Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Grande van Spanje
De waardigheid van Grande van Spanje (Spaans: Grandeza de España) is een eerbewijs dat vooral aan Spaanse edelen wordt toegekend. Het is de hoogste klasse van erkende titels binnen het Spaanse adellijke stelsel. Binnen de Spaanse adelstand maakt men onderscheid tussen de Grandes de España of rijksgroten en de getitelden van het Koninkrijk, de Títulos del Reino. Bekende grandes zijn de hertogen van Medinaceli, Osuna, Infantado, Albuquerque, Nájera, Frías en van Medina Sidonia. Ook de markiezen van Aguilar de Campoo, van Astorga, Santillana en van Los Vélez, de graven van Benavente, Lerín, Olivares, Orgaz en van Lemos zijn grandes.
De grandeza van Spanje is de oudste bestaande grandeza en groeit nog steeds langzaam door adelscreatie door de Spaanse kroon. De grandeza staat overigens los van de adeldom per se. De grande heeft voorrechten die een edelman niet van rechtswege toekomen. In principe is het mogelijk dat een burger de titel van een Grande verkrijgt. In de praktijk wordt de grandeza aan edelen toegekend.
Alle grandes worden door de koning als Mi Primo oftewel "Mijn Neef" aangesproken. Andere edelen worden in de correspondentie met mi pariente oftewel "mijn verwant" aangeduid. Het heraldische voorrecht dat aan de grandeza is verbonden, is dat men een rangkroon die één graad hoger is dan de werkelijke graad in de Spaanse adel, mag voeren. Zo zal een Spaanse graaf die een grande is boven zijn wapen een markiezenkroon plaatsen. Grandes worden aangesproken als "Excellentie" (Excelentísimo Señor of Excelentísima Señora).
Volgens Spaanse gewoonte draagt het hoofd van de familie de titels die hij of zij van een van beide ouders erft. Desgewenst kan de titularis bepaalde titels schenken aan wettelijke kinderen. Door dit systeem kunnen titels gecumuleerd worden, en zijn ze niet aan een familie gebonden. De overige leden van de familie zijn titelloos, maar worden wel gerekend tot het adellijk huis. Hierdoor ontstaat een zeer ingewikkeld systeem waarvan een paar families allerhande titels door elkaar voeren, over verschillende generaties. Daarnaast komen dan ook nog de titels die niet zijn opgenomen in de grandeza, maar wel erkend zijn. De titularis erft niet alleen de titels en voorrechten van zijn vader, maar ook het familiefortuin, archief, patrimonium en heerschap over het huis. Een vrouw kan haar titels doorgeven aan de volgende generatie, maar de familienaam sterft uit.
Klassen
Het gaat bij de grandeza om drie dingen: in de eerste plaats de eer en het recht om zich grande der Eerste Klasse, grande der Tweede Klasse of grande der Derde Klasse te noemen, het aan de grandeza verbonden recht om in aanwezigheid van de koning zijn hoed op het hoofd te mogen houden en een heraldisch voorrecht.
- De grande der Eerste Klasse
Deze grande sprak de koning met bedekt hoofd aan en luisterde met bedekt hoofd naar de woorden van de koning.
- De grande der Tweede Klasse
Deze grande sprak de koning met bedekt hoofd aan maar luisterde met onbedekt hoofd naar de woorden van de koning.
- De grande der Derde Klasse
Deze grande sprak de koning met onbedekt hoofd aan en wachtte op een koninklijk verlof om zijn hoofd te bedekken[1].
Privileges
Een grande van Spanje draagt de titel Excelentísimos Señor en hij heeft het recht om in het huwelijk te treden in bepaalde kerken die onder koninklijk patronaat staan zoals het Monasterio de la Encarnación en het Monastario de las Descalzas Reales.
De grandes kregen de titel van "Excellentie" of "Meest Excellente Señor" of Señora en mogen als vertegenwoordigers van de koning met een speciaal diplomatiek paspoort reizen[2]. Het paspoort heeft hetzelfde formaat als de andere door de Spaanse minister van Buitenlandse Zaken uitgegeven paspoorten maar de tekst is iets anders gesteld.
Het paspoort stelt letterlijk: "Su Majestad el Rey y en su nombre el Ministro de Asuntos Exteriores concede Pasaporte Diplomático al Exmo. Sr D. XXX, (Marqués) de YYY, Grande de España. Por lo tanto ordena a las Autoridades civiles y militares de España le dejen transitar libremente, y espera que las de los países extranjeros a donde se dirija no le pongan impedimento alguno en su viaje, antes bien, le den todo el favor y ayuda que necesitare por convenir así al bien del servicio nacional.[3]"
Een grande is hoger in rang dan wie dan ook in het Spaanse protocol en een baron-grande heeft aan het hof voorrang op een hertog. Een Spaanse grande volgt in rang op de infantes van Spanje; de kinderen van de koning en de prins van Asturië[4].
Spanje kent 404 grandes, daarbij moet worden bedacht dat sommigen meervoudig grande zijn. De 18e hertogin van Alva is recordhoudster, zij is vijftigmaal grande van Spanje. Het door Karel I ingestelde verschil tussen de klassen van de grandeza is al in de 19e eeuw vervallen.
Spanje kent, speciaal om de grandeza te regelen, naast een Raad van Adel ook een Raad van de Grandeza, de "La Diputacion y consejo de la Grandeza de España". In 1955 heeft een van de nazaten van een Gronings edelman[5], Johan Willem Ripperda bij deze raad het herstel van de in september 1732 ontnomen grandeza van zijn voorvader gevraagd. De procedures liepen tot 1982 maar zij waren niet succesvol.
Behalve de afwijkende rangkroon heeft een grande van Spanje het recht om rond zijn wapenschild een hermelijngevoerde scharlaken wapenmantel met paviljoen te hangen. Dit heraldische voorrecht komt anders alleen hertogen en prinsen toe.
Geschiedenis
De grandeza was de opvolger van de Ricoshombres, de hoge adel van Leon, Castilië, Aragon en Navarra, de voorgangers van het koninkrijk Spanje. De aanduiding grande werd in Spanje in eerste instantie gebruikt om onderscheid te maken tussen de meest vooraanstaande edelen, de "Grandes Señores del Reino" en de ricoshombres, de magnaten. Deze magnaten met hun grondbezit werden onderscheiden van de grote groep van soms straatarme maar desondanks adellijke hidalgos [6].
Gedurende de middeleeuwen werden de titels van graaf en hertog zelden verleend. Wanneer men deze hoge titels al verleende dan ging het niet om erfelijke titels. Tot in de 14e eeuw behielden de adellijke titels op het Iberisch schiereiland hun oude Karolingische betekenis van dienaar des konings, officier of bestuurder. De grandeza gaf ook in de middeleeuwen al aan of men in het bijzijn van de koning zijn hoofd bedekt mocht houden en of men in zijn aanwezigheid mocht zitten.
Het katholieke koningspaar, Ferdinand van Aragon en Isabella I van Castilië braken de macht van de adellijke grootgrondbezitters. Zij werden meer dan voorheen dienaren des konings maar zij waren geen machtsfactor met een territoriale feodale basis meer. De oude adellijke privileges en voorrechten bleven bestaan; belastingvrijheid, immuniteit voor arrestatie en gevangenhouding tenzij de Koning daarover persoonlijk had beslist, rechtsmacht waaronder hoge heerlijkheid in een bepaald gebied.
Karel I van Spanje, landsheer van de Nederlanden, die ook regeerde als keizer Karel V over het Heilige Roomse Rijk, stelde een duidelijk protocol in. Hij stelde vast dat het verlenen van grandeza het alleenrecht van de Spaanse Kroon is.
De eerste grandes werden door de pas op de Castiliaanse troon gezeten dynastie der Trastamara in 1369 benoemd. De ceremonie van de "cobertura" waarin de monarch een edelman met het bevel ¡Cubríos! oftewel "bedek u" in de grandeza verhief ontstond tijdens zijn regering. Karel schiep in de jaren 1520 tot 1555 vijfentwintig grandes.
Karel I van Spanje wilde zijn positie ten opzichte van de adel van Spanje duidelijker maken. Hij schiep daartoe de klassen der Títulos en Grandes.
Filips II van Spanje schiep tijdens zijn regering meerdere grandes en voerde de Grandes de Primera Clase in. Aan het einde van de 16e eeuw waren er veertig grandes. Daaronder vindt men de Hertogen van Veragua, afstammelingen van Christoffel Columbus. Zij werden in 1537 grande van Spanje.
In de 18e eeuw breidde de grandeza zich sterk uit, niet alleen Spaanse edelen als de Conde-Duque de Olivares en de Conde de Oñate werden grande, de titel werd op verzoek van Franse edellieden, allen pairs van Frankrijk, ook aan hen toegekend. Filips V van Spanje was een Bourbon en was in Frankrijk geboren. De edelen waren gesteld op de Spaanse titel omdat deze ook aan het Franse hof voorrechten met zich mee bracht. De hertog van Saint-Simon beschrijft in zijn memoires de voorrechten die de grandes aan het Spaanse en Franse hof genoten.
In de 19e eeuw werden vooral edelen, maar ook belangrijke militairen grande van Spanje. De 25 alleroudste families met grandeza, de Spaanse oeradel, de originele "sangre azul" begonnen zich nu te onderscheiden door zich als de " "Grandes de Inmemorial" aan te duiden. Deze aanduiding berust niet op de wet en zij is merkwaardig omdat de grandeza in 1525 werd ingevoerd en dus niet sinds "onheugelijke tijden" bestaat zoals het Spaanse woord "inmemorial" suggereert.
Teloorgang en herstel van de grandeza
Jozef Bonaparte, koning van Spanje, de broer van Napoleon, schafte de Grandeza af. In 1834 werd de Grandeza door de Bourbon-koning hersteld. In de kort daarvoor op 10 april 1834 ingestelde Eerste Kamer, deel van de Estatuto real, het Casa de los Proceres of Spaanse Hogerhuis kregen de Grandes voorrang op de andere edelen. Deze rol in de Spaanse volksvertegenwoordiging behielden zij totdat in 1873 de Eerste Spaanse Republiek werd ingevoerd. De republiek hief de grandeze op. Koning Alfons XIII van Spanje stelde haar wederom, maar nu zonder vertegenwoordiging in het parlement, weer in.
In 1931 schafte de Tweede Spaanse Republiek de grandeza wederom af. Artikel 25 van de republikeinse grondwet van 1931 stelde vast dat de Spaanse Republiek geen adeldom en Grandeza kende. Na de Spaanse Burgeroorlog herstelde Francisco Franco de grandeza weer in 1948. In 1947 werd de wet op de opvolging, de "Ley de Sucesión en la Jefatura del Estado" aangenomen. Franco bleef "caudillo" van een koninkrijk[7] waarvan de troon vacant bleef. De wet van 1948 herstelde behalve de grandeza ook de adeldom. De caudillo verleende, in afwezigheid van een koning, adeldom en grandeza[8].
Koning Juan Carlos I van Spanje bevestigde de voorrechten van de grandes en de grandeza in een decreet. De eerste premier van het moderne democratische Spanje, Adolfo Suárez, werd door koning Juan Carlos in de adelstand verheven als hertog en hij werd grande van Spanje. Zijn voorganger, de nog door Franco benoemde Carlos Arias Navarro, was door de koning tot markies verheven en ook hij werd grande.
In artikel 62 van de huidige Spaanse Grondwet, aangenomen in 1978, wordt de Spaanse koning de Derecho de Gracia genoemd. Deze met "bron van eerbewijzen" te vertalen uitdrukking houdt in dat voorrechten, eerbewijzen en adeldom ontleend worden aan het koningschap. De Spaanse koning is staatsrechtelijk ook de Fons honorum en de door hem verleende eerbewijzen worden internationaal erkend.
Lijst van Grandes van Spanje
Hertogen
Een hertog wordt beschouwd als de hoogste rang die mogelijk is. Hogere titels behoren aan de kroon. Deze hertogen worden aangesproken met Uwe Illustere Hoogheid. Een Spaanse hertog maakt per definitie deel uit van de Grandeza Española. Oorspronkelijk waren de titels verbonden aan een fysiek hertogdom, bestuurd door de hertog. Deze zetelde in de hoofdstad, waar het hertogelijk paleis zich bevindt. Deze oude paleizen bestaan nog steeds en sommige families bezitten dan ook verschillende paleizen over heel Spanje. Er bestaan ano 2012 ca 153 hertogdommen die worden gedragen door 100 oude families. De titels die het meest aanzien genieten zijn de hertogdommen van Alva de Tormes, Medina-Sidonia, Medinaceli, Osuna, Moctezuma de Tultengo en Alburquerque. Deze titels zijn sinds eeuwen belangrijk voor de machtsverdeling in Spanje. Vele ambassadeurs en landvoogden werden gekozen uit deze hoogadellijke huizen. Om hun macht te bewaren, huwden deze families met elkaar, waardoor de landerijen, rijkdom en prestige zich per generatie uitbreidden. Nog steeds worden deze families Europees verbonden aan strikt katholieke adellijke families. Weinig families hebben nog veel landerijen, maar bezitten wel aanzienlijke collecties met eeuwenoud patrimonium en erfgoed. Deze zijn meestal ondergebracht in een familiale stichting zodat de komende generaties deze goederen kunnen doorgeven.
Daarnaast werden ook buitenlandse edelen toegevoegd aan de grandeza bij koninklijk decreet, deze uitzonderlijke gunst werd verleend aan de hertog van Saint-Simon, Louis de Rouvroy. Deze edelen vielen vaak tijdens de Franse Revolutie of verdwenen in een moderne republiek. In de Nieuwe Rijken werd eveneens een grandeza ingevoerd, naar Spaans model.
- Gebruik: José Manuel II Zuleta, is de 15de Hertog van Abrantes.
Titel | Huis | Nummer | huidig titularis |
---|---|---|---|
Hertog van Abrantes | Zuleta | XVe | Jozef Manuel II |
Hertog van Ahumada | de Guzman | VIe | Frans Javier |
Hertog van Alburquerque | Osorio | XIXe | Juan Miguel |
Hertog van Alcalá de los Gazules | Fernández de Córdoba | XVI | Victoria Eugenia |
Hertog van Algeciras | López de Carrizosa | IIIe | Ricardo |
Hertog van Algete | Osorio | IXe | Juan Miguel |
Hertog van Aliaga | de Irujo | XVIIIe | Alfons Martinez |
Hertog van Almazán | vacant | ||
Hertog van Almazán de Saint Priest | Castellane | IIIe | Beatrix |
Hertog van Almenara Alta | Martorell | VIIe | Maria Soledad |
Hertog van Almodóvar del Río | de Hoyos | XIVe | Maria-Isabella |
Hertog van Almodóvar del Valle | Martel | IVe | Alfons |
Hertog van Alva de Tormes | Fitz-James Stuart | XVIIIe | Carlos II |
Hertog van Amalfi | Seoane | VIIe | Íñigo |
Hertog van Andría | Roca de Togores | IV | María Teresa |
Hertog van Ansola | Walford Hawkins | V | María Cecilia |
Hertog van Aveyro | de Carvajal | V | Lodewijk James |
Hertog van Arcos | Solís-Beaumont | XVIIe | Ángela María |
Hertog van Arjona | Fitz-James Stuart | IIIe | Carlos II |
Hertog van Arévalo del Rey | de Lojendio | Ve | Jean-Paul |
Hertog van Atrisco | Barón | XIIIe | Adelaide |
Hertog van Berwick | Fitz-James Stuart | XIIe | Jacob |
Hertog van Béjar | de Alcántara Roca de Togores | XXe | Pieter |
Hertog van Camiña | Fernández de Córdoba | XIV | Victoria Eugenia |
Hertog van Ciudad Real | Fernández de Córdoba | XIII | Victoria Eugenia |
Hertog van Dato | Espinosa de los Monteros | V | Eduardo II |
Hertog van Denia en Tarifa | Fernández de Córdoba | IV | Victoria Eugenia |
Hertog van Dúrcal | Patiño | IVe | Marie-Christine |
Hertog van Escalona | de Borja de Soto | XXe | Frans |
Hertog van Feria | de Medina | XXe | Rafael III de Medina |
Hertog van Franco | Francisco Franco | ||
Hertog van Gandía | Téllez-Girón | XIIIe | Ángela María |
Hertog van Huéscar | Fitz-James Stuart | XVIIe | Karel |
Hertog van Híjar | |||
Hertog van La Alcudia | Rúspoli | Ve | Carlos III |
Hertog van La Palata | |||
Hertog van Lerma | |||
Hertog van Liria en Jérica | Fitz-James Stuart | XIe | Carlos II |
Hertog van Marchena | Walford Hawkins | IV | Jan-Jacob |
Hertog van Medina de Rioseco | Téllez-Girón | XXIIe | Ángela María |
Hertog van Medina Sidonia | González de Gregorio | XXIIe | Leonicio |
Hertog van Medinaceli | Fernández de Córdoba | XVIIIe | Victoria Eugenia |
Hertog van Montoro | de Irujo | XIIe | Eugenia Martínez |
Hertog van Orognia | Fitz-James Stuart | XIXe | Carlos II |
Hertog van Osuna | Téllez-Girón | XVIe | Ángela María |
Hertog van Baena | |||
Hertog van Bailén | |||
Hertog van Bivona | |||
Hertog van Bournonville | |||
Hertog van Calvo Sotelo | |||
Hertog van Carrero Blanco | |||
Hertog van los Castillejos | |||
Hertog van Castro-Enríquez | |||
Hertog van Caylus | |||
Hertog van Ciudad Rodrigo | |||
Hertog van la Conquista | |||
Hertog van Cánovas del Castillo | |||
Hertog van Dato | |||
Hertog van Estremera | |||
Hertog van Elío | |||
Hertog van Parcent |
- Pinohermoso
- Plasencia
- Prim
- Regla
- Hertog van San Carlos
- Sanlúcar la Mayor
- Santisteban del Puerto
- Sessa
- Segorbe
- Sotomayor
- Hertog van Suárez
- Uceda
- Vista Alegre
- Vistahermosa
- Zaragoza
Markiezen
Van de meer dan 1371 markiezen zijn er slechts 141 die geklasseerd zijn bij de grandeza
Titel | Huis | Nummer | huidig titularis |
---|---|---|---|
Markies van Aguilar de Campoo | del Pilar | XIVe | María del Pilar de las Morenas y Travesedo |
Markies van Albayda | |||
Markies van Albudeyte | |||
Markies van Alcañices | |||
Markies van Alcedo | |||
Markies van Aldama | |||
Markies van Astorga | XXe | María del Pilar Paloma de Casanova-Cárdenas y Barón | |
Markies van Aitona | |||
Markies van Argüeso | |||
Markies van Carpio | |||
Markies van Estella | |||
Markies van Foronda | |||
Markies van Jabalquinto | |||
Markies van Leganés | |||
Markies van Malferit | |||
Markies van Priego | |||
Markies van Puebla de los Infantes, de la | |||
Markies van San Vicente del Barco | |||
Markies van Torrecilla, de la | |||
Markies van Villafranca del Bierzo | |||
Markies van Vélez, de los |
Graven
Enkel het hoofd van de familie draagt de grafelijke titel, zoals een earl.
- Graaf van Aranda
- Graaf van Benavente
- Graaf van Miranda del Castañar
- Graaf van Monterrey
- Graaf van Palma del Río
- Graaf van Salvatierra
- Graaf van Siruela
- Graaf van Santa Gadea
- Graaf van Olivares
- Graaf van Osorno
- Graaf van Lerín
- Graaf van Lemos
Zie ook
Externe links
Bronvermelding
Bronnen, noten en/of referenties:
- º "those who awaited the permission of the king before covering themselves"
- º Koninklijk Decreet1023/1984
- º Zijne Majesteit de Koning en in zijn naam de Minister van Buitenlandse Zaken verleende dit paspoort aan Zijne Excellente Heer D(on). ........ Grande van Spanje. De Koning beveelt de Spaanse civiele en militaire autoriteiten de drager van dit paspoort vrije doorgang te verlenen op zijn reizen en hij verwacht dat men hem overal de ondersteuning zal verlenen die hij op zijn reis nodig heeft om het belang van de natie te dienen (Vertaling door Robert Prummel)
- º La Grandeza de España es la Título nobiliario y dignidad máxima de la nobleza española, inmediatamente después de la de infante de España, que es la que corresponde a los hijos del rey y a los hijos de los príncipes de Asturias.
- º Don Isidro .....
- º Selden: "an additional individual dignity not only to all dukes, but to some marquesses and condes also" (Titles of Honor, ed. 1672, p. 478).
- º "La jefatura del estado le corresponde al Caudillo de España y de la Cruzada, Generalísimo de los Ejércitos Don Francisco Franco Bahamonde"
- º Artikel 2: desde entonces Francisco Franco se arrogó el derecho de reconocer y conceder títulos nobiliarios.