Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie en digitaal erfgoed, wenst u prettige feestdagen en een gelukkig 2025

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Süleyman I

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
rel=nofollow

Kanuni Sultan Süleyman I (Trabzon, 6 november 1494 – bij Szigetvár, 6 september 1566), was de tiende sultan van het Osmaanse Rijk, hij volgde in 1520 Selim I op. Hij wordt wel Süleyman de Grote, de Wetgever of de Prachtlievende genoemd. Hij was gehuwd met Haseki Hürrem Sultan, beter bekend als Roxelana, met wie hij vier kinderen had, waaronder Selim II, zijn opvolger.

Süleyman de Grote ondernam militaire acties en breidde de grenzen van het rijk uit. Zijn legers namen de Balkanlanden in en trokken op tot ver in het Habsburgse Rijk in Europa. Süleyman omringde zich met bekwame bestuurders en raadslieden. Recht, literatuur, kunst en architectuur bloeiden onder zijn bewind. Onder de naam Muhibbi schreef hij wel 3000 lyrische gedichten. Hij was in grote mate verantwoordelijk voor de herbouw van Constantinopel en de steden Mekka en Bagdad.

Jeugd en machtsovername

Süleyman werd geboren op 6 november 1494 in Trapezunt, het huidige Trabzon, gelegen in het noordoosten van Turkije. Vanaf zijn zevende jaar studeerde hij wetenschap, geschiedenis, literatuur, godsdienst en militaire strategie in de scholen van Constantinopel.

Hij was de zoon van Selim de Barse (Yavuz Sultan Selim), die sultan was van 1512 tot 1520. Selim veroverde Klein-Azië, Syrië en Egypte. Hij breidde het Ottomaanse rijk sterk uit en maakte het machtiger. Toen Selim in 1520 overleed, volgde zijn zoon Süleyman hem op zesentwintigjarige leeftijd op. Een paar belangrijke factoren die bijdroegen aan een succesvolle heerschappij waren;

  • Hij was enig kind.
  • Zijn vader stuurde hem weg om zestien jaar lang bestuurskunde te studeren.
  • De raad van zijn vriend en trouwe adviseur Damat Ibrahim Pasha.

Hij was sinds jonge leeftijd goed bevriend met Damat Ibrahim Pasha (Damat İbrahim Paşa), een bijzonder slimme slaaf van christelijke afkomst uit het Devşirmesysteem. Zij waren onafscheidelijk en in tijden van oorlog sliepen ze zelfs naast elkaar in bed. Later zou deze Ibrahim door Süleyman tot grootvizier benoemd worden. De rest van zijn leven zou hij een van Süleymans meest vertrouwde adviseurs blijven. Uiteindelijk liet Süleyman Ibrahim echter executeren, omdat hij tegen hem in opstand was gekomen. Süleyman schond toen zijn eed waarin hij had gezworen dat hij Ibrahim nooit zou laten doden.

Veroveringen

Nadat hij zijn vader had opgevolgd begon hij een serie militaire expedities om een revolutie neer te slaan, die geleid werd door de gouverneur van Damascus. Hierna veroverde hij in augustus 1521 Belgrado (Servië).

Süleymans vader had ooit het plan opgevat om het christelijke bolwerk Rodos, een eilandje voor de Griekse kust, te veroveren. Dit eiland was in handen van de ridders van de orde van de johannieters. Tijdens het bewind van Selim I kon Rodos niet veroverd worden, maar in 1522 slaagde Süleyman er alsnog in dit doel te bereiken toen hij een 40.000 man sterk leger op het eilandje afzette. Het beleg duurde zes maanden, waarna Süleyman als overwinnaar uit de strijd kwam. Hij stond vervolgens toe dat de overlevenden aan Griekse zijde konden vluchten naar het koninkrijk van Sicilië.

Op 29 augustus 1526 veroverde Süleyman Hongarije, nadat hij de 20-jarige koning Lodewijk II van Hongarije in de Slag bij Mohács had verslagen. Na politieke conflicten die hierop volgden werd Hongarije in 1541 in drie delen gesplitst.

Ferdinand I van Habsburg, de aartshertog van Oostenrijk, kreeg het gebied wat bekend stond als „Koninklijk Hongarije”, dat bestond uit Slowakije, Burgenland en West-Kroatië. Johan Zapolya (János Szápolyai), een Hongaarse edelman en troonpretendent, kreeg Transsylvanië en het derde deel ging naar Süleyman zelf onder de naam Ottomaans Hongarije.

Binnen korte tijd heroverden de Habsburgers Hongarije van Süleyman. De sultan probeerde het terug te nemen, door opnieuw binnen te vallen. Dit bleef zonder succes door omstandigheden als slecht weer tijdens het belegeren van Wenen in 1529 en 1532. In 1533 sloot hij daarom een verdrag met Ferdinand, waarin hij zijn claim op het gebied opgaf en Hongarije werd samengevoegd tot twee gebieden, met aan de ene kant de Habsburgers en aan de andere kant Zápolya. Na Zápolya’s dood werd Hongarije weer één geheel, geregeerd door Ferdinand.

Terwijl Süleyman niet succesvol was aan het Europese front, bleef hij successen behalen aan het oosterse front. Er was een grote rivaliteit tussen Süleyman en de Safawiden, die Perzië en het huidige Irak regeerden. In een eerste campagne in 1534 veroverde Süleyman de belangrijke stad Bagdad. Daarna raakte de stad in verval, overschaduwd door de groeiende stad Istanboel.

In de derde campagne slaagden de legers van Süleyman er niet in het leger van de Sjah te overwinnen, waarna hij uiteindelijk een verdrag sloot waarin de Sjah de grenzen van het Ottomaanse rijk erkende en zijn invallen stopte.

Süleyman veroverde grote gebieden in Noord-Afrika. Deze gebieden dienden als belangrijke uitvalsbasis tegen keizer Karel V van het Heilige Roomse Rijk. Deze keizer had in 1533 de oorlog verklaard aan het Ottomaanse rijk. Süleyman liet zijn beroemde generaal Khair ad Din, beter bekend als Barbarossa, vechten tegen het leger van de keizer. Barbarossa behaalde veel successen en de Ottomanen domineerden met hun vloot het gehele Middellandse Zeegebied en de Rode Zee.

De Ridders van Malta vielen de Ottomaanse handelsvloot voortdurend lastig. Deze Ridders behoorden tot de overgebleven Johannieters. In 1565 besloot Süleyman Malta te veroveren. Dit mislukte, nadat Spaanse troepen Malta te hulp schoten. De Ottomanen verloren 30.000 man in de strijd.

Een jaar later overleed Süleyman in Szigetvár, bij Pécs, op 5 of 6 september. Hij werd opgevolgd door Selim II.

Bestand:PIC 2004-08-20 11-24 9538.jpg
De Süleymaniye-moskee in Istanboel
Bestand:PIC 2004-08-23 09-12 9807.JPG
De graftombes van Süleyman I, Süleyman II en Ahmet II in de türbe van Süleyman I
Bestand:Tughra Suleiman.jpg
De Tughra van Kanuni Sultan Süleyman

Süleyman de wetgever

Süleyman stond bekend als een groot rechter en een rechtvaardig heerser. In het Turks werd hij ook wel Süleyman Kanuni genoemd, wat de wetgever betekent. Süleyman koos zijn vertrouwelingen op basis van intelligentie en niet op basis van sociale status of populariteit. De naam Süleyman zelf is een afgeleide van Salomo, een koning die in de Koran wordt gezien als de ultieme rechter. De Islamitische cultuur zag Süleyman als een tweede Salomo.

In de Süleyman moskee in Istanboel, is een inscriptie die hem beschrijft als de verspreider van de Islamitische wet. Deze inscriptie luidt: Nashiru kawanin al-Sultaniyye. Dit betekent; „de verspreider van de wetten van de Sultan”. Al deze wetten samen waren de Kanuni Osmani, de Osmaanse Wetten.

Religieuze tolerantie

Sommige tot moslim bekeerde christenen in het Ottomaanse rijk konden belangrijke functies binnen het rijk bekleden. Pargalı İbrahim Paşa was, tot Süleyman hem liet terechtstellen, dertien jaar grootvizier.

Süleyman zette het beleid verder van religieuze tolerantie tegenover joden, dat al was begonnen onder zijn grootvader, sultan Bayezid II (1481–1512). Joden, die door de Spaanse Inquisitie werden vervolgd, waren door Bayezid II in het Ottomaanse Rijk verwelkomd.

In een brief aan paus Paulus IV (1555–59) in 1556, vroeg Süleyman om onmiddellijke vrijlating van de conversos van Ancona, die vervolgd werden nadat ze onder de pauselijke autoriteit vielen; Süleyman verklaarde hen tot Ottomaanse burgers. De paus liet hen vrij, wat de invloed aantoont van het Ottomaanse Rijk onder Süleymans bewind.[1] Süleyman had ook een joodse lijfarts, Moshe Hamon.[2]

In Jeruzalem heerste onder de Ottomaanse sultans een tijdperk van religieuze vrede; joden, christenen en moslims hadden vrijheid van religie.

Architectuur

Süleyman heeft veel gebouwd en maakte van Istanboel het centrum van de islamitische samenleving. Hij liet paleizen bouwen die met de grootste bouwwerken ter wereld konden wedijveren. Süleyman had een briljante architect in dienst, Sinan genaamd. De kenmerken van Sinans bouwwerken zijn dat ze met grote koepels zijn uitgerust en rijkelijk gedecoreerd zijn. Er wordt gezegd dat hij 52 kleine moskeeën bouwde, 41 badhuizen, 35 paleizen, 22 mausolea, 20 hotels, 17 openbare keukens, 8 bruggen, 8 warenhuizen, 7 scholen, 6 aquaducten en 3 ziekenhuizen.

Zijn bekendste bouwwerk is de grote Süleymaniye-moskee in Istanboel. Op de minaretten van deze moskee zaten zelfs meer balkonnetjes dan op de moskee in Mekka, de heilige stad van de moslims. Hierover werd in de moslimwereld nog wel eens schande gesproken, omdat het hierdoor wel leek alsof men Süleyman belangrijker vond dan Mohammed.

Na zijn dood werd Süleyman de Grote bijgezet in deze naar hem genoemde moskee.

Zie ook

Referenties

rel=nofollow