Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie en digitaal erfgoed, wenst u prettige feestdagen en een gelukkig 2025

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Gellius Faber de Bouma

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Gellius (ook: Aegidius) Faber de Bouma (ook: ...van Bouma), verlatijnst van Jelle Smit (mogelijk Leeuwarden, ca. 1490 – Emden, 2 juni 1564) was een Fries priester en later hervormer.

Loopbaan

Hij werd rond 1516 predikant in Jelsum en preekte in protestantse stijl. Hij wordt beschouwd als een voorloper van de Friese Reformatie. Rond 1530 werd hij nog niet vervolgd door de kerkelijke autoriteiten.

Faber de Bouma legde in 1536 het priesterschap neer, hetzelfde jaar als Menno Simons. Hij vluchtte naar Oost-Friesland, waar hij predikant werd in Norden. In 1538 werd hij naar Emden geroepen, waar hij tot aan zijn dood een invloedrijke figuur in de gereformeerde gemeente bleef.

Hij onderscheidde zich door zijn eruditie en verwierf grote invloed op de Oost-Friese kerk door zijn geschriften en prediking tijdens de theologische onenigheden van die tijd, die werden veroorzaakt door de kerkorde van Lüneburg, die geschreven was in een strikt lutherse geest. Dit betrof in het bijzonder de leer van het Avondmaal, waarover Johannes à Lasco, predikant in Emden sinds 1543, het eens was met Zwingli. Hoewel Faber het verder eens was met zijn collega, probeerde hij de lutheranen met elkaar te verzoenen door een enigszins vage en dubbelzinnige versie van de leer van het Avondmaal op te stellen, om zo het geschil te sussen. Hoewel hij zich enkel liet leiden door de beste bedoelingen van vredelievendheid, veroorzaakte zijn uitleg de argwaan van de lutheranen. Ook toen op een vergadering die in 1552 in Wirdum werd gehouden om de geschillen over de leer van Christus’ aanwezigheid in het Avondmaal op te lossen, probeerde hij ook een gelijkaardige dubbelzinnige formulering op te nemen in de catechismus die hij in 1553 opstelde. Maar zodra à Lasco, die van een verblijf in Engeland terugkeerde naar Emden, stopte hij de uitgave van deze catechismus, die al onder het toezicht van Albert Hardenberg in Bremen was begonnen, en legde de zaak voor aan het regionale kerkbestuur, de Oost-Friese Coetus. Hoewel deze vergadering zich genegen toonde om zowel een grote als een kleine catechismus van Gellius uit te geven, zag Gellius zelf onder deze omstandigheden van zijn voornemen af en gaf samen met Johannes à Lasco en Hermann Braß de Oost-Friese of kleine catechismus uit, die in 1554 verscheen. Lang na zijn overlijden werd ook de oorspronkelijk door hem opgestelde catechismus in druk uitgegeven. Naast dit werk heeft de Oost-Friese Kerk enkele van haar gezangen aan hem te danken.

In 1551 liet hij in Maagdenburg een verdediging tegen de wederdopers drukken. Ook dit werk ademde, zoals zijn hele oeuvre, de geest van mildheid en liefde voor vrede, en daarom sloot hij zich aan bij de beweging binnen de Protestantse Kerk die haar leiders zag in Melanchthon en Bucer. Hij en Menno Simons hadden tijdens hun ballingschap hevige theologische disputen met elkaar, onder meer over de roeping van predikanten.

Gellius had twee zonen: Assuerus (overleden in 1575) en Petrus (overleden in 1604).

Bronnen en weblinks

rel=nofollow