Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Everardus Mekern
Everardus Mekern (Gorinchem, 18 augustus 1792 - Twello, 4 januari 1864) was een Nederlands kolonel der genie, ridder in de Militaire Willems-Orde vierde klasse.
Loopbaan
Mekern meldde zich op 15 maart 1814 aan als cadet volontair bij het bataljon infanterie Nationale Militie nummer 12 en werd op 12 december van dat jaar als zodanig benoemd. Hij werd op 2 juli 1815[1] bevorderd tot tweede luitenant-ingenieur, op 11 maart 1825 benoemd tot eerste luitenant-ingenieur en op 20 maart 1831 bevorderd tot tweede kapitein-ingenieur bij het corps ingenieurs, mineurs en sappeurs. Hij nam in 1830, 1831 en 1832 in deze rang deel aan de Belgische Revolutie en muntte in zijn gedrag bijzonder uit gedurende de vijandelijkheden in de eerste dagen van augustus 1831, waarvoor hij bij Koninklijk Besluit van 2 november 1831 nummer 24 werd benoemd tot ridder in de Militaire Willem-Orde vierde klasse. Het Koninklijk Besluit luidde voluit: Bij besluit van de tweede aldeze heeft Z.M. tot ridders in de Militaire Willems-Orde en tot ridders in de Orde van de Nederlandse Leeuw benoemd, de navolgende officieren, onderofficieren en manschappen, van de verschillende korpsen, behorende tot de troepen in Zeeland, die bij de krijgsverrichtingen gedurende de eerste dagen van augustus jl. in het vierde en vijfde district van genoemde provincie boven anderen hebben uitgemunt.[2] Met name in zijn beleid in 1831 bij het fort Fort Lillo blonk Mekern uit. Hij werd bij besluit van 19 februari 1835 benoemd tot eerste kapitein bij de staf der genie.
Mekern was in juni 1836 commissaris van een commissie, die met de Belgische commissie onderhandelde over de bouw van een dijk door de Lillo'se polder (met bijeenkomsten te Putte en Capellen) en was in 1839 kapitein en eerst aangewezen ingenieur over de forten van Lille en Liefkenshoek, waar in dat jaar zware en veelvuldige artilleriewerkzaamheden plaatsvonden. Hij maakte in oktober 1846 deel uit van een hoofdcommissie onder presidium van de gouverneur van de provincie die oordeelde over een uitwaterings- en inundatiekanaal van Grave naar Geertruidenberg. Hij werd in 1849 ter gelegenheid van de inhuldiging vankoning Willem III benoemd tot ridder in de Orde van de Eikenkroon en bevorderd tot majoor bij besluit van 4 maart 1851 nummer 42 bij het korps ingenieurs, mineurs en sappeurs. Hij leidde in augustus 1854 de minister van Oorlog Forstner van Dambenoy te Groningen rond langs de arsenalen en kazernen en verdere rijksgebouwen als eerstaangewezen ingenieur van Groningen. Begin december 1854 werd Mekern bevorderd tot luitenant-kolonel bij het korps mineurs en sappeurs en in december 1858 verkreeg hij toestemming het Onderscheidingsteken voor Langdurige Dienst als officier met het cijfer XL te dragen. Hij werd bij Koninklijk Besluit van 17 november 1859 nummer 74 bevorderd tot kolonel, inspecteur in de tweede fortificatie-inspectie. Mekern overleed op 4 januari 1864 te Twello, in het huis van zijn vriend luitenant-kolonel Citters, waar hij logeerde. Twee neven verkregen later ook de Militaire Willems-Orde, namelijk Willem en Fredericus Johan Wilhelm.
Bronnen, noten en/of referenties
|