Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Codex Boreelianus
Codex Boreelianus (Gregory-Aland no. Fe of 09), is een van de Griekse Bijbelse handschriften. Het manuscript dateert uit de negende eeuw, en is geschreven met hoofdletters (uncialen) op perkament. De gehele Codex Boreelianus bestaat uit 204 bladen (28,5 × 22 cm) en bevat de vier evangeliën, met grote lacunes in Lucas en kleinere in de andere evangeliën.
De Codex Boreelianus is vernoemd naar Johannes Boreel, de Nederlandse ambassadeur aan het hof van koning Jacobus I (’King James’) van Engeland, die de codex in bezit heeft gehad. Sinds 1830 bevindt het handschrift zich in de bibliotheek van de Universiteit Utrecht (Univ. Bibl. Ms. 1).[1]
Texttype
De Griekse tekst van de codex is een schoolvoorbeeld van het Byzantijnse teksttype. Kurt Aland plaatste de codex in Categorie V.[2]
Zie ook
- Lijst van Griekse uncialen van het Nieuwe Testament
- Bijbelse handschriften
- Tekstkritiek van het Nieuwe Testament
Literatuur
- Kurt Aland en Barbara Aland, The Text Of The New Testament: An Introduction To The Critical Editions and To The Theory and Practice Of Modern Text Criticism, 1995, Grand Rapids, Michigan.
- Bruce M. Metzger, The Text Of The New Testament: Its Transmission, Corruption and Restoration, 1968 etc, Oxford University Press, p 52.
Weblinks
- Codex Boreelianus Fe (09): at the Encyclopedia of Textual Criticism.
Verwijzingen
- º C. R. Gregory, Textkritik des Neuen Testaments, Leipzig 1900, vol. 1, p. 49-50.
- º K. Aland, B. Aland, Der Text des Neuen Testaments, Deutsche Bibelgesellschaft, Stuttgart 1989, p. 119.