Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie en digitaal erfgoed, wenst u prettige feestdagen en een gelukkig 2025

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Moederkoren

Uit Wikisage
(Doorverwezen vanaf Claviceps purpurea)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
rel=nofollow

Moederkoorn oftewel moederkoren oftewel Claviceps purpurea is een schimmel uit de klasse van de Sordariomycetes, die op de aren van granen als rogge en tarwe groeit. De schimmel groeit zelden op gerst en haver. De naam is afgeleid van het gebruik door vroedvrouwen om weeën op gang te brengen met behulp van deze schimmel.

Door het gebruik van ontsmet zaaizaad komt de aantasting bijna niet meer voor behalve bij de ecologische landbouw waar geen ontsmet zaaizaad mag worden gebruikt.

Moederkoorn produceert giftige alkaloïden, zoals ergotamine, die kunnen leiden tot darmkrampen, doorbloedingsproblemen, waardoor vingers en tenen afsterven, en hallucinaties. Voor een volwassen persoon kan vijf tot tien gram moederkoorn dodelijk zijn. LSD is een stof die uitgaande van moederkoornalkaloïden kan worden gesynthetiseerd.

Ergotamine werd tot voor kort wel gebruikt bij migraine, deze toepassing is tegenwoordig eigenlijk verouderd. Het enige toepassingsgebied in de huidige geneeskunde is bij bloedverlies na de bevalling, om de baarmoeder samen te laten trekken.

Vooral in de Middeleeuwen kwamen vaak vergiftigingen voor met besmet meel die soms epidemische proporties aannamen, leidend tot uitroeiing van hele dorpen of steden. De alkaloïden leiden tot ergotisme, ook wel Sint-Antoniusvuur of kriebelziekte genoemd. In 1676 werd een verband gevonden tussen de schimmel en de kwalijke effecten. Het laatst bekende geval heeft zich waarschijnlijk in 1951 voorgedaan in Pont Saint-Esprit in Frankrijk met driehonderd slachtoffers. De Amerikaanse journalist H.P. Albarelli Jr. beweert dat het hier een bewuste vergiftiging met LSD betrof door de CIA.[1]

Misschien is een aantal heksenvervolgingen te wijten aan de hallucinatoire werking van de aan LSD verwante stoffen in moederkoorn. Het geconstateerde 'heksengedrag' is misschien soms toe te schrijven aan vergiftiging met Moederkoorn.

Een ander verhaal wil dat ze ontstaan door de aanraking van een geest, de roggemoeder, die in het koren leeft en de aren aanraakt.


Levenscyclus

Primaire infectie

De schimmel vormt in de bloeiwijze een sclerotium, het donker gekleurde moederkoorn, dat aan het eind van het groeiseizoen op de grond valt, waar het in winterrust gaat. In de periode mei tot en met juli kunnen op het sclerotium meerdere, bolvormige ascokarpen (kleine paddenstoelen) met peritheciën ontstaan. De paddenstoel heeft een 1,5-3 mm grote hoed met een oker- tot oranjegele kleur en donkere stippen van de peritheciënmondjes. De roodachtig bruine steel van de paddenstoel is 5-15 mm lang en 1-1,5 mm dik. In het perithecium ontstaan talrijke asci met de geslachtelijk gevormde ascosporen. (zie seksuele sporenvorming). Tijdens de bloei van de grassen en granen worden de 50-70 µm lange en 0,6-1 µm dikke ascosporen uitgestoten en door de wind verspreid. Via de stempels van de onbevruchte bloempjes dringen de kiemhyfen van de schimmel het vruchtbeginsel binnen (de primaire infectie). Het mycelium breekt het weefsel van het vruchtbeginsel af en verhindert zo de vorming van een graankorrel. Vervolgens worden conidiën gevormd, waarbij een suikerhoudend sap (lijkend op honingdauw) met daarin de conidiën wordt uitgescheiden. Later wordt dan weer een nieuw sclerotium gevormd.

Secundaire infectie

De ongeslachtelijk gevormde conidiën worden door de wind en insecten verspreid en zorgen voor de secundaire infectie van openbloeiende aartjes, dus vooral bij kruisbevruchtende granen, zoals rogge. Insecten spelen een belangrijke rol bij deze secundaire infectie. [2] [3]


rel=nofollow

Wikimedia Commons  Vrije mediabestanden over Claviceps purpurea op Wikimedia Commons


Externe link