden ze ook op een kans om het schip weer terug te veroveren of achtten ze het als hun plicht het schip trouw te blijven.
Pitcairn
Uiteindelijk, op 15 januari 1790, belandde het schip op Pitcairn. Omdat het schip niet verborgen kon worden, werd de Bounty leeggehaald, gesloopt en ten slotte verbrand in wat nu Bounty Bay heet. Het schip ligt daar nog steeds onder water. De scheepsbel van het schip hangt nu op het dorpsplein van Adamstown. Ook het anker is hier te vinden.
In sommige verfilmingen raakt het schip door een ongeluk in brand. Dit is dus niet juist. Het schip werd met opzet vernietigd.
Op Pitcairn hadden de muiters echter weinig rust. Door onderlinge twisten verloren de meeste mannen al spoedig het leven. Toen het eiland na 18 jaar werd ontdekt, was nog slechts één man, John Adams, in leven. De nakomelingen van de muiters wonen daar nog steeds.
In 1957 werd het schip teruggevonden door de Amerikaanse fotograaf Luis Marden.
De anderen
Van de 16 man die op Tahiti werden afgezet werden er 14 in het jaar 1791 opgepakt door de HMS Pandora die door de Britse admiraliteit achter de muiters van de HMAV Bounty was aangestuurd. De Pandora verging op de terugweg bij Torres Strait. De mannen die dit avontuur overleefden, werden in Engeland voor de krijgsraad gebracht. Drie van hen, Burkett, Ellison en Millward, werden op 29 oktober 1792 ter dood gebracht.
Replica's
Er zijn twee replica's gebouwd van de Bounty.
- De Bounty II werd in 1960 gebouwd. Deze werd 1962 gebruikt voor de verfilming van de muiterij in Mutiny on the Bounty (1962). Deze replica was wel veel groter dan het origineel.
- De Bounty III werd in 1979 gebouwd en in 1984 gebruikt in de film The Bounty.
Zie ook
- Muiterij op de Bounty
- Opvarenden van de Bounty
- Bounty eilanden, een eilandengroep die naar het schip is vernoemd
Zie ook de categorie met mediabestanden in verband met Mutiny on the Bounty op Wikimedia Commons.