Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie en digitaal erfgoed, wenst u prettige feestdagen en een gelukkig 2025

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Adolf Lüderitz

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
rel=nofollow

Franz Adolf Eduard Lüderitz (Bremen, 16 juli 1834 – Oranjerivier, 30 oktober 1886) was een Duitse handelaar en de stichter van de eerste Duitse kolonie in Zuidwest-Afrika.

Vroege leven

Hij werd geboren in Bremen als zoon van de tabakshandelaar F. A. E. Lüderitz, die uit Hannover stamde.

Hij werkte met zijn vader in de tabakshandel. In 1854 reisde hij naar de Verenigde Staten. In Mexico pachtte hij een paarden- en runderfarm, die echter in de revolutie verwoest werd. Zonder financiële middelen zag hij zich genoodzaakt om in 1859 terug te keren naar Bremen en naar de firma van zijn vader. In 1866 trouwde hij met de welstellende Emmy von Lingen uit Bremen. Toen de vader in 1878 overleed, volgde Adolf Lüderitz hem op als zaakvoerder.

Zakenman in Afrika

In 1881 begon hij een fabriek in Lagos in het toenmalige Brits West-Afrika. Deze nederzetting kon niet standhouden tegen de buitenlandse concurrentie. Maar Lüderitz bleef bij zijn Afrika-plannen en vond ondersteuning bij de jonge koopman Heinrich Vogelsang uit Bremen. Toen ze op een kaart van Afrika zagen dat het Zuidwesten van Afrika nog niet door een koloniale macht was ingenomen, besloten ze om daar grond te zoeken.[1]

In 1882 stuurde Lüderitz Vogelsang naar Kaapstad, om van daaruit naar gunstige mogelijkheden te zoeken. De zoon van de in Zuidwest-Afrika werkende Duitse zendeling Carl Hugo Hahn wees hem op de baai rond Angra Pequena. Bovendien was deze baai goed gelegen om taksen te vermijden op het importeren van handelsgoederen via het Britse Walvis Bay.

Aankoop grondstuk

Nadat Vogelsang in april 1883 de eerste verblijfplaatsen had laten inrichten voor de expeditie naar de baai van Angra Pequena, tekende hij op 1 mei 1883 een contract met de plaatselijke Nama-hoofdman Joseph Frederics II uit Bethanië, waarin hij overeenkwam dat de baai van Angra Pequena en het land tot op een afstand van vijf mijlen voor 100 gouden pond en 200 geweren werd verkocht aan de firma Lüderitz. Frederics nam aan dat het om Engelse mijlen gingen, en Vogelsang legde niet uit dat de Duitse ’geografische mijlen’ wel vijf keer langer waren dan de Engelse mijlen. Toen Lüderitz later uitging van de Duitse maat, voelden de Nama zich bij de neus genomen, maar konden ondanks heftige protesten hun standpunt geen kracht meer bijzetten. Op 25 augustus van hetzelfde jaar werd een tweede contract getekend, waarin het kustgebied tussen de Oranjerivier en de 26e breedtegraad en het land tot 20 mijlen landinwaarts vanaf de kust voor 500 pond en 60 geweren werd verkocht. Lüderitz schreef aan zijn handelsagent Vogelsang: „Laat Joseph Fredericks voorlopig in het geloof, dat het 20 Engelse mijlen zijn.”[2]

Lüderitz betaalde echter niet in goud maar in handelsgoederen. Van zijn kant vermeldde de hoofdman ook niet dat zijn vader, David Fredericks, een deel van het land reeds aan iemand anders had verkocht.

Duits protectoraat

Toen Lüderitz vernam dat de Kaapkolonie zijn land wilde annexeren,[3] vroeg hij aan het Duitse Ministerie van Buitenlandse Zaken om bescherming van zijn eigendom. Aangezien Rijkskanselier Otto von Bismarck sceptisch stond tegenover Duits kolonialistisch streven, kreeg Lüderitz enkel het vage antwoord dat hij de gebruikelijke bescherming zou krijgen die elke Duitser in het buitenland kreeg. Op 7 augustus 1884 werd het landstuk onder bescherming geplaatst van het Duitse Rijk.

Er werd hetzelfde jaar nog geprobeerd om het land verder uit te breiden, door via onderhandelaars, onder wie zijn broer August Lüderitz, grond te laten afkopen van de Herero’s, maar deze poging mislukte.

Uitbreiding grondgebied

In 1885 verwierf Lüderitz nog meer grond van de Nama-hoofdmannen Cornelius Swartbooi, Jan Uixamab en Jan Jonker Afrikaner, hoewel deze zelf voor een deel niet in het bezit waren van de betreffende gronden. Met uitzondering van het Britse Walvisbaai (Walvis Bay) had hij het gehele kustgebied van het huidige Namibië in zijn bezit.

Zijn idee om het land uit te breiden helemaal tot aan Transvaal aan de oostkust, en zo een gang van de Atlantische tot de Indische Oceaan beschikbaar te maken voor Duitse nederzettingen, kon niet worden uitgevoerd.

Toen het geld op was, verkocht hij het land aan de intussen opgerichte Deutsche Kolonialgesellschaft für Südwest Afrika (DKG), een Berlijns bedrijf dat werd opgericht om de kolonie te ontwikkelen.

Met wat financiële ondersteuning van het DKG vertrok hij in oktober 1886 op een expeditie op zoek naar minerale rijkdommen. Hij en zijn stuurman kwamen niet levend terug van de expeditie. De omstandigheden van zijn dood blijven onduidelijk. Men neemt aan dat hij en de stuurman verdronken toen hun lichte bootje, waarschijnlijk tussen de monding van de Oranjerivier en de Angra Peguena, kapseisde.[4]

De plaats bij Angra Pequena kreeg de naam Lüderitzbucht en Lüderitz Bay (Engels), en werd later ingekort tot Lüderitz.

Beoordeling

Critici van het kolonialisme zagen Adolf Lüderitz als de Duitse vertegenwoordiger van het Europees imperialisme. De dubieuze aankopen, ook bekend als de „Meilenschwindel” (mijlenzwendel), zorgden ervoor dat Lüderitz reeds vroeg met de spotnaam Lügenfritz werd bedacht.[5] In heel wat steden in Duitsland werd een straat naar hem genoemd. Tegenwoordig staat men eerder kritisch tegenover de Duitse koloniale tijd, waardoor deze straatnamen in verschillende steden onder discussie stonden en nieuwe straatnamen voorgesteld werden, zo onder andere in Bremen,[6] in 1990 in Keulen[7] en in Berlijn.[8]

Verkoopcontract

Tekst van het verkoopcontract
Verkoop-Contract

tüsschen Kapt. Joseph Frederics van Bethanie
Groot-Namaqualand en F. A. E. Lüderitz te
Bremen in Duitschland.

Op den huidigen dag den 25 Augustus
1883 (vijf en twintigsten Augustus een duizend
acht honderd drie en tachtig) heeft Kapt.
Joseph Frederics van Bethanie een gedeelte
zijns lands, namelijk de geheele kust van
de Groot- of Orange-rivier af tot den zes en
twintigsten graad zuider breedte met inbe-
grip van alle havens in baaien, mitsgaders
het land tot twintig geograph’sche mijlen
landwaards, van elken punt der Kust uit-
berekend – aan de Firma F. A. E. Lüderitz
te Bremen in Duitschland, tegen 60 (zestig)
Wesley-Richard geweren, en 500£ (vijf
                                honderd

honderd Pond in goud) verkocht en afgegeven.


Door de onderteekening des Verkoopers, verklaart
dezelve te gelyker tijd het boven bekustend lands-
gedeelte afgegeven, als ook de 60 (zestig) Wesley-
Richard geweren en 500£ (vijf honderd Pond in
goud) ontvangen te hebben.

De Kooper van zijne zijde, verklaart door zijne
handteekening te gelijker tijd de inbezitneming
van het gekoopte land, als ook de overlevering
der 60 (zestig) Wesley-Richard geweren en 500£
(vijf honderd pond in goud).
Bethanie d. 25 Augustus 1883.

[Handtekeningen]

Het verkoopcontract
in het Duitse Koloniale Bildarchiv


(klik om te vergroten)

Bronnen, noten en/of referenties

Weblinks

  (en) Franz Adolf Lüderitz, in: Encyclopædia Britannica, 2024. (vertaal via: Vertaal via Google translate)

Wikimedia Commons  Zie ook de categorie met mediabestanden in verband met Adolf Lüderitz op Wikimedia Commons.

rel=nofollow

Q77340 op Wikidata  Intertaalkoppelingen via Wikidata (via reasonator)

rel=nofollow
Verwijzingen

  1. º Namibia Guide Book, The man who bought a country, op Orusovo.com
  2. º Wilfried Westphal, Geschichte der deutschen Kolonien. Bindlach: Gondrom, 1991, ISBN 3-8112-0905-1, p. 21: „Lassen Sie Joseph Fredericks aber vorläufig in dem Glauben, daß es 20 englische Meilen sind.”
  3. º Zuid-Afrika geschiedenis op Miriamad.nl
  4. º Lüderitz op Idreamafrica.com.na
  5. º Jochen Bölsche: Die Peitsche des Bändigers, in: Der Spiegel, Nr. 3, 2004, p. 102–109.
  6. º "Schwachhausen und die SWAPO", die tageszeitung (taz), 2 januari 2002.
  7. º Köln: Umbenennung der Lüderitzstraße
  8. º Jasmin Rietdorf, Koloniale Vergangenheit Straßennamen sind in beiden Städten nicht nur Wegweiser Tagesspiegel, 22 februari 2008
rel=nofollow
rel=nofollow
rel=nofollow