Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Boerenpartij (Nederland)
De Boerenpartij was een Nederlandse politieke partij, die van 1963 tot 1981 was vertegenwoordigd in de Tweede Kamer, heden ten dage alleen nog vertegenwoordigd als een lokale gemeenteraadsfractie in de gemeente Heerde.
Oprichting
Het is niet helemaal zeker wanneer de Boerenpartij werd opgericht. Wel is bekend dat in 1958 in enkele plaatsen in Gelderland de voorlopers van de partij, de 'Vrije Boeren', meededen aan de gemeenteraadsverkiezingen. In 1959 werd de Boerenpartij ingeschreven bij de Kiesraad.
Oprichter van de Boerenpartij was Hendrik Koekoek, sinds 1946 voorzitter van de door hem opgerichte Vereniging van Bedrijfsvrijheid in de Landbouw. Deze vereniging, die zich ook wel de 'Vrije Boeren' noemde, verzette zich tegen de bemoeienis van de overheid met de landbouw, onder andere via het Landbouwschap. Een ander belangrijk persoon binnen de partij was medeoprichter Evert Jan Harmsen.
Koekoek was aanvankelijk lid van de Christelijk-Historische Unie. Bij de Tweede-Kamerverkiezingen van 1956 stond hij op de kandidatenlijst van de Nationale Oppositie Unie; in de kieskring Middelburg als lijsttrekker. De Nationale Oppositie Unie haalde echter te weinig stemmen (19.503; 0,34 procent) voor een Kamerzetel.
Opkomst
De Boerenpartij kende een ietwat moeizame start. Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 1958 werden alleen zetels behaald in Valburg en Zelhem. Bij de Tweede Kamerverkiezingen in 1959 bleef de partij met 39.423 (0,66 procent) onder de kiesdrempel steken. Bij de Statenverkiezingen van 1959 werd één zetel behaald, in de provincie Gelderland.
Vlak voor de verkiezingen van 1963 steeg de populariteit van Koekoek, en zijn partij behaalde 3 zetels. De aanleiding hiervoor was de zogenoemde Boerenopstand in het Drentse Hollandscheveld, waar de politie met geweld enkele boerderijen ontruimde van boeren die heffingen van het Landbouwschap niet hadden betaald. Koekoek, aanwezig bij het incident en zelf afkomstig uit Hollandscheveld, verwierf in de pers een reputatie als verdediger van kleine ondernemers.
Het electoraat van de Boerenpartij bestond aanvankelijk voornamelijk uit boeren. Sinds het midden van de jaren zestig bleek de partij echter ook aantrekkingskracht uit te oefenen op middenstanders en kleine zelfstandigen die zich wilden verzetten tegen overheidsbemoeienis. Als gevolg hiervan drong de Boerenpartij in 1966 ook door tot de gemeenteraden van een aantal grote steden, zoals Amsterdam (48.134 stemmen; 9,4 procent; 4 zetels), Rotterdam (29.380 stemmen; 7,2 procent, 3 zetels), Den Haag (36.739 stemmen; 6,9 procent, 5 zetels) en Utrecht (14.017 stemmen; 9,3 procent, 4 zetels).
De Boerenpartij werd in de loop van haar bestaan steeds meer een algemene protestpartij, waartoe ook vele stadsbewoners zich aangetrokken voelden om hun ongenoegens over maatschappelijke veranderingen en de kloof tussen de gevestigde politieke partijen en de kiezer te uiten, ongeveer ook zoals later het geval zou zijn met de LPF.
Door sommigen wordt de Boerenpartij beschouwd als een rechtse of zelfs extreemrechtse partij. Dit laatste is voornamelijk te danken aan het lidmaatschap van personen met een twijfelachtig (NSB- of SS)-oorlogsverleden waaronder Hendrik Adams en Evert Jan Roskam. De partij zelf was evenwel uitgesproken tegen fascisme en racisme.
Conflicten
De boerenbelangenpartij van Koekoek werd gezien als een algemene protestpartij en wist bij de verkiezingen van 1967 zeven zetels te behalen. In de Eerste Kamer bezat de Boerenpartij drie zetels. Door interne conflicten viel de fractie echter uiteen, zo scheidden in 1968 vier fractieleden zich af onder aanvoering van Evert Jan Harmsen; de Groep Harmsen. Later zou ook Nico Verlaan zich afsplitsen, waardoor de Boerenpartij kort vóór de verkiezingen van 1971 twee van de zeven zetels over had. De populariteit van voorman Koekoek daalde en in 1971 behaalde zijn partij nog slechts één zetel. De Groep Harmsen, die deelnam als Binding Rechts, haalde geen enkele zetel.
Doorstart
Het leek gedaan met de Boerenpartij, maar bij de vervroegde verkiezingen van 1972 behaalde de partij weer drie zetels. Naast Koekoek kwamen toen ook de erudiete zakenman Victor Honig van den Bossche en Jan de Koning in de kamerbankjes. De Koning viel vooral op door zijn verzet tegen de invoering van de zomertijd; hij beweerde dat de zon zich toch niets van de klok aantrok.
In 1974 nam Koekoek samen met Vader Abraham de carnavalssingle "Den Uyl is in den olie" op. De plaat bereikte de eerste plaats in de Top 40. Koekoek werd zodoende de eerste (en tot dusver enige) Nederlandse politicus die bovenaan de hitparade stond.
Bij de Tweede Kamerverkiezingen van 1977 haalde de Boerenpartij nog maar één zetel. Kort daarna kwam Koekoek negatief in het nieuws omdat hij werd verdacht van het verwaarlozen van dieren (pony's) die bij hem in de wei in Bennekom liepen. Ook deed zich in november 1977 (opnieuw) een scheuring voor in de Boerenpartij, die onder meer leidde tot het vertrek van het enige Eerste-Kamerlid van de Boerenpartij, B.W. Maris.
Teloorgang
Bij de verkiezingen in 1981 deed de Boerenpartij mee onder een nieuwe naam: Rechtse Volkspartij (RVP). Hiermee werd geen enkele zetel gehaald. Na 1982, toen Koekoek ook zijn (enige) raadszetel in de gemeenteraad van Ede verloor, raakte de partij in de vergetelheid. Leider Hendrik Koekoek raakte ook enkele malen in opspraak door beschuldigingen van het verwaarlozen van dieren (pony's) die bij hem in de wei in Bennekom liepen.
In 1993 werd in Hollandscheveld de Solidariteit Boerenpartij (SBP) opgericht. Voorman was Paul Koekoek, neef van Hendrik Koekoek. De partij had veel van het oorspronkelijke gedachtegoed van de Boerenpartij, maar was mede geïnspireerd door de Poolse beweging Solidarność. De SBP deed mee aan de Tweede Kamerverkiezingen van 1994 onder het verkiezingsprogramma "Het moet anders, zo kan het niet langer" en kreeg 9088 stemmen (0,1% van het totaal), wat geen zetel opleverde.
Verkiezingsresultaten
- 1959: 39.423 stemmen (0,66 procent), geen zetel.
- 1963: 133.231 stemmen (2,13 procent), 3 zetels.
- 1967: 327.953 stemmen (4,77 procent), 7 zetels.
- 1971: 69.656 stemmen (1,10 procent), 1 zetel.
- 1972: 143.239 stemmen (1,94 procent), 3 zetels.
- 1977: 69.914 stemmen (0,84 procent), 1 zetel.
- 1981: 17.371 stemmen (0,20 procent), geen zetel.
- 1982: 21.987 stemmen (0,27 procent), geen zetel.
Heden
Momenteel heeft de Boerenpartij nog één lokale fractie. De Boerenpartij in Heerde doet al jaren mee in de gemeenteraad, waar ze momenteel met twee zetels zitting in heeft. Tot en met de gemeenteraadsverkiezingen van 2006 had de partij zelfs vier zetels, wat de Boerenpartij destijds even groot maakte als het plaatselijke CDA.