Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Fabliau
Een fabliau (boerde of sproke) is een literair genre. Het is een grof, humoristisch, kort verhaal in versvorm, dat op een realistische manier omgaat met stereotiepe personages uit de middenklasse. Die zijn betrokken in seksuele intriges of ze hebben te maken met obscene of scatologische streken. Een fabliau heeft de bedoeling het publiek te amuseren.[1][2] In het middeleeuwse Frankrijk werden ze vooral populair gemaakt door troubadours of trouvères.[3]
Het is niet helemaal duidelijk of de fabliau een tijdverdrijf was van de hogere klassen, om de spot te drijven met hun sociaal ondergeschikten, of van de midden- en lagere klassen om de draak te steken met zichzelf.
Giovanni Boccaccio herwerkte fabliaux voor zijn Decamerone. Geoffrey Chaucer herschreef fabliaux in rijmende Middelengelse pentameters voor een aantal verhalen uit zijn Canterbury Tales, onder andere voor de Miller’s Tale (Verhaal van de Molenaar) en de Reeve’s Tale (Verhaal van de Baljuw).[2]
Vorm
Behalve een paar uitzonderingen zijn de Oudfranse fabliaux geschreven in achtlettergrepige coupletten. De meeste fabliaux zijn 200 tot 400 versregels lang, maar er zijn uitzonderingen van minder dan 20 en meer dan 1300 versregels.[4]
Oorsprong van de fabliau
De Oudfranse fabliau was populair in de periode tussen 1200 en 1350. Er zijn ongeveer 150 fabliaux uit die tijd geregistreerd in Frankrijk, de meeste ervan anoniem.
Sommige onderwerpen van de fabliaux hebben parallellen in andere tijden en andere landen. Vele plots komen uit de folklore, sommige vertonen verwantschap met klassieke verhalen en een paar kunnen teruggevoerd worden tot Oosterse bronnen.[4]
Thema’s
De fabliaux hebben twee overheersende thema’s: naïviteit, die ten onder gaat aan listigheid en sluwheid, die wordt overtroffen door nog grotere sluwheid. Bovendien is uit onderzoek van de 150 overgeleverde fabliaux gebleken dat er slechts 40 zijn, die geen erotisch element bevatten.
Veel van de erotische verhalen zijn driehoeksverhoudingen tussen een echtgenoot, zijn vrouw en een minnaar. De drie bedriegen elkaar, proberen elkaar te overtreffen en houden zich bezig met seksuele misleiding. In de meeste gevallen triomfeert de minnaar, maar soms ook de echtgenoot.
Andere erotische fabliaux gaan over twee mensen die hun gezond verstand tegen elkaar uitspelen. Het zijn geschillen tussen man en vrouw, of een strijd tussen de seksen, of tussen geliefden, die aan elkaar gewaagd zijn.
Weer andere gaan over verleiding.
De 40 niet-erotische Oudfranse fabliaux variëren in thema. Ze gaan over allerlei soorten trucs, streken en kluchten. Soms zijn het fabels, waarbij niet mensen maar dieren de dupe worden of de anderen te slim af zijn. Er zijn ook een aantal verhalen die de spot drijven met priesters en nonnen.
Auteurs en fabliaux
- Eustache d’Amiens (13e eeuw)
- Jean Bodel (overleden in 1210) was de eerste belangrijke dichter in het middeleeuwse Frankrijk, aan wie een aantal fabliaux kan worden toegeschreven. Ze vormen een voorbeeld van dit uitgebreide scala aan thema’s. [6]
- Le Morteruel
- (fr) Le Vilain de Bailleul
- Gombert et les deux clercs
- (fr) Brunain la vache au prêtre
- Deux Chevaux
- Convoiteux et l’Envieux
- Songe desvez
- Le Loup et l’Oie
- (fr) De Haimet et de Barat et Travers
Externe link
- (en) Benson, Larry D., The Fabliaux The Geoffrey Chaucer Website Harvard University.
Bronnen
Voetnoten |