Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
André Beullens
André Beullens | ||
Afbeelding gewenst | ||
Persoonsgegevens | ||
Geboren | 6 september 1930 | |
Overleden | 29 februari 1976 | |
Geboorteland | België | |
Nationaliteit | België | |
Beroep(en) | Kunstschilder | |
Informatie over André Beullens bij het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie |
André Beullens (6 september 1930, Brussel - 29 februari 1976, Brussel) was een Belgisch kunstschilder.
Biografie
Beullens volgde zijn opleiding aan het Provinciaal Normaalinstituut voor Tekenkunst van Brabant (Institut Provincial Normal de Dessin du Brabant) en hij volgde tekenen en sierkunst aan de Academie van Brussel en aan deze van Sint-Jans-Molenbeek. Hij was leraar aan het Rijkscentrum voor Hoger Kunstonderwijs te Etterbeek.
Hij won de prijs van de Jeune Peinture Belge in 1964.
Zijn hartkwaal werd hem fataal, nog maar 45 jaar oud. Hij stierf op straat, in de armen van zijn echtgenote.
Het S.M.A.K. hield van 10 juni tot 24 juni 1977 een overzichtstentoonstelling voor de drie Vlaamse kunstenaars die begin 1976 kort na elkaar waren overleden, met name Marcel Broodthaers (op 28 januari), Amédée Cortier (op 11 februari) en André Beullens (op 29 februari). Pas veel later werd zijn werk opnieuw publiek tentoongesteld, meerbepaald van 11 januari tot 07 februari 2013, in een volledige zaal van het Cultuurcentrum Strombeek - Grimbergen (in het kader van het eerste luik "Het ding" van het project "Waves").
Werk
Beullens bezat een groot vakmanschap en werkte geduldig als een monnik [1]. Zijn "ambachtelijke zuiverheid" en "esthetische gevoeligheid" zijn uitzonderlijk[2]. Hij heeft zich steeds, ook in de surrealistische periode, tot doel gesteld "een ruimtelijke schilderkunst (te creëren) die een gevoel schept van het absolute" [3].
De evolutie verloopt snel. Tot eind de jaren 50 geeft hij een surrealistische beeldtaal weer. Wanneer hij 31 jaar is verlaat hij, definitief, de figuratieve uitdrukking [4]. Dit gaat gepaard met het zoeken naar nieuwe technische mogelijkheden. In de jaren 60 volgen de wazige, over elkaar verglijdende lichtvlakken die evolueren tot vibrerende kleur- of juister lichtbanen die uitdeinen tot over de randen van het schilderij[5]. Begin de jaren 70 worden zijn werken opgebouwd uit evenwijdige verticale banden en lijnen, van onderscheiden kleuren. In zijn laatste levensjaar volgt een verdere uitpuring naar de kleur toe.
Het werk vanaf midden 1961 is geometrisch abstract; dit werk werd vroeger gekatalogeerd als "tonale koude" abstracte kunst[6], waarbij "koud" als synoniem voor "niet-lyrisch" en dus "geometrisch" wordt gebruikt. Beullens' abstract werk wordt gekenmerkt door een doorgedreven zoeken naar het absolute, het essentiële via het weergeven van enigmatisch licht en later naar de geestelijke inwerking van zuivere-kleurenbanen. Dit werk kan dan ook worden beschouwd als analytische, fundamentele kunst (zie “Geplante” of “Analytische Malerei” in Duitsland, “Nouvelle Peinture” in Frankrijk en “Nuova Pittura” in Italië)[7]. Een belangrijk deel van het geometrisch-abstracte werk van André Beullens wordt gerekend tot het "optisch constructivisme" (op-art)[2]; het optisch effect bestaat uit subtiele tonalistische schakeringen[2], uit zachte lichtvibraties [8]. Maar het is wellicht juister om vast te stellen dat Beullens eigenzinnig en geduldig zijn eigen artistieke zienswijze heeft voortgezet en dus niet tot een bepaalde groep behoort [9][10].
Het licht staat centraal tot eind de jaren 60. In de reeks "Ephémérides" maakt hij volgens zijn uitleg "centrale kernen die baadden in hun lichtkring, waarna "mijn zoeken zich gaan richten (is) op de uitstraling van dit licht"[11]. De pure zuiverheid en de enigmatische essentie worden steeds perfecter uitgebeeld via een vibrerende lichtkern, die onvatbaar uitdeint in de ruimte. Het gevoelsgeladen, degraderende licht waaiert zacht uit via een evenwichtig en vernuftig rasterwerk van lijnen en banden [12][13]. De kunst van Beullens laat het licht vrij, eindeloos en op een homogene wijze. Ze brengt de kijker naar een stille plaats waar hij rustig kan ademen en waar de vloeibaarheid en de permanente verderstroming van de dematerialisatie hem tot het essentiële brengt [14].
Vanaf 1969, na toenemende hartproblemen, wordt de kleur belangrijker dan het licht. "Alleen het coloriet geeft deze ik zou zeggen onderwatersensatie van een vertraagde beweging. Het is of de tijd stilstaat en ons de zin van de eeuwigheid laat zien"[15]. Hij verduidelijkt dat de elkaar versterkende kleurenbanden tot doel hebben "het absolute in de kleur te achterhalen" zodat "de geest een volmaakte rust ondergaat"[16]. Hij verduidelijkt nog: de kleuren staan volkomen op zichzelf, in al hun zuiverheid, en worden niet meer gebruikt om het licht uit te spreiden; ze interageren, vibrerend door hun densiteit en door afgemeten contrasten[17][18]. De meest uiteenlopende, soms onverzoenbaar lijkende, kleuren worden in lijnen en banden naast elkaar geplaatst. De kleurenbanen raken elkaar zacht, doen elkaar vibreren en versterken elkaar. Zo stralen ze hun aangename energie af naar de kijker. Daarna volgen de gelijkmatige kleurvlakken, met hun doffe, korrelige luminositeit aan de oppervlakte van het doek [19]. In zijn laatste productief jaar, 1975, realiseert hij de indrukwekkend grote "Domino - suites I en II", bestaande uit monochrome panelen. Zo wordt de kleur op zichzelf getoond, in al haar zuiverheid en essentie[20].
Tijdens een interview over zijn Domino Suites legde hij zijn werkwijze uit: hij gebruikt enkel olieverf; dit bereidt hij met het mes, zonder toevoegsel zoals terpentijn of olie; de verf wordt op het doek aangebracht met kwasten met harde, korte haren (en sommige kwasten worden door hem nog ingekort); onmiddellijk na het uitstrijken van de verf wrijft hij deze verf diep tussen de korrels van het doek; de vingersporen wist hij uit met een dikke tamponeerkwast; om de opaciteit te verhogen wordt een tweede laag aangebracht.[21] Zo ontstaat een geometrisch opgebouwde, ritmische constructie van gevoelige, zacht in elkaar vloeiende zones [22].
Tegen de stroom van de tijd in bleef hij trouw aan de zuivere schilderkunst, aan een hoog vakmanschap met hierdoor een zeer beperkte productie en aan het streven naar (absolute) schoonheid. Dit verklaart mede waarom zijn werk bij de massa in de vergetelheid weggezonken is (hoewel de waardering voor zijn werk bij een kern van kunstliefhebbers toch wel blijkt uit de veilingprijzen).
Werk in openbare collecties (selectie)
- Dubbel gouden strand V. Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België Geraadpleegd op 29 juli 2017
Bronnen, noten en/of referenties
|