Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Gebruiker:Franciscus/kladblok

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Deze pagina gebruik ik om nieuwe artikelen even op te bergen en te bewerken, vóórdat ik ze als bijdrage op Wikisage zet. Ook kan ik hier enkele geheugensteuntjes kwijt.
Franciscus 4 feb 2009 14:55 (UTC)



Edward Elgar omstreeks 1925
rel=nofollow
>> Paul Dukas ( 1865 - 1935 ) >

Beschreibung SAND Maurice Masques et bouffons 07.jpg


Italiano: Scaramuccia Deutsch: Scaramuz Datum 1860(1860)

Quelle SAND Maurice. Masques et bouffons (Comedie Italienne). Paris, Michel Levy Freres, 1860

Urheber Maurice Sand

  1. 2 2/ 9 + 5/ 9 = 2 7/ 9


Franciscus 20 jul 2009 13:33 (UTC)




Nulmeridiaan

Een meridiaan is in de aardrijkskunde een halve cirkel op het aardoppervlak tussen de noordpool en de zuidpool.
De Franse geleerden hadden het hart van Parijs als plek uitgekozen waar via Duinkerken een meridiaan naar Barcelona en verder liep en deze meridiaan de Nulmediaan genoemd.

  • De keuze van de nulmeridiaan is lange tijd omstreden geweest. In het verleden zijn er dan ook nogal wat meridianen als nulmeridiaan aangenomen, waaronder die door belangrijke steden als Parijs, Rome, Kopenhagen, Jeruzalem en Sint Petersburg. Uiteindelijk is in oktober 1884 de meridiaan die door het Koninklijk Observatorium Greenwich loopt, als dé internationaal geldende Nulmeridiaan gekozen op de Internationale Meridiaanconferentie. Van de aanwezige landen stemden alleen Brazilië en Frankrijk tegen.
  • Frankrijk heeft zijn eigen nulmeridiaan nooit echt willen opgeven. Na eeuwen van Frans-Britse oorlogen werd de komst van de nulmeridiaan van Greenwich beschouwd als een onverdedigbare en onomkeerbare Britse cartografische invasie van het eigen grondgebied. Maar onder grote druk van de andere landen zag Frankrijk zich toch gedwongen met de rest van de wereld de Greenwich-meridiaan als universele nulmeridiaan te aanvaarden. Frankrijk accepteerde de nulmeridiaan van Greenwich echter pas officieel in 1911.
  • Op de landkaarten van Michelin, is de nulmediaan die over Parijs loopt tot ongeveer 1980 nog steeds aanwezig. Pas later is dit herzien, waardoor Parijs nu op 20 o 20 , Noorderbreedte ligt ten opzichte van de nulmeridiaan van Greenwich.


  • sin α = BC / AB = ½ AB / AB = 0,5
Voor zijde AC wordt de stelling van Pythagoras toegepast, en wel als volgt:
  • AC = √ ( AB ) 2 – ( BC ) 2 = √ ( AB ) 2 – ( ½ AB ) 2 = √ ¾ (AB) 2 = ½ AB√3
Hieruit volgt dan :
  • cos α = AC / AB = ½ AB √ 3 / AB = ½ √ 3 ( = 8,66 )
en :
  • tg α = BC / AC = ½ AB / ½ AB√3 = 1/3 . √3 = 0,577



Quotiënt Φ
1 : 1 1
2 : 1 2
3 : 2 1,5
5 : 3 1,67
8 : 5 1,6
13 : 8 1.62500
89 : 55 1,6181818
610 : 377 1,61537135
4181 : 2584 1,61803405
28657 : 17711 1,61803399
196418 : 121393 1,618033989


Franciscus 20 jan 2011 20:52 (CET)




Kurt Weill

Dit artikel valt onder beheer van Dorp:Luisterrijk.
Bestand:Kurt Weill (19...jpg
<<< Kurt Weill ( 19.. ) gefotografeerd door ……………
Dit artikel valt onder beheer van Dorp:Luisterrijk.

Kurt Weill (Dessau (Duitsland), 2 maart 1900……., 4 april 1950) was een Duitse componist die in de eerste helft van de twintigste eeuw een rijk oeuvre aan muziek tot stand bracht. Hij wordt gerekend tot een van de belangrijkste vertegenwoordigers van de nieuwe en moderne Duitse instrumentale en vocale muziek, als regel bedoeld voor opvoering in de theaters.
Kurt Weill is het meest bekend geworden door zijn werk Die Dreigroschenoper, dat na de premiére in 1928 over de hele wereld een ware triomftocht maakte. Met deze muziek brak Kurt Weill echt goed door en kreeg hij de erkenning die hij verdiende.
Ook later in Frankrijk en Amerika was Kurt Weill een grootheid die de nodige erkenning kreeg met Lady in the Dark, Street Scene, Down in the Valley en nog vele andere innovatieve werken voor het theater.

Eerste ontwikkelingen

Door het rijke culturele klimaat dat heerste in het joodse gezin werden zijn talenten al vroeg gestimuleerd. Zijn vader was cantor in de synagoge en was goed thuis in de muziek. Ook bezocht hij samen met zijn ouders geregeld veel concerten en de plaatselijke opera. Deze ervaring was samen met muziek maken in de huiselijke kring de basis voor Weills muzikale belangstelling.
Kurt Weill begon met componeren toen hij 10 jaar oud was, hoewel hij toen nog geen echte muzieklessen had gevolgd. Wel was hij intussen bezig met de studie piano en compositie bij de componist en docent Albert Bing. Om ervaring op te doen en om wat te verdienen, trad Weill toen hij 15 jaar oud was op als begeleider van liederavonden.
In 1919 werd hij répétiteur aan het Friederich-Theater.in Lüdensdorf en ging hij muzieklessen volgen aan de Berlijnse Hochschule für Musik in Berlijn De componist en docent Engelbert Humperdinck werd zijn leraar compositie. Dit academische onderwijs opleiding beviel hem maar matig, en Kurt Weill hield het daardoor maar twee semesters uit.
Op zijn verdere omzwervingen ontmoette hij de componist en pianist Ferruccio Busoni - een beroemde componist en pedagoog - die masterclasses in compositie gaf. Deze nam hem vier jaar lang onder zijn hoede en bekwaamde hem verder in de muziek, maar kon hem geen contrapunt bijbrengen.
Van Busoni leerde Weill zijn eigen en andermans muziek te waarderen, want, zoals hij zelf zei: 'De lessen waren een onderlinge uitwisseling van ideeën in de beste zin van het woord, zonder poging om mensen tot een mening te forceren.' Onder zijn leiding schreef hij een strijkkwartet en een vioolconcert.
Het gemis aan inzicht in contrapunt werd later goedgemaakt door lessen bij Philipp Jarnach te volgen.
In 1924 kreeg Kurt Weill grote bekendheid door zijn liedercyclus Frauentanz voor sopraan en kwintet.
In 1921 schreef Weill zijn eerste symfonie en in 1925 zijn eerste opera, Der Protagonist (de hoofdrolspeler). Hoewel dit werk redelijk succesvol was, nam Weill al bij de première in 1927 volledig afstand van deze opera.

Berlijn


In de jaren '20 was Berlijn het centrum van de wereld, de stad waar alles gebeurde, waar grote kunstenaars uit heel Europa bijeen kwamen. Berlijn was een stad met een bijna grotere aantrekkingskracht dan Parijs. Nieuwe bouwstijlen en belangrijke kunststromingen volgden elkaar snel op. Spannende jaren waarin niemand zich de tijd gunde zich ergens over te verbazen. Ook de invloeden uit Amerika werden snel omgezet in nieuwe ideeën en stromingen. Voor Amerikanen was Berlijn een kosmopolitische stad waar ze door geldontwáarding van de Duitse mark – na de Eerste Wereldoorlog - voor een dollar een riant bestaan konden leiden. Zij brachten ook de jazz mee naar Europa.
Kurt Weill, die al een tijd in Berlijn woonde, werd een grote fan van onder andere Louis Armstrong en liet zich door de jazz beïnvloeden. Komische noot hierbij is, dat juist. Louis Armstrong later op trompet een bewerking speelde van Mackie Messer (Mack the Knife ) uit Die Dreigroschenoper.
Voor Kurt Weill leverde dit nieuwe denken ongekende mogelijkheden op en hij nam afstand van zijn traditionele manier van componeren In een brief aan zijn ouders schrijft Kurt Weill: Dit zijn de jaren, waarin een kunstenaar steeds op een kruitvat zit. Waarin ongebruikte energie explosief ontladen wordt. Waarin verhoogde overgevoeligheid een constante spanning en opwinding veroorzaakt.

Samenwerking met Bertold Brecht

Kurt Weill leerde in 1927 de theatervernieuwer, schrijver en regisseur Bertolt Brecht kennen, een leeftijdsgenoot. Deze ontmoeting was van essentieel belang voor de ontwikkeling van zijn muziek. In samenwerking met Brecht en geïnspireerd door diens sociaal-kritische opvattingen schiep hij een direct aansprekende vorm van anti~romantisch muziektheater. Deze vorm was gebaseerd op een muzikale stijl waarin elementen ontleend aan onder andere jazz en tango, waren verwerkt. Vanuit hun maatschappelijke betrokkenheid wilden ze de traditionele opera toegankelijk maken voor de gewone arbeider, door onderwerpen te zoeken die actueel waren en aansloten bij de belevingswereld van de gewone mens. Brecht wilde dat bereiken door middel van zijn teksten, maar vooral door zijn andere wijze van spelen, ook wel episch verhalend theater genoemd. Simpel gezegd: de acteur speelt zijn rol niet vanuit inleving, maar hij vertelt over de gebeurtenissen die zijn personage beleeft en de keuzes die hij maakt.
Kurt Weill wilde de opera toegankelijker maken door een nieuw soort opera te creëren in een primitieve vorm. Dit hield een verstrekkende simplificatie van de muziek in. De samenwerking met Bertold Brecht werd niet door iedereen gewaardeerd. De uitgever van Weill’s muziek twijfelde sterk aan de invloed van Brecht. Weill reageerde hierop met de volgende verklaring: De samenwerking van twee zeer productieve mensen kan iets fundamenteel nieuws opleveren. Het lijdt geen twijfel, dat een volkomen nieuwe vorm van theater aan het onstaan is, voor een ander, veel breder publiek en waarvan de werking onvermoed groot zal zijn.

Die Dreigroschenoper

Het bekendste werk van Bertold Brecht en Kurt Weill is die Dreigroschenoper , een haastklus die in 1928 in premiere ging. In datzelfde jaar werd deze opera in 50 verschillende theaters in Duitsland uitgevoerd. Acht verschillende platenfirma's maakten meer dan 20 verschillende plaatopnamen van de opera. De koorts sloeg over naar het buitenland. In vijf jaar tijd werd die Dreigroschenoper 1000 keer uitgevoerd in maar liefst 18 talen. Een ongeëvenaard succes in de geschiedenis van de opera. Ook nu wordt deze opera nog steeds opgevoerd van Nairobi tot Japan, van Moskou tot New York.
Die Dreigroschenoper is een wereldberoemd muziekspektakel geworden en was het eerste grote succes van de samenwerking tussen Bertolt Brecht en Kurt Weil. Het duo schreef voor dit werk ruim twintig sprankelende evergreens, waarvan sommige enprme hits werden. Ondanks de titel is het stuk geen opera maar meer een Singspiel. Dit is toneel met gezongen fragmenten.
De inhoud van die Dreigroschenoper is gebaseerd op het 18 e – eeuwse Beggarsopera van de Engelsman John Gay, waarin voor het eerst gewone mensen op het toneel verschenen. In ndhet libretto, dat Brecht schreef, worden in het achttiende-eeuwse Londen de straten bevolkt door bedelaars, hoeren, oplichters en criminelen. Superboef Mackie Macheath ( Messer ) trouwt stiekem met Polly, de dochter van bedelaarskoning Jeremiah Peachum. Dit lijkt voldoende om Mackie Messer op het schavot te doen belanden, wat echter na allerlei verwikkelingen niet gebeurt. Hij krijgt gratie, een hoge lijfrente en wordt zelfs in de adelstand verheven.
Deze opera - die handelt over de man in de straat en over corruptie, zelfs tot in het politieapparaat - ontketende een ware rage.
De liederen uit die Dreigroschenoper – veel er van gezongen door Lotte Lenya - waren in 1928 grote hits. Vooral het lied van Mackie Messer werd door iedereen gezongen of gefloten.

Und der Haifisch, der hat Zähne,
Und die trägt er im Gesicht,
Und Macheath der hat ein Messer,
Doch das Messer seht man nicht.


Voor het eerst in de geschiedenis werden er door een opera gebruiksartikelen op de markt gebracht, eigenlijk net zoals tegenwoordig.
Op 14 september 1929 ging de ook die Dreigroschenoper onder de naam Driestuiversopera in Nederland in première. Het Oost Nederlands Toneelgezelschap, dat de opera opvoerde, werd geconfronteerd met heftige discussies over inhoud en vormgeving. Dit voorkwam niet, dat ook in Nederland de Driestuiversopera tot een rage uitgroeide. Nog steeds staat in ons land deze opera op het programma van een paar gezelschappen.
Tot de Tweede Wereldoorlog bezocht heel progressief Nederland jaarlijks de filmversie van W.G.Pabst in de Uitkijk in Amsterdam als ware het een bedevaartplaats. De film, die in 1930 in première ging, kende zowel een Duitse als een Franse versie. De Franse versie werd onder de naam. Quatre sous opera uitgebracht.

Nazitijd

Toen Hitler in 1933 aan de macht kwam werden de voorstellingen met werk van Kurt Weill en Bertolt Brecht verstoord door nazi's. Al snel volgde een verbod op het uitvoeren en het in bezit hebben van deze stukken. De nazi's noemden deze muziek entartete Musik, wat dus inhield, dat zij het ontaarde muziek vonden.
Brecht en Weill vluchtten weg uit Duitsland en ontmoetten elkaar weer in Frankrijk, waar ze hun laatste gezamenlijke werk maakten: Die sieben Todsünden.
Het uitbreken van de oorlog en, hun steeds verder oplaaiende conflicten maakte verdere samenwerking onmogelijk. Zo werd een belangrijke productieve succesvolle periode afgesloten.
Toen bleek dat Frankrijk niet veilig was, vluchtten ze naar Amerika. Maar ook in Amerika was Bertolt Brecht als maatschappijkritisch kunstenaar niet veilig en werd hij in het midden van de jaren 50 van de vorige eeuwdoor de beruchte waarheidscommissie van senator Joseph McCarthy ondervraagd op communistische sympathiën.
Brecht ging uiteindelijk terug naar Oost Duitsland en leidde daar tot zijn dood (1956) een belangrijk theater-gezelschap, het Berliner Ensemble. Kurt Weill bleef tot zijn dood (1950) in Amerika en schreef daar een aantal succesvolle opera's, waaronder 'Knickerbocker Holiday’, 'Lady in The Dark' en Johnny Johnson'. ln 'Knickerbocker Holiday' komt de beroemde 'September Song' voor. Dit lied is een van de meest gecoverde songs in de periode van 1940 tot 1965.



Franz von Suppé

Dit artikel valt onder beheer van Dorp:Luisterrijk.
Franz von Suppé ( 1819 - 1895 )
Dit artikel valt onder beheer van Dorp:Luisterrijk.

Franz von Suppé (Spalato, 18 april 1819Wien, 21 mei 1895) was een Oostenrijks componist die vooral operettes schreef.
Franz von Suppé werd geboren als zoon van een Belgische vader en een Weense moeder te Spalato in het huidige Kroatië. Tegenwoordig heet zijn geboorteplaats Split.
Hij was een neef van de Italiaanse operacomponist Gaetono Donizetti.
Von Suppé opende met zijn werken het tijdperk van de Weense operettes en heeft grote invloed gehad op de ontwikkeling van de Oostenrijkse en Duitse lichte muziek.
Vandaag de dag komen zijn werken Dichter und Bauer en Leichte Kavallerie nog geregeld bij de luisteraar langs.

Beginperiode

Franz von Suppé moet wel een zeer bescheiden mens zijn geweest. Hij heette namelijk helemaal niet Franz von Suppé, maar Francesco Ezechiele Ermengildo Cavalliere Suppé Demelli!
Misschien werd het hem wat te tijdrovend bij elke compositie zijn naam voluit te schrijven, maar hoe dan ook, hij is in ieder geval beroemd geworden onder de naam zoals wij hem nu kennen.
Suppé zong toen hij acht jaar was al in het kerkkoor van de kathedraal in Split, waarbij de dirigent Giovanni Cigalla hem de eerste muzieklessen gaf. Een andere leraar leerde hem fluitspelen. Beide leermeesters brachten de begaafde leerling ook de basiskennis van het componeren bij.
Von Suppé schreef – met zijn vroeg opgedane muziekkennis – toen hij tien jaar was al een serenade, en op dertienjarige leeftijd componeerde hij een Mis, die in de kathedraal van Zara in Dalmatië werd uitgevoerd.
Dit alles ging niet ongemerkt voorbij en hij kreeg de reputatie een wonderkind te zijn. Zijn ouders hadden echter andere plannen met hem en lieten Francesco toen hij vijftien was, rechten studeren aan de universiteit van Padua. Van zijn universitaire kennis heeft hij echter weinig of geen gebruik gemaakt. Zijn hart bleef toch uitgaan naar de muziek, en hij vertrok naar Milaan waar hij in contact kwam met Gioacchino Rossini, zijn oom Gaetano Donizetti en de nog jonge Giuseppe Verdi. Hij verkeerde dus in goed gezelschap.
Na de dood van zijn vader in 1835 reisde hij nog datzelfde jaar naar Wenen om medicijnen te gaan studeren. Die studie gaf hij echter weer vrij snel op.
Kort daarop ging hij bij Simon Sechter en Ignaz Xaver Ritter von Seyfried in Wenen aan het Conservatorium muziek studeren. De muziekstudie betaalde hij door het geven van Italiaanse lessen aan Oostenrijkse leerlingen, hoewel hij zelf het Duits niet perfect beheerste en het ook nooit volkomen meester werd. Dit heeft hem bij zijn werk soms wel parten gespeeld, maar het verschafte hem ook gedeeltelijk roem. Door een verkeerde opvatting van een woord in het libretto van een operette, schreef hij namelijk ernstige muziek bij een tekst die juist vrolijk bedoeld was. Het publiek – hierdoor op het verkeerde been gezet – meende echter, dat dit als parodie moest worden opgevat. Sindsdien werd Suppé beschouwd als de meester van de muzikale persiflage.

Carrière

Gedenksteen van Franz von Suppé op het Zentralfriedhof in Wenen

Hij begon zijn carrière als dirigent in Wenen en was verbonden aan verscheidene theaters. Ook dirigeerde hij in Presburg ( Bratislava ). Intussen componeerde hij diverse werken, meestal matig betaald.
Zijn eerste werken hebben wat weg van de muziek van Jacques Offenbach, zijn Franse broeder in de kunst. Later komt Von Suppé tot een eigen karakteristieke uitdrukkingswijze.
De stijl van Von Suppé's werken is licht en elegant, en spreekt iedereen vrijwel direct aan.
Na diverse eenakters te hebben geschreven, componeerde hij enkele grotere operettes als: Boccacio en Die schöne Galathée. Van die laatste operette wordt alleen de ouverture nog zeer veel gespeeld.
Franz von Suppé schreef 211 toneelcomposities, waaronder 180 blijspelen en 31 operettes. Maar hij schreef nog veel meer, namelijk ook werken voor koor en orkest, een symfonie, enkele opera's en strijkkwartetten, maar deze werken worden in tegenstelling tot zijn lichtere werk zelden of nooit uitgevoerd.
Zijn ouverture Dichter und Bauer uit 1846 geniet nog altijd grote populariteit, evenals de ouverture Leichte Kavallerie uit 1866. Deze aanstekelijke ouvertures hebben echt repertoire gehouden, maar de bij de ouvertures behorende operettes zelf worden bijna nooit meer uitgevoerd.
Van veel van zijn ouvertures zijn ook bewerkingen geschreven voor harmonieorkesten.
Franz von Suppé stierf in Wenen op 21 mei 1895 en is bijgezet op het Zentralfriedhof -de grote begraafplaats van Wenen - waar zoveel andere bekende componisten zijn begraven, als Ludwig van Beethoven, Johannes Brahms, Franz Schubert, Christoph Willibald Gluck, Antonio Salieri, Arnold Schönberg en Johann Strauß.