Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Elizabeth Fry

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Elizabeth Fry (meisjesnaam Gurney; Norwich, 21 mei 1780 – Ramsgate, 12 oktober 1845) was een Britse hervormster van het gevangeniswezen, abolitioniste en filantroop.

Elizabeth werd geboren als derde van een welgestelde gezin van quakers in Norwich. Haar vader, John Gurney, was een zakenpartner in Gurney-bank en haar moeder, Catherine Barclay, was eveneens uit een bankiersfamilie. Toen Elizabeth twaalf jaar was overleed haar moeder, waardoor wij voor de jongere kinderen moest zorgen. Nadat zij een op de evangeliën gebaseerde lezing hoorde van de Amerikaanse quaker William Savery, ontwikkelde zij een belangstelling voor de armen, zieken en gevangenen. Zij leefde de regels van haar kerkgemeenschap, de quakers – het genootschap van vrienden, strikt na. In 1800 trouwde zij op 20-jarige leeftijd met Joseph Fry, een neef van de oprichter van het chocolade- en zoetwarenbedrijf dat bekend staat als JSFry. Hij was partner in de bank van Gurney. In hun gezin werden in 16 jaar tijd 11 kinderen geboren.

In 1812 was ze geschokt door wat ze zag toen ze Newgate Prison bezocht. De volgende dag keerde ze terug naar de gevangenissen om de gedetineerden voedsel en kleding te brengen. Na wat huiselijke problemen (voornamelijk geldproblemen bij Fry’s Bank) bezocht ze de gevangenis in 1816 opnieuw en richtte ze een school op voor kinderen die met hun ouders in de gevangenis zaten. In 1817 werd ze een vooraanstaand lid van een organisatie die vrouwelijke veroordeelden en hun kinderen ondersteunde. Ze voerde campagne voor een betere behandeling van veroordeelden die naar Australië gedeporteerd werden. Haar invloed strekte zich uit tot in Frankrijk, Pruisen en Rusland. In 1818 bracht ze verslag uit aan het Lagerhuis over de omstandigheden de Engelse gevangenissen, en werd zo de eerste vrouw die voor het Britse parlement getuigde. Ze werkte ook samen met haar zwager Thomas Fawell Buxton om het wetboek van strafrecht te hervormen.

Behalve de gevangenen hielp zij ook daklozen. Nadat ze in de winter van 1819-1820 het lijk van een jongen had gezien en richtte een ’nachtasiel’ voor daklozen op.

Tijdens een bezoek aan Ierland in 1827 viel haar ook de slechte toestand van de ziekenhuizen op. Door haar toedoen werd de zorg voor geesteszieken verbeterd.

Door het faillissement van haar man in 1828 werden haar activiteiten beperkt, maar dit kon haar niet stoppen. Vanaf 1838 reisde zij vooral door Frankrijk. In 1839 bezocht ze alle gevangenissen en kreeg formele toestemming om gedetailleerde beschrijvingen te maken. Tijdens haar reis naar Frankrijk kwam zij ook op bezoek bij de plaatselijke quakers in Congenie, Gaulle. Zij reisde in de zomer van 1840 ook door België, Nederland en Pruisen.

Vanaf 1843 liet haar gezondheid het niet meer toe om reizen te ondernemen, maar zij hield briefcontact met vele gevangenisambtenaren om te letten op verdere verbeteringen in de situatie. In 1845 overleed zij in Ramsgate na een beroerte. Zij werd begraven in het Barking Quaker Cemetery.

rel=nofollow