Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Francis Driscoll Flinn
Francis Driscoll Flinn (Ilford, 14 juni 1916 - 16 november 2013) was de langstlevende man die als krijgsgevangene uit Slot Colditz ontsnapte.
Biografie
Flinn kwam in 1935 bij de RAF en werd ingedeeld bij het No 42 Squadron. In januari 1937 werd hij sergeant piloot waarna hij vloog met Vildebeest torpedo bommenwerpers, die in licentie door CASA werden gebouwd. Vanaf 1 april 1940 vloog hij in Bristol Beauforts boven Het Kanaal. Op 4 juli 1940 werd hij door een Messerschmitt Bf 109 neergeschoten bij de Belgische kust. Hij en zijn drie bemanningsleden konden zich redden in een bootje maar werden later gearresteerd. Eind oktober werd hij naar Oflag IXA in Spangenberg overgeplaatst. Vanaf toen werd hij Errol genoemd.
Tijdens transport naar een volgend kamp op 4 maart 1941 probeerde hij te ontsnappen. Na arrestatie stond hij bekend als een felle anti-nazi en vluchtgevaarlijk. Drie weken later ontsnapte hij met twee collega's weer, verkleed als Duitse Luftwaffe. Ze bereikten het vliegveld van Graudenz, een Poolse stad die sinds 1939 door nazi-Duitsland bezet was. Ze probeerden een Heinkel te stelen en zaten al in de cockpit toen ze gearresteerd werden. Hierna werd Errol naar Slot Colditz gebracht.
Colditz
Al in april 1941 behoorde Flinn tot een groepje van 10 mannen dat probeerde een tunnel te graven om te ontsnappen. Hij werd betrapt en kreeg eenzame opsluiting. Begin 1942 werd hij weer betrapt, ditmaal op het besneeuwde dak van de kantine. Weer kreeg hij eenzame opsluiting. Onderweg naar de rechtbank ontsnapte hij. Hij werd werd gearresteerd en kreeg 171 dagen eenzame opsluiting. In die periode maakte hij een goed plan. Hij zou zich voordoen als geestelijk gestoord. Een jaar lang hield hij dat vol. Hij hing zichzelf op in de toiletten, maar werd op tijd 'gered' door een Franse collega. De Duitsers plaatsten hem over naar een concentratiekamp, waar Flinn zijn gezond verstand terugvond, zodat hij weer terug naar Colditz werd geplaatst.
Daar deed Flinn zich weer gestoord voor, zodat hij uiteindelijk naar een ziekenhuis in Leipzig werd overgeplaatst. In de trein daarheen viel hij een medegevangene aan. In mei 1944 werd besloten om hem te repatriëren.
In september 1944 kwam hij in Engeland terug. Na een verblijf in een ziekenhuis werd hij eind 1945 door de RAF ontslagen.
- 31-07-1941: mislukte poging met Lt. Peter Allan, Lt. E. Arcq, Lt. Barton, Lt. Alan Cheetham, Lt. T. Elliott, Lt. Hyde-Thomson, de Poolse Cadet Officer Karpf, Lt. Middleton en de Belg Lt. Verkest;
- 14-01-1942: betrapt op de kantine;
- 02-03-1942: met Cadet Officer C. Linck ontsnapt op weg naar de rechtbank; opnieuw gevangen genomen;
- 04-04-1942: betrapt;
- 05-05-1944: gerepatrieerd met Lt. J. Barnett en Lt. M. Wynn.
Na de oorlog
Flinn zette na de oorlog een eigen bedrijf in St Helens op, waar stroop voor de ijsjesindustrie werd gemaakt. Later opende hij een winkel in keukenartikelen in Southport. Hij ging in 1970 met pensioen.
Hij was getrouwd en had twee zonen.