Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie en digitaal erfgoed, wenst u prettige feestdagen en een gelukkig 2025

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Dierentaal

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Diercommunicatie is de communicatie tussen dieren. Het wordt ook wel ten onrechte dierentaal genoemd, want de onderzoekers zijn het er over eens dat communicatie tussen dieren zelfs bij de meest intelligente dieren niet zo complex en expressief is als menselijke taal, doch zijn er wel meerdere overeenkomsten te constateren.

Functies van communicatie

Wanneer dieren met elkaar communiceren kan dit om vele verschillende redenen zijn. De voornaamste redenen waarom dieren communiceren zijn:

Communicatie met betrekking tot het competitieve

Dit heeft alles te maken met agressie en rivaliteit tussen twee individuen. Vaak vechten dieren voor eten, een partner of een territorium. Er zijn nog verschillen bij deze communicatiefunctie, zo kunnen de meeste dieren wel uitdrukken dat ze willen vechten, dat ze gewonnen zijn of dat ze toegeven dat ze verloren zijn en weggaan.

Communicatie met betrekking tot eten

Veel dieren hebben ‘voedselgeluiden’ die andere dieren van dezelfde soort aantrekken. Het wordt ook wel gebruikt door ouders om aan hun jongen te laten weten dat ze eten hebben, of door jongen om aan hun ouders te laten weten dat ze honger hebben. Eén van de bekendste voorbeelden van de zogenaamde ‘voedselgeluiden’ is de bijendans.

Alarmeren

Dit zijn signalen die door een individu gemaakt worden om soortgenoten te waarschuwen dat er een predator in de buurt is. Hierdoor weten de soortgenoten dat ze moeten weglopen, samenkomen of doen alsof ze dood zijn.

Metacommunicatie

Dit is eigenlijk min of meer vergelijkbaar met sarcasme. Een goed voorbeeld om dit te illustreren is bijvoorbeeld een jonge hond. Hij kan in aanvalspositie staan en grommen, dus duidelijk maken dat hij wil aanvallen, maar in zijn gezichtsuitdrukking laat hij zien dat hij enkel wil spelen en wat fikfakken. Zijn gezichtsuitdrukking zorgt dus voor de onderliggende boodschap dat hij niet echt wil aanvallen.

Soorten communicatie

Communicatie zal meestal optreden tussen soortgenoten. Het gedrag dat daarbij hoort noemt men in de ethologie signalen. Communicatie tussen soortgenoten heeft meerder betekenissen. Het kan gaan om de plaats in de hiërarchie te bevestigen (bij sociaal levende dieren), het kan gaan om concurrentie om voedsel of een partner. Daarnaast is er communicatie tussen het moederdier en de jongen. Dit kan ook om non-verbale communicatie gaan door lok- of afweerstoffen te gebruiken of bewegingen te maken met lichaamsdelen. Slechts enkele groepen zoals vogels en apen maken geluiden om soortgenoten op een voedselbron te wijzen of te alarmeren voor een vijand. Sommige apen gebruiken een ander geluid voor een naderende slang dan bij een aanstormende roofvogel.

Geluiden

(Zie ook het artikel diermuziek.)

De belangrijkste vorm van communicatie is geluid, en komt bij vrijwel alle diergroepen voor. Ook in het water levende dieren als dolfijnen en haring communiceren met geluiden. Walvissen kunnen zelfs ritmes en patronen produceren met hun walvisgezang. Veel zoogdieren zoals hondachtigen en katachtigen kunnen huilen, miauwen, grommen en/of brullen. (Auditieve communicatie)

Amfibieën maken ook geluid, althans de kikkers en padden, die bekend staan om hun gekwaak. Daarnaast kunnen sommige salamanders grommende geluiden voortbrengen als ze worden aangeraakt. Het geluid van sommige fluitkikkers kan pijn doen aan de oren. De geluiden van kikkers zijn per soort zeer simpel van toon en compositie, maar alle soorten bij elkaar geeft een breed scala aan ritmes, toonhoogten en verschillende tik- klik- piep- en zaaggeluiden.

Hetzelfde kan gezegd worden van insecten die geluid maken, zoals krekels, sprinkhanen en cicades. Deze maken gebruik van stridulatie; het tegen elkaar wrijven van harde, meestal geribbelde delen. Cicades hebben daarnaast soms lichaamsholtes die dienen als klankkast en het volume versterken.

Maar weinig reptielen maken geluid. Alleen hagedissen uit de familie gekko's lokken de vrouwtjes door blaffende geluiden te maken.

Geuren

(Chemische communicatie) Ook geuren worden in de dierenwereld veel gebruikt, bijvoorbeeld bij de zoogdieren. Deze maken vaak gebruik van geurvlaggen om het territorium af te bakenen. Dit gebeurt meestal door urine of geurstoffen uit klieren op objecten aan te brengen. Veel zoogdieren gebruiken ook geuren om aan te geven of een vrouwtje al dan niet in haar vruchtbare periode zit. Bij de mens is bijvoorbeeld aangetoond dat bepaalde lichaamsgeuren tijdens deze periode veranderen.

De meest tot de verbeelding sprekende vorm van geuren als communicatiemiddel zijn de insecten, die gebruikmaken van feromonen. Deze geurstoffen zijn vaak soortspecifiek, ondanks dat er miljoenen soorten insecten zijn. Feromonen kunnen dienen om te alarmeren, voortplantingsgedrag te stimuleren, sporen te volgen, de eiafzet af te remmen, agressief te worden, nesten te bouwen etc. Bij de bijen zorgen feromonen ervoor dat de werksters steriel blijven en alleen de koningin eitjes kan produceren. Mieren gebruiken feromonen om de snelste weg naar een voedselbron te markeren voor soortgenoten, waarna deze het spoor niet alleen volgen, maar ook versterken. Als een voedselbron is uitgeput, verzwakt de geur. Een platgetrapte mier verspreidt stoffen die soortgenoten in de buurt alarmeren en in razernij doen ontsteken.

Kleuren

De meeste felle kleuren in de natuur dienen als schrikkleur voor predatoren, zoals de oogvlekken van vlinders en de felle kleuren van kevers. Kameleons kunnen niet enkel van kleur veranderen ter camouflage, maar ook om de gemoedstoestand weer te geven. Een lichtere kameleon voelt zich in de regel op zijn gemak, een donker exemplaar is geïrriteerd. Als een koppeltje elkaar gevonden heeft wordt een soort balts gehouden en kunnen de dieren soms zelfs roze en blauwe kleuren aannemen.

Ook katvissen kunnen snel van kleur veranderen, voornamelijk vlak voor de paring plaatsvindt. Ze kunnen dit veel sneller dan kameleons: binnen een tel kan een volledige kleuromslag plaatsvinden.

Anolissen maken gebruik van kleuren door hun keelwam, die geel tot rood van kleur is, in bepaalde ritmes uit- en weer in te klappen. Hierbij is echter niet de kleur zelf maar de frequentie van het laten zien van belang. (Hoort bij visuele communicatie )

Signalen

Signalen zijn gedragingen die in de ethologie worden gerekend tot gedrag tussen soortgenoten.

Een vergaande vorm van communicatie door signalen af te geven vindt men bij de honingbijen, die een bijendans uitvoeren. Hierbij maakt een werkster cirkelvormige en lineaire bewegingen waaruit de andere werksters niet alleen kunnen opmaken welke richting ze op moeten vliegen, maar ook welke afstand ze af moeten leggen om bij het voedsel te komen. Hierbij wordt gebruikgemaakt van de stand van de zon. Zo'n bijendans kan wel 20 minuten duren.

Tast

Bij bepaalde dieren kunnen trillingen van de grond of oppervlakte waarop ze zich bevinden een bepaalde actie veroorzaken. Bv.: Omdat een mol om zich te orriënteren gebruik maakt van een hypersoon geluid, durft de grond in de omgeving van de mol licht mee trillen, dit is dan voor bepaalde regenwormen al genoeg om de figuurlijke benen te nemen. Een ander voorbeeld is bijvoorbeeld de waterspin (rust op het water, en bij iedere verandering van de oppervlakte zal zij haar positie veranderen), een ander voorbeeld is de vlieg of mug die zich nietsvermoedend op het andere eind v/d tafel neerzet. Wanneer je op het andere eind klopt, trilt de tafel even, waardoor de vlieg als het ware wegvliegt.

Schaatsenrijders (een oppervlaktebewonende wants) geven via het wateroppervlak bepaalde signalen door, uit de aard v/d trillingen nemen de andere dieren op dat ze of de benen moeten nemen, of er iets te eten valt. Tijdens de paartijd zend een paringsbereid mannetje trillingen van 24 tot 29 Hertz uit, het tot paren bereid wijfje antwoord deze oproep met trillingen van 22 tot 25 Hertz.

Natuurlijk grenzen deze vormen van communicatie zeer sterk aan geluid. Het uitwendig oor van sommige vissen wordt soms ook gerekend als een tastorgaan voor communicatie.


Dieren en taal

Eigenschappen van taal

De volgende eigenschappen van menselijke taal worden beschouwd als te onderscheiden van dierentaal :

  • Willekeurigheid: Er is geen relatie tussen een klank of een teken en zijn betekenis.
  • Culturele overdracht: Taal wordt van de ene taalgebruiker op de andere overgebracht, bewust of onbewust.
  • Abstractheid: Taal is opgebouwd uit abstracte eenheden die in combinatie een betekenis opleveren.
  • Afstand: Taal kan worden gebruikt om te communiceren over dingen die ruimtelijk of qua tijd niet in de onmiddellijke omgeving zijn.
  • Tweeledigheid: Taal werkt op twee niveaus tegelijk : een oppervlaktelaag en een betekenislaag.
  • Metalinguïstiek: De mogelijkheid om over de taal zelf te communiceren.
  • Recursie: Een beperkt aantal taaleenheden kan een onbeperkt aantal uitingen voortbrengen.


Dierentaal

Geen enkele diersoort maakt gebruik van taal, alle pogingen om met dieren te kunnen praten zijn mislukt. Er zijn wel dieren die bepaalde eigenschappen van taal gebruiken om zich uit te drukken. Dit betreft altijd zeer intelligente dieren die in groepen leven, zoals apen. Een ander voorbeeld zijn prairiehonden, middelgrote knaagdieren die in enorme groepen leven. De grootste groep die ooit is gevonden telde 400 miljoen(!) exemplaren in een gebied zo groot als Nederland. Prairiehonden hebben een goed ontwikkeld vocaal vermogen, al is niet geheel duidelijk hoe dicht deze communicatie tegen een echte taal ligt.

Onderzoek met de gorilla Koko suggereert dat apen taal kunnen gebruiken op een manier die sommige eigenschappen van taal bevat. Koko's prestaties waren met een menselijke taal die haar werd geleerd. Zo nu en dan maakte ze eigen woorden voor zaken waarvoor ze de correcte term niet wist. Ze leerde ook een soort gebarentaal aan andere gorilla's. Dit zou moeten aantonen dat apen taal kunnen gebruiken en veranderen, maar dat ze er zelf geen kunnen uitvinden.

Zie ook