Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Eenparig versnelde beweging
Een eenparig versnelde beweging, ook wel eenparig veranderlijke rechtlijnige beweging of EVRB genoemd, is een beweging met constante versnelling, dus waarbij de snelheid in de tijd lineair toe- of afneemt, ofwel een gelijkmatige of vertraging van een beweging.
Als de snelheid van een eenparig versnellend voorwerp dat op t = 0 s in rust verkeerde binnen 0,5 s eenparig is versneld naar 10 m/s, bedraagt de eenparige versnelling 20 m/s². Het voorwerp heeft dan in het gegeven tijdsinterval een gemiddelde snelheid van 5 m/s, aan de hand waarvan de afgelegde afstand kan worden berekend. Dit kan overigens ook worden gedaan met de formule voor s onder Bewegingsvergelijking.
Een voorbeeld van een eenparig versnelde beweging is de beweging die een appel maakt als hij uit de boom valt. Een seconde nadat de appel van de boom losbreekt is zijn snelheid 9,81 m/s. Na twee seconden is zijn snelheid tweemaal de snelheid die hij na een seconde had (19,6 m/s), na drie seconden driemaal (29,4 m/s), enzovoort (hierbij is geen rekening gehouden met de luchtweerstand die de appel tijdens zijn val ondervindt).
In het algemeen treedt een eenparig versnelde beweging op als er op een voorwerp een constante kracht wordt uitgeoefend. In het geval van de vallende appel is deze kracht de zwaartekracht, die op het aardoppervlak nagenoeg constant is.
Bewegingsvergelijking
Voor deze beweging geldt dat de versnelling <math>a</math> constant is, zodat de snelheid <math>v</math> als functie van de tijd <math>t</math> gegeven wordt door:
- <math>v(t) = v_0 + at</math>,
waarin <math>v_0=v(0)</math> de beginsnelheid is.
Voor de afgelegde weg <math>s</math> volgt dan
- <math>s(t) = v_0 t + \tfrac{1}{2} at^2</math>
Als de beweging langs de x-as plaatsvindt, wordt de positie <math>x</math> op het tijdstip <math>t</math> gegeven door:
- <math>x(t) = x_0 + v_0 t + \tfrac{1}{2} at^2</math>,
waarin <math>x_0=x(0)</math> de beginpositie is.
Zie ook
lineaire/translatie grootheden | ||||||||
Wat meten tijdsintegralen? | 'nabijheid' ('nearness') | 'verheid' ('farness') | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Dimensie | L−1 | 1 | L | L2 | ||||
T9 | presrop (Engels) m−1·s9 |
absrop (Engels) m·s9 |
||||||
T8 | presock (Engels) m−1·s8 |
absock (Engels) m·s8 |
||||||
T7 | presop (Engels) m−1·s7 |
absop (Engels) m·s7 |
||||||
T6 | presackle (Engels) m−1·s6 |
absrackle (Engels) m·s6 |
||||||
T5 | presounce (Engels) m−1·s5 |
absounce (Engels) m·s5 |
||||||
T4 | preserk (Engels) m−1·s4 |
abserk (Engels): D m·s4 |
||||||
T3 | preseleration (Engels) m−1·s3 |
abseleration (Engels): C m·s3 |
hoek/rotatie grootheden | |||||
T2 | presity (Engels) m−1·s2 |
absity (Engels): B m·s2 |
Dimensie | 1 | geen (m·m−1) | geen (m2·m−2) | ||
T | presement (Engels) m−1·s |
tijd: t s |
absition/absement (Engels): A m·s |
T | tijd: t s |
|||
1 | placement (Engels) golfgetal m−1 |
afgelegde weg: d plaatsvector: r, s, x afstand: <math>\Delta</math>s m |
oppervlakte: A m2 |
1 | hoek: θ rad |
ruimtehoek: Ω rad2, sr |
||
Wat meten tijdsafgeleiden? | 'rasheid' ('swiftness') | |||||||
T−1 | frequentie: f s−1, Hz |
snelheid (scalar): v snelheid (vector): v m·s−1 |
kinematische viscositeit: ν diffusiecoëfficiënt: D specifiek impulsmoment: h m2·s−1 |
T−1 | frequentie: f s−1, Hz |
hoeksnelheid: ω, ω rad·s−1 |
||
T−2 | versnelling: a m·s−2 |
verbrandingswarmte geabsorbeerde dosis: D radioactieve-dosisequivalent m2·s−2, J·kg−1, Gy, Sv |
T−2 | hoekversnelling: α rad·s−2 |
||||
T−3 | ruk: j m·s−3 |
T−3 | hoekruk: ζ rad·s−3 |
|||||
T−4 | jounce/snap (Engels):
s m·s−4 |
|||||||
T−5 | crackle (Engels): c m·s−5 |
|||||||
T−6 | pop (Engels): Po m·s−6 |
|||||||
T−7 | lock (Engels) m·s−7 |
|||||||
T−8 | drop (Engels) m·s−8 |
|||||||
M | lineaire dichtheid: <math>\mu</math> kg·m−1 |
massa: m kg |
ML2 | massatraagheidsmoment: I kg·m2 |
||||
Wat meten tijdsafgeleiden? | 'sterkheid' ('forceness') | |||||||
MT−1 | dynamische viscositeit: η kg·m−1·s−1, N·m−2·s, Pa·s |
impuls: p (momentum), stoot: J, <math>\Delta</math>p (impulse) kg·m·s−1, N·s |
actie: 𝒮 actergie: ℵ kg·m2·s−1, N·m·s, J·s |
ML2T−1 | impulsmoment (momentum angularis): L kg·m2·s−1 |
actie: 𝒮 actergie: ℵ kg·m2·s−1, N·m·s, J·s |
||
MT−2 | druk: p mechanische spanning: <math>\sigma</math> energiedichtheid: U kg·m−1·s−2, N·m−2, J·m−3, Pa |
oppervlaktespanning: <math>\gamma</math> of <math>\sigma</math> kg·s−2, N·m−1, J·m−2 |
kracht: F gewicht: Fg ·kg·m·s−2, N |
energie: E arbeid: W warmte: Q kg·m2·s−2, Nm, J |
ML2T−2 | krachtmoment (torque): M, τ kg·m2·s−2, Nm |
energie: E arbeid: W warmte: Q kg·m2·s−2, Nm, J |
|
MT−3 | yank (Engels): Y kg·m·s−3, N·s−1 |
vermogen: P kg·m2·s−3, W |
ML2T−3 | rotatum: P kg·m2·s−3, N·m·s−1 |
vermogen: P kg·m2 ·s−3, W |
|||
MT−4 | tug (Engels): T kg·m·s−4, N·s−2 |
|||||||
MT−5 | snatch (Engels): S kg·m·s−5, N·s−3 |
|||||||
MT−6 | shake (Engels): Sh kg·m·s−6, N·s−4 |
Elementaire begrippen in de mechanica |
---|
Vector · Afstand · Eenparige beweging · Verplaatsing · Snelheid · Versnelling · Stoot · Impuls · Hoeksnelheid · Hoekversnelling · Impulsmoment · Kracht |