Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Ferdinand Vermeulen Krieger
Petro Ferdinandus (Ferdinand) Vermeulen Krieger (Schleichen , 11 maart 1782) - Etten, 27 september 1865) was een Nederlands luitenant-kolonel in het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger.
Vroege jaren
Vermeulen Krieger verloor al jong zijn ouders, verliet zijn geboorteplaats en trad op 14-jarige leeftijd in dienst van het leger waar hij zijn opvoeding voltooide. Hij werd geplaatst in de koninklijke garde te Den Haag en nam in 1806, 1808 en 1812 met hen en onder commando van Koning Lodewijk Napoleon Bonaparte deel aan diverse veldtochten in Pruisen en Rusland. Tijdens deze periode werd hij diverse malen bevorderd en ontving hij een zilveren eremedaille voor heldhaftig gedrag. Door de Russen werd hij krijgsgevangen genomen, maar keerde in 1814 in Nederland terug.
Rusland
Voor de tocht naar Rusland, onder Napoleon Bonaparte, vormden enorme legereenheden zich tot een reusachtig geheel. Polen, Portugezen, Oostenrijkers, Spanjaarden enz., oud en jong, koningen en bedelaars; meer dan een half miljoen tot de tanden gewapende soldaten rukten naar de grenzen van het kolossale Rusland, dat het gewaagd had zich te verzetten tegen de wetten van een Napoleon. Vermeulen Krieger, inmiddels tot tweede luitenant bevorderd, werd ingedeeld bij de derde brigade der 12de divisie van het negende legercorps, door maarschalk Claude Victor-Perrin aangevoerd. Het leger leed een echec en de winter van 1812-1813 bracht Vermeulen Krieger door in Witebsk. Pas op de derde september 1814 betrad hij weer de vaderlandse bodem.
Nederlands-Indië
Niet lang hierna werd hij bevorderd tot eerste luitenant. Tijdens de slag bij Waterloo bleef Vermeulen Krieger op de rand van het slagveld in reserve, maar rukte na de veldslag met de voorhoede op, nam een werkzaam deel aan de inname van Le Quesnoy en Valencijn, en keerde daarna naar Nederland terug.
Op 15 oktober 1815 kreeg de Indiaansche Brigade, gecommandeerd door luitenant gemeraal Carl Heinrich Wilhelm Anthing bevel om in te schepen op het eskader dat te Nieuwediep klaar lag; pas de tiende juni 1816 kwamen de schepen te Batavia aan. In juni 1817 kwam de tijding dat er op Saparoea een opstand was uitgebroken en een militaire expeditie gezonden zou worden, waar Vermeulen Krieger, inmiddels tot kapitein benoemd, deel van uit zou maken. Alle blanken te Saparoea waren afgemaakt en deze moord was het sein tot een algemene opstand. Een eerdere exeditie was ten onder gegaan. Een tweede, in oktober 1817 gezonden met Vermeulen Krieger en Toontje Poland behaalde op de 5de november een succes. Er volgden nog enige bloedige gevechten, waarbij ook Vermeulen Krieger gewond raakte maar waar hij ook de bijnaam "de held van Saparoea" verkreeg en gouverneur generaal Godert van der Capellen hem de verzekering gaf dat hij "loon na werken" zou krijgen en hem tot commandant van Cheribon benoemde. Op 1 januari 1819 volgde zijn bevordering tot majoor en benoeming tot ridder in de Militaire Willems-Orde vierde klasse voor zijn moedige gedrag te Saparoea. Wederom voerde majoor Vermeulem Krieger vele gevechten tegen opstandige gebiedsdelen. Voor zijn verrichtingen te Malakka ontving hij in 1820 de Militaire Willems-Orde derde klasse. Hierna vertrok hij met verlof (in januari 1822) naar Nederland. Na de dood van zijn vrouw, toen Vermeulen Krieger rusteloos begon te worden,in 1826, benoemde koning Willem I der Nederlanden hem tot commandant van een op te richten corps jagers, bestemd om Diponegoro te Java uit zijn laatste schuilhoek te verdrijven en aan de langdurige oorlog een einde te maken. Maar toen Vermeulen Krieger te Batavia aankwam was de Java-oorlog juist beëindigd.
Sumatra, de Padri-oorlog
Zolang Bondjol (zie Verovering van Bondjol) nog niet genomen was, konden de padries nog niet onderworpen heten. Van Bondjol gingen alle bevelen van de vijand uit over het gehele land. Het banen van de weg naar dit versterkte punt werd aan Krieger opgedragen en ook hier behaalde hij grote successen en naar aanleiding daarvan werd hem opgedragen om, in afwezigheid van majoor De Quay, ook het civiel gezag der bovenlanden op zich te nemen (1832).
Opstand in 1833
Enkele hoofden bereidden echter een opstand voor. In 1833 bleek dat de gehele bezetting van Bondjol was vermoord en alle toegangswegen waren afgesloten. Het detachement van Vermeulen Krieger was ingesloten. Met een wisse dood bedreigd waagde Vermeulen Krieger een ontsnappingspoging. Dat deze tocht over bergen en door dalen, constant onder vuur van de vijand, die dagen duurde en waarbij 63 man van de oorspronkelijke groep van 80 jagers sneuvelden gelukte, was te danken aan Vermeulen Krieger. Hij ontving nu het bevel te Batavia het commando over het zevende bataljon infanterie op zich te nemen. Deze degradatie had hij te danken aan zijn kritiek op het gouvernement dat de opstand een gevolg was geweest van de aanhoudende koeliediensten die van de bevolking werden gevorderd.
Latere leven
Krieger stond een half jaar aan het hoofd van het zevende bataljon en werd toen met het commando belast van de troepen die de Vorstenlanden bezetten. Hij besloot toen de dienst te verlaten en zond in april 1834 zijn verzoek om pensioen in. De officiële redenen die hij noemde waren dat hij de leeftijd van 52 jaar bereikt had, ruim 57 dienstjaren telde, 22 veldslagen of belangrijke gevechten meegemaakt had en 4 keer gewond was geraakt. Redenen die niet in het verzoekschrift gemeld werden waren dat Krieger geen enkel blijk van de regering had ontvangen dat zijn diensten op prijs waren gesteld. Waarom gaf men de luitenant-kolonel van 1829 in 1834 niet de rang van kolonel? Ook had men hem niet andermaal naar Sumatra gezonden, nadat generaal Carel Jan Riesz in zijn rapport zich zeer gunstig over Kriegers militaire handelingen en politieke inzichten had uitgelaten. Ook zijn mening dat een waardig gouvernement zijn trouwe soldaten niet als huurlingen diende te behandelen en de goede militaire geest niet diende te doden door de "eigen verstikkende koopmansgeest" werd hem niet in dank afgenomen. Koning Willem II der Nederlanden miskende Vermeulen Krieger echter niet en schonk hem het ridderkruis der Orde van de Eikenkroon.
Portaal KNIL |
Bronnen, noten en/of referenties
|