Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Website
Een website (het woorddeel web- verwijst naar het World Wide Web en het Engelse site betekent plek) is een verzameling samenhangende webpagina's met data, zoals tekst, afbeeldingen of video's, die gehost (= letterlijk: 'geherbergd, onderdak geboden', dus: opgeslagen, en vervolgens (meestal) opvraagbaar gemaakt via internet) worden op een of meerdere webservers en meestal toegankelijk zijn via het Internet.
Een webpagina is een document, typisch geschreven in (X)HTML dat vrijwel altijd beschikbaar is via HTTP, een protocol waarmee een webserver communiceert met een client (meestal de webbrowser van een gebruiker).
Een webbrowser vertaalt het HTTP bericht in bruikbare informatie voor de gebruiker zoals het tonen van een webpagina.
Alle publiek toegankelijke websites worden over het algemeen collectief benoemd als het "wereldwijde web" wat weer een deel van een bepaalde laag van het Internet vormt.
Een kerneigenschap van het wereldwijde web vormt de hyperlink, een deel van het concept Hypertext, hiermee kan een gebruiker direct naar een specifieke tekst of ander digitale entiteit springen.
De webpagina's van een website zijn meestal toegankelijk via een specifieke node (URI). Vaak wordt deze specifieke startnode de hoofdpagina of homepage genoemd. De URI's van de webpagina's zijn meestal georganiseerd in een hierarchy. De hyperlinks tussen de webpagina's geven echter per gebruiker een andere representatie van de betreffende website.
Belangrijke standaarden rondom het wereldwijde web worden onder andere beheerd en uitgebreid door voorstellen door het World Wide Web Consortium, beter bekend als het W3C. De directeur van het W3C is Tim Berners-Lee, die in 1991 HTML voorstelde, als subset van het complexere SGML als vervolg op de hypertext achtige implementatie Gopher (het WWW is daarmee nog steeds geen hypertext systeem). Naast verschillende andere initiatieven bleek HTML uiteindelijk het succesvolst.
Geschiedenis
Zie ook: World Wide Web |
Ook al werd HTML voorgesteld als opvolger van Gopher in 1989 met als publieke uiting 1991, toch was het rond 1993 nog steeds zo dat Gopher de meest gebruikte manier was om het wereldwijd beschikbare informatie netwerk te gebruiken. In mei 1993 waren er dan ook slechts 50 websites wereldwijd. Men had nog steeds het idee dat het wereldwijde web voornamelijk gebruikt zou worden door natuurkundige onderzoekers met dure hardware.
Pas toen Mosaic verscheen (1993), de eerste webbrowser met een grafische interface in plaats van een text gebaseerde interface, veranderde dit langzaam. De meeste wetenschappers in die tijd gebruikten beeldschermen waarop men geen grafische elementen kon tonen en bovendien was de verbinding nog erg traag en bandbreedte kostbaar.
Naarmate verbindingssnelheid toenam en (grafische) hardware goedkoper werd nam de omvang van het aantal websites alsmede het aantal gebruikers toe en werden parallel hieraan nieuwe functionaliteiten toegevoegd in en rondom HTML.
Een webpagina in 1993 kon slechts: 1. informatie tonen in opmaakvorm; en: 2. beelden tonen. Daarnaast kon men "dynamische documenten" maken door middel van: 3. formulieren. Om deze formulieren te verwerken werd de standaard CGI opgesteld, de common gateway interface (versie 1.1 in 1995). Deze specificatie diende ondersteund te worden door de webserver en maakte het mogelijk om zogenaamde CGI-scripts aan te roepen, vaak geschreven in de taal Perl, diverse shell talen, de taal AWK of zelfs de taal C. Via de HTTPD browser van Microsoft was het zelfs al mogelijk op die manier CGI scripts te linken aan Visual Basic om Windows applicaties als spreadsheets of databases aan te roepen.
Deze CGI-scripts betekenden ook het het begin van beveiligingsgaten in websites omdat het vanaf dat moment mogelijk was om "de achterkant" van de website te bereiken via snode wegen.
Met HTML versie 3.0 kwamen zaken als tabellen, lijsten en diverse andere noviteiten die toegepast konden worden binnen webpagina's.
Op software vlak kregen websites de volgende uitbreidingen en mogelijkheden:
- aan de clientzijde o.a. meer mogelijkheden in markup HTML en styling mogelijkheden via CSS
- aan de clientzijde o.a. meer script ondersteuning zoals clientside Javascript, Perl script en TCL Script
- aan de clientzijde o.a. meer object ondersteuning zoals Java applets en Flash
- aan de serverzijde naast CGI ook serverside scripting als ASP (meestal VB Script), PHP en Serverside JavaScript
- aan de serverzijde meer directe integratie mogelijkheden met het achterlandschap zoals databases die oftewel via een tussenlaag informatie presenteren aan de gebruiker of direct informatie presenteren aan de gebruiker
Diverse termen als dynamische HTML of AJAX (Web2.0) zijn niets meer dan combinaties van bovenstaande uitbreidingen.
Toegankelijkheid
Websites worden in toenemende mate geschikt gemaakt voor mensen met een beperking, hierbij wordt er rekening mee gehouden dat blinden bijvoorbeeld geen afbeeldingen kunnen zien maar wel graag willen weten wat er op de illustratie wordt afgebeeld door een begeleidende tekst. Eén van de belangrijkste richtlijnen voor het ontwikkelen van toegankelijke websites zijn de zogenaamde Web Content Accessibility Guidelines. Een belangrijk neveneffect van het toegankelijk maken van websites voor gehandicapten is de betere vindbaarheid in internetzoekmachines zoals Google.
Structuur van een website
Hoofdpagina
Elke website heeft een hoofdpagina, ook wel index, homepage of startpagina genoemd. De hoofdpagina biedt een navigatie om door de rest van de site heen te gaan. De homepage kan, maar hoeft niet, een samenvatting te geven van de belangrijkste informatie die op de website staat, bijvoorbeeld in de vorm van categorieën, meest bezochte pagina's, het laatste nieuws, etc. De hoofdpagina dient als uitvalbasis voor de bezoeker. Een bezoeker kan bijvoorbeeld via de homepage van het ene naar het andere onderdeel navigeren.
Een webserver is vaak zo ingesteld dat als alleen het domein wordt aangevraagd en niet een specifiek document, er toch een document naar de gebruiker wordt gestuurd. Meestal is dit de hoofdpagina, alhoewel eind jaren 1990 een zogeheten 'splash page' ook vaak voorkwam. Dit laatste was een document waar de gebruiker niets aan had, maar waarin de aanbieder bijvoorbeeld een logo kon tonen of een animatie kon afspelen.
Hiërachie
Vaak is een website hiërarchisch ingedeeld. Een site wordt daarbij onderverdeeld in onderwerpen en eventueel subonderwerpen, die elk hun eigen pagina krijgen. Door eerst naar de homepage te gaan, dan naar de onderwerpspagina en dan naar subonderwerpspagina volgt de gebruiker de hiërarchie van een site. Een aanbieder kan dit gevolgde pad zichtbaar maken. Dit wordt wel broodkruimelnavigatie genoemd.
Domeinnaam
Elke website is op de een of andere manier verbonden aan een unieke domeinnaam. De internationale Wikipedia bijvoorbeeld heeft als domein 'wikipedia.org'. Meestal wordt het subdomein 'www' gebruikt (zoals 'www.wikipedia.org'). Vaak wordt foutief verteld dat dit altijd het geval is. Dit is echter niet waar: de Nederlandstalige Wikipedia bijvoorbeeld heeft als subdomein 'nl' (dit geeft dan nl.wikipedia.org). In Nederland verzorgt Stichting Internet Domeinregistratie Nederland de uitgifte en registratie van .nl-domeinnamen en bewaakt de kwaliteit van domeinregistratie in Nederland. Voor particulieren is het niet mogelijk om via de SIDN direct een domeinnaam te registreren. Dat kan alleen via de aangesloten bedrijven (dit kunnen zowel binnen- als buitenlandse bedrijven zijn).
Beheer van een website
Beheer via CMS
Een website wordt vaak beheerd met een online content management systeem (CMS). Een dergelijk systeem geeft de gebruiker de gelegenheid om op een simpele manier (zonder direct in HTML te programmeren) een website bij te houden. Een CMS bestaat meestal uit een zogenaamd management of administratie-gedeelte, waar een gebruiker via een gebruikers- of inlognaam en wachtwoord kan inloggen. Vervolgens kan de gebruiker, afhankelijk van het toegangsniveau, nieuwe pagina's aanmaken, plaatjes uploaden, forumdiscussies beheren, etc.