Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Goede trouw

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Goede trouw is een juridisch begrip en zou vrij vertaald kunnen worden met “handelend vanuit zuivere motieven”.

De vraag of een persoon te goeder trouw is komt aan de orde in gevallen waarin de rechtsverhouding niet zo is, als deze lijkt te zijn. In bepaalde, in de wet geregelde gevallen wordt de persoon die uitgaat van een verkeerde voorstelling van de rechtsverhouding toch beschermd, mits hij te goeder trouw is. Is hij niet te goeder trouw, dan geldt de werkelijke rechtsverhouding onverkort en wordt hij niet beschermd.

Het leerstuk van de goede trouw is verwant met dwaling, zij het dat dwaling alleen van toepassing is op het sluiten van overeenkomsten, daar waar goede trouw bij diverse typen rechtshandelingen aan de orde kan komen.

In het oude BW (voor 1992) had goede trouw nog een ruimere betekenis, nl. ook die wat men later ging aanduiden met redelijkheid en billijkheid.


Goede trouw in het Nederlandse Burgerlijk Wetboek

Het Nederlandse Burgerlijk Wetboek bevat geen algemene, positieve definitie van het begrip “goede trouw", maar wel een negatieve definitie. In art 3:11 van het Burgerlijk Wetboek is bepaald dat goede trouw van een persoon ontbreekt, indien hij van de werkelijke feiten of juridische verhouding op de hoogte is, of indien hij deze had moeten kennen. Dit laatste criterium is gebaseerd op de gedachte dat men zich niet bewust onwetend mag houden van de werkelijke feiten, door ieder onderzoek na te laten. Daarnaast bepaalt art 3:11 BW dat goede trouw ontbreekt indien onderzoek onmogelijk is, maar men wel reden heeft om te twijfelen aan de juistheid van de schijnbare feiten of juridische verhouding. Wie besluit om een risico te nemen, wordt dus niet beschermd op basis van goede trouw.

Voorbeeld naar Nederlands recht

Als iemand een roerende zaak zoals een auto van een ander koopt, dan is hij niet te goeder trouw, als hij weet, dat de verkoper niet de rechtmatige eigenaar is, maar de auto bijvoorbeeld heeft geleend of gehuurd. Maar dat is niet alles. De koper moet soms ook onderzoeken, of de verkoper die auto wel mag verkopen. Voor de aankoop van een auto heeft de rechtspraak bepaald, dat een onderzoek naar de kentekenpapieren het minimum is. Als er een goede reden bestaat, om te twijfelen aan de bevoegdheid van de verkoper, is een nader onderzoek altijd geboden. Dat doet zich bijvoorbeeld voor, als het kenteken niet op naam van de verkoper staat, die zich natuurlijk ook moet legitimeren.

Als de goede trouw bij de koper ontbreekt, kan de werkelijke eigenaar deze altijd terugvorderen van de koper. Revindicatie heet dat. Is wel sprake van goede trouw bij de koper, dan wordt deze beschermd tegen een terugvordering door de eigenaar. In dat geval heeft een rechtsgeldige overdracht van de eigendom plaats gevonden. De uitzondering daarop is weer de situatie, dat de eigenaar de auto door diefstal is kwijtgeraakt. In dat geval kan deze gedurende drie jaren na de diefstal de auto opvorderen van een ieder, die deze in bezit heeft.


Goede Trouw in het Belgische Burgerlijk Wetboek

Hoewel verschillende artikelen van het Belgische Burgerlijk Wetboek verwijzen naar de goede trouw, bevat het Belgische Burgerlijk Wetboek geen definitie.

In de literatuur wordt onderscheid gemaakt tussen subjectieve goede trouw en objectieve goede trouw. Subjectieve goede trouw houdt in, dat de persoon vanuit zijn wetenschap en en beweegredenen te goeder trouw handelt, terwijl objectieve goede trouw inhoudt dat een persoon slechts te goeder trouw wordt geacht indien een normaal voorzichtige en redelijk handelende persoon onder gelijke omstandigheden tot dezelfde handeling gekomen zou kunnen zijn.

In de rechtspraak is (nog) niet uitgemaakt welke variant in zijn algemeenheid geldend recht is.