Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie en digitaal erfgoed, wenst u prettige feestdagen en een gelukkig 2025

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

De Duitse Veldtocht (1532)

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
rel=nofollow

De veldtocht die in de Turkse geschiedschrijving bekend staat als de Duitse Veldtocht (Turks: Alman Seferi) en in de westerse geschiedschrijving vaak het ’Turkenjaar 1532’[1] werd genoemd, was een veldtocht in de Eerste Oostenrijkse Turkenoorlog, geleid door de Ottomaanse sultan Kanuni Sultan Süleyman tegen het Heilige Roomse Rijk van keizer Ferdinand I die in juni 1532 begon. en eindigde in juni 1533 met het Verdrag van Constantinopel (1533) dat op 22 juli 1533 werd ondertekend.

Keizer Ferdinand I zag zichzelf als rechtmatige heerser over Hongarije, terwijl Süleyman I in 1529, na een gewonnen veldslag tegen de Habsburgse rijk en inname van Boedapest, het gebied opeiste, omdat Süleyman zich baseerde op een Ottomaanse veroveringstraditie, die onbekend was in de christelijke wereld: het recht van het zwaard. Wat de sultan met het aan hem toevertrouwde zwaard van de Profeet had veroverd, behoorde enkel en alleen hem toe.

De legers van de sultan vertrokken vanuit Constantinopel (het Europees gedeelte van het huidige Istanboel), waarschijnlijk met Wenen als doel. Na een maandenlange reis kwamen zij aan bij de stad Kőszeg (Duitse naam: Güns), en namen deze stad na een hevige belegering in. Daarna trokken de Ottomaanse legers verder in zuidwestelijke richting, naar Graz, maar belegerden dit niet.

De spanningen tussen katholieken en protestanten waren voorheen toegenomen en zelfs Luther deed de aanbeveling om de katholieke keizer niet te ondersteunen in de strijd tegen de Turken. De protestantse vorsten verenigden zich in de Schmalkaldische Bond. Onder druk van de Turkse aanvallen verleende de keizer de protestantse vorsten in het Bestand van Neurenberg de vrijheid van religie in afwachting van een volgende concilie dat hierover een uitspraak zou doen. Onder deze voorwaarden waren de protestantse vorsten bereid hem bij te staan tegen de Turken.[2][3]

Aangezien de Ottomaanse legers in augustus veel tijd hadden verbruikt bij de belegering van Kőszeg, bleef niet meer veel tijd over voordat het Ottomaanse veldtochtseizoen in september officieel ten einde liep en de legers terugtrokken om voor de winter terug in Constantinopel te zijn.

Bronnen en verwijzingen

rel=nofollow