Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Chaïm Perelman
Chaïm Perelman (Warschau, 20 mei 1912 – Ukkel, 22 januari 1984) was een in Polen geboren Belgisch rechtsgeleerde en filosoof. Hij was één van de belangrijkste specialisten van de argumentatietheorie van de 20e eeuw. Perelman wordt beschouwd als de ontwikkelaar van de zogenaamde nieuwe retoriek. In 1962 kreeg hij hiervoor de Francquiprijs voor Menswetenschappen.
Levensloop
Perelman werd in de Poolse hoofdstad Warschau geboren en was van Joodse afkomst. Hij emigreerde in 1925 met zijn ouders naar België en ze gingen in Antwerpen wonen.
Perelman voltooide er zijn middelbaar onderwijs aan het Koninklijk Atheneum en begon zijn universitaire studies aan de ULB. Hij behaalde er in 1934 een doctoraat in de rechtsgeleerdheid en vier jaar later behaalde hij een tweede doctoraat in de letteren en wijsbegeerte met een proefschrift over de Duitse wiskundige en wijsgeer Gottlob Frege.
Ondertussen was Perelman in 1935 benoemd tot onderzoeker bij het Nationaal Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek. In 1938 werd Perelman, die in 1936 genaturaliseerd was tot Belg, docent aan de faculteit Letteren en Wijsbegeerte van de ULB. Hij zou er zijn hele loopbaan verblijven.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog diende Perelman te stoppen met zijn wetenschappelijk onderzoek. Hij zetelde in de door de Duitsers opgerichte Vereeniging van Joden in België, maar ging ook in het verzet. In de zomer van 1942 richtte hij samen met de Joodse communist Gert (Hertz) Jospa en Abush Verber, leider van een linkse zionistische organisatie, de Joodsche Verdedigingscomiteit op, die aanvankelijk opereerde vanuit de woning van Perelman in Ukkel. Hun voornaamste doel was onderduikadressen te vinden voor zo veel mogelijk Joden. Dankzij de hulp van Yvonne Nèvejean, hoofd van het O.N.E. (Office National de l’Enfance) werden meer dan 3000 Joodse kinderen verstopt in weeshuizen, privéhuizen en katholieke instellingen. Ook vele volwassenen konden worden ondergebracht. Uiteindelijk diende Perelman eveneens onder te duiken, eerst in Brussel en later in Mechelen. Een gedenkplaat ter herinnering aan de activiteiten van Perelman werd na zijn dood aangebracht aan de woning in Ukkel.
Na de oorlog nam Perelman zijn werk weer op en werd benoemd tot hoogleraar. Hij bezette in Brussel de Franstalige leerstoelen geschiedenis van de filosofie, logica, moraal en metafysica en de Nederlandstalige leerstoel in de logica. Na de universitaire hervormingen van 1968 richtte Perelman de cursus argumentatielogica op voor de rechtsstudenten. In 1978 ging Perelman op emeritaat.
Perelman was in 1955 medeoprichter van het Nationaal Centrum voor Navorsingen in de Logica (NCNL) en was voorzitter van het centrum van 1970 tot aan zijn dood. In 1967 richtte hij aan de ULB het onafhankelijk Centre Perelman de philosophie de droit op, het centrum werd in 1982 onderdeel van de faculteit rechten aan de universiteit.
Op 5 december werd Perelman door koning Boudewijn in de adelstand verheven en kreeg de titel van baron. Korte tijd later overleed Perelman op 71-jarige leeftijd aan een hartinfarct in zijn woning te Ukkel.
De gemeente vernoemde een straat in de buurt van zijn woning naar hem: de Baron Perelmanstraat.
Zijn belangrijkste leerling was Leo Apostel.
Wetenschappelijk onderzoek en werk
De doctrine van Perelman, ook weleens het perelmanisme genoemd, werd onderzocht in twee hoofdwerken.
Perelmans eerste belangrijke werk was De la Justice, geschreven in 1945. In dit werk onderzoekt hij de toepassing van een positieve filosofische benadering in de ontwikkeling van het recht.
Zijn voornaamste werk is Traité de l'argumentation: La nouvelle rhétorique dat hij samen met zijn assistente Lucie Olbrechts-Tyteca in 1958 schreef. Sinds 1948 voerden beiden onderzoek naar de ontwikkeling van een argumentatietheorie die kon toegepast worden in de ethiek, de rechtsfilosofie en de retoriek. Perelman noemde de nieuw ontwikkelde theorie over het argument de nouvelle rhétorique of nieuwe retoriek. De formele logica die tot dan toe werd toegepast voor de argumentatie in de ethiek en het recht was in een aantal gevallen ontoereikend voor het rechtvaardigen van bepaalde keuzes en beslissingen. Perelman vond dat ook niet-demonstratieve bewijsvoeringen die uit de juridische argumentatie ontleend werden, konden leiden tot een ruimere opvatting van rationaliteit in bepaalde domeinen zoals de ethiek en de rechtsfilosofie.
Perelman kreeg een eredoctoraat aan de Universiteit van Florence, de Hebreeuwse Universiteit van Jeruzalem en de McGill-universiteit van Montreal (Canada). In 1962 kreeg hij voor zijn wetenschappelijk onderzoek de Francquiprijs voor Menswetenschappen en bezette in 1967 de Francquileerstoel aan de Rijksuniversiteit Gent.
Vanaf 1962 was Perelman gastprofessor aan de Pennsylvania State University en droeg regelmatig bij in het door Henry W. Johnstone opgerichte tijdschrift Philosophy and Rhetoric. Hij werd in de Verenigde Staten beschouwd als de belangrijkste specialist in de argumentatietheorie.
Perelman publiceerde nog een aantal afgeleide werken van zijn in 1958 verschenen standaardwerk. De belangrijkste publicatie was Logique juridique, nouvelle rhétorique die in 1976 verscheen.
Werken
- De l'arbitraire dans la connaissance (1933)
- Les paradoxes de la logique (1936)
- De la justice (1945)
- Logique et rhétorique (1950)
- Rhétorique et philosophie (1952)
- Traité de l'argumentation: la nouvelle rhétorique (1958)
- Justice et raison (1963)
- Études de logique juridique (1966)
- Droit, morale et philosophie (1968)
- The new rhetoric as a theory of practical reasoning (1970)
- Le champ de l'argumentation (1970)
- La logique juridique: la nouvelle rhétorique (1976) (Ned. vert.: Juridische logica als leer van de argumentatie, Antwerpen 1979)
- L'empire rhétorique: rétorique et argumentation (1977) (Ned.vert.: Retorica en argumentatie, Baarn 1979)
- The new rhetoric and the humanities (1979)
- Introduction historique à la philosophie morale (1980)
- Justice, law and argument (1980)
- Le raisonnable et le déraisonnable en droit (1984)
Bibliografie
- Alan G. GROSS, Ray D. DEARIN, Chaïm Perelman, SUNY Press, 2003, ISBN 0791455599
- Richard LONG, The Role of Audience in Chaim Perelman's New Rhetoric, in JAC 4, 1983
- Ray D. DEARIN, The new rhetoric of Chaim Perelman: Statement and response. , Lanham, University Press of America, 1989
- James L. GOLDEN en Joseph J. PILOTTA, Practical reasoning in human affairs: Studies in honor of Chaim Perelman, Boston, D. Reidel, 1986
- Mieczysław MANELI, Perelman's new rhetoric as philosophy and methodology for the next century. Boston, Kluwer, 1994
Externe links
Bronnen, noten en/of referenties
|