Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie en digitaal erfgoed, wenst u prettige feestdagen en een gelukkig 2025

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Arthur Meighen

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Arthur Meighen (St. Mary's (Ontario), 16 juni 1874Toronto, 5 augustus 1960) was een Canadees politicus en 9e Minister-president van Canada. Hij diende twee termijnen als minister-president in de jaren 1920.

Meighen genoot hoger onderwijs aan de University of Toronto waar hij in 1896 afstudeerde met een graad in de wiskunde. Hierop studeerde hij tevens pedagogie en was hij onderwijzer tot hij in 1898 rechten ging studeren. In 1903 zette hij een advocatenkantoor op in Portage la Prairie in de provincie Manitoba.

In 1908 begon Meighen zijn loopbaan in de politiek en werd hij als Conservatieve Partij gekozen tot een zetel in het House of Commons het lagerhuis van het Canadees Parlement. Na de overwinning van de Conservatieven onder leiding van Robert Laird Borden werd Meighen in 1913 opgenomen in diens kabinet waar hij in diverse ministersposten zou dienen. Met de uitbraak van de Eerste Wereldoorlog in 1914 was het Meighen die voor de dienstplicht pleitte. De invoering van deze dienstplicht bracht een diepe splitsing teweeg tussen Engelssprekend Canada en de Franse minderheid die in de provincie Québec was geconcentreerd. Engelstalige Canadezen waren ver in de meerderheid onder de nieuw gerecruteerde vrijwilligers en er was slechts weinig animo onder de Franstalige bevolking om in de oorlog te vechten. De dienstplicht zorgde er dan ook voor dat Meighen's beleid uitermate impopulair was in Québec, iets wat hem later in zijn politieke carrière duur te staan kwam. De door Meighen door het parlement gesluisde Military Voters Act en War Times Elections Act, wetten die delen van de bevolking zoals dienstweigeraars en Duits-Canadezen hun stemrecht ontnam en vrouwen van soldaten het stemrecht juist schonk, versterkte de scheuring tussen de twee taalgroepen.

Meighen's beleid had ook als neveneffect dat de oppositiepartij, de Liberalen in twee kampen opsplitste, één segment onder leiding van oud minister-president Wilfrid Laurier die haar aanhang vooral in Québec had en een tweede kamp die zich van de partij afsplitste en als Union Party zich bij de Conservatieven voegde voor het restant van de oorlog en kort daarna.

Bij Federale verkiezingen in december 1917 wonnen de Conservatieven en Union Partij een grote meerderheid en minister-president handhaafde Meighen in zijn kabinet. In zijn nieuwe hoedanigheid van minister van binnenlandse zaken was Meighen verantwoordelijk voor de nationalisering van de in moeilijkheden geraakte spoorwegmaatschappijen. In 1920 nam Borden wegens gezondheidsredenen ontslag als minister-president en werd Meighen gekozen als nieuwe leider van de Conservatieven en werd dan ook, op 10 juli 1920, aangesteld als minister-president. In de zomer van 1921 was Meighen aanwezig bij de Imperial Conference in Londen waar hij de Britse regering overtuigde het vriendschapsverdrag met Japan niet te verlengen maar in plaats daarvan een conferentie van Pacifische mogendheden te houden, hetgeen resulteerde in de Washington Conference eind 1921 die limieten vaststelde voor de omvang van de zeestrijdkrachten van de participerende landen.

Bij de Federale parlementsverkiezingen die Meighen voor december 1921 had uitgeschreven werden de Conservatieven een grote nederlaag toegediend en wonnen zij minder dan een kwart van de zetels in het Lagerhuis. Dit verlies had in grote mate te maken met de dienstplicht die Meighen in Québec vrijwel geen enkele stem bracht alsmede een naoorlogse economische neergang die in Westelijk Canada aanleiding gaf voor de vorming van de Progressive Party die lagere handelstarieven eiste om zo boeren en arbeiders te beschermen. Meighen verloor ook zijn eigen zetel in Portage la Prairie en moest op 29 december 1921 ontslag nemen als minister-president, net iets meer dan een jaar na zijn aantreden.

Tussen 1921 en 1926 was Meighen leider van de oppositie, na in een by-election een zetel te hebben verworven in een district in Ontario. Als oppisitieleider pleitte Meighen voor Canadese deelname aan een dreigende oorlog tussen Groot-Brittannië en Turkije, iets dat Meighen's opvolger als minister-president, William Lyon Mackenzie King resoluut afwees. Hoewel Mackenzie King's periode als minister-president vrij soepel was verlopen en de economie weer was opgeveerd veloren de Liberalen in 1925 toch de parlementsverkiezingen. Met 15 zetels meer dan de Liberalen hadden Meighen's Conservatieven een pluraliteit in het Lagerhuis. Desondanks weigerde Mackenzie King af te treden en vormde hij een informele coalitie met de Progressive Party. Na een schandaal bij de Douane verloor Mackenzie King de steun van de Progressieve fractie en, een nederlaag in het parlement vresend, vroeg King de Gouverneur-Generaal het parlement te ontbinden. Deze weigerde waarop Mackenzie King ontslag nam en Meighen werd gevraagd een regering te vormen Op 29 juni 1926 werd Meighen aldus weer ingehuldigd als regeringsleider.

De Conservatieven verloren al vrij snel daarna het vertrouwen van het parlement en Meighen schreef nieuwe verkiezingen uit. Meighen's partij behaalde bij deze stembusgang 91 zetels tegenover Mackenzie King's Liberale Partij die 116 zetels won. Meighen verloor wederom zijn eigen zetel en op 25 september, amper 3 maanden na aanvang van zijn tweede termijn, werd Meighen wederom opgevolgd door Mackenzie King.

Een jaar na zijn verkiezingsnederlaag werd Meighen opgevolgd als leider van de Conservatieve Partij door Richard Bennett, de latere minister-president die Meighen in 1932 tot de Senaat benoemde. Voor de hieropvolgende 3 1/2 jaar was Meighen leider van de regerende fractie in de Senaat. In 1941 werd Meighen kort weer de Conservatieve leider maar na een nederlaag in een by-election nam hij voorgoed afscheid van de politiek.

Op 5 augustus 1960 kwam Arthur Meighen te Toronto te overlijden op 86 jarige leeftijd.

    Zie ook: Lijst van Minister-Presidenten van Canada

Externe links

Minister-president van Canada
Voorganger:
Robert Laird Borden
Arthur Meighen (1920-1921) Opvolger:
William Lyon Mackenzie King
Voorganger:
William Lyon Mackenzie King
Arthur Meighen (juni-september 1926) Opvolger:
William Lyon Mackenzie King