Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Pol De Mont

Uit Wikisage
Versie door Mendelo (overleg | bijdragen) op 13 feb 2024 om 07:36
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Karel Maria Polydoor (Pol) De Mont (Wambeek, 15 april 1857Berlijn, 29 juni 1931), was een Vlaamse schrijver en dichter. Hij is niet te verwarren met zijn neef Paul De Mont.

Levensloop

Pol De Mont werd geboren in Wambeek, dicht bij Brussel. Na de humaniora te hebben gevolgd in Ninove, ging hij naar het Klein Seminarie in Mechelen. Daar schreef hij zijn eerste gedichten en liet hij in 1875 zijn eerste bundel drukken: Klimoprankske. Twee jaar later ging hij wijsbegeerte en letteren studeren aan de universiteit van Leuven. Samen met Albrecht Rodenbach stichtte hij hier Het Pennoen. In 1880 werd zijn bundel Gedichten gepubliceerd, die bekroond werd met de Vijfjaarlijkse Staatsprijs voor Vlaamse Letterkunde.

Hij begon zijn loopbaan als leraar in Doornik, waar hij benoemd werd door tussenkomst van Hendrik Conscience. Vervolgens gaf hij les aan het Koninklijk Atheneum van Antwerpen. Tot zijn leerlingen behoorden de latere schrijver Alfons De Ridder (Willem Elsschot) en de latere kunstenaar Eugeen Van Mieghem. Daarna werd hij leraar aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten (1882-1904).

Hij werd ook politiek actief: in 1892 werd hij als liberaal Vlaams kandidaat verkozen als lid van de provincieraad, waarin hij zetelde tot in 1896.

In 1904 werd hij benoemd tot conservator van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten te Antwerpen en zorgde daar voor een grote modernisering.

Het jaar daarop was hij een medeoprichter van het tijdschrift De Vlaamse Gids. Hoewel hij zich tijdens de Eerste Wereldoorlog neutraal opstelde en zelfs een leerstoel weigerde aan de door de Duitsers vernederlandste Universiteit van Gent, werd hij na de oorlog vooral in de franskiljonse pers beschuldigd van activisme. Eind 1918 week hij een tijdje uit naar Den Haag. Hij bood zijn ontslag aan als conservator en werd op pensioen gezet.

Hij ging een belangrijke rol spelen in de Frontpartij en werd hoofdredacteur van de flamingantische krant De Schelde. Enkele van zijn medewerkers daar waren Paul van Ostaijen, Alice Nahon en Gaston Burssens.

Samen met August Gittée begon hij het tijdschrift Volkskunde. Samen met Alfons De Cock leverde hij belangrijke bijdragen aan de volkskunde. Als dichter behoorde hij tot de Tachtigers.

Hij was getrouwd met Maria Vander Hulst. Op het einde van zijn leven maakte hij vele reizen in het buitenland. Tijdens een reis in Duitsland werd hij ziek en overleed in Berlijn. Zijn lichaam werd op 2 juli gecremeerd in Berlijn-Wilmersdorf. De as overgebracht naar Antwerpen en op 9 juli begraven op het Schoonselhof.

Genootschap

In 2015 werd in zijn geboortedorp het Pol De Montgenootschap opgericht. (http://www.poldemontgenootschap.be/)

Werken

  • Rijzende sterren (1879)
  • Gedichten (1880) – Bekroond met de Staatsprijs voor Letterkunde
  • Lentesotternijen (1881)
  • Idyllen (1882)
  • Loreley (1882)
  • Idyllen en andere gedichten (1884)
  • Fladderende vlinders (1885)
  • Claribella (1893)
  • Iris (1894)
  • Dit zijn Vlaamsche wondersprookjes (1896)
  • Dit zijn Vlaamsche vertelsels (1898)
  • Drie groote Vlamingen (1901)
  • Vlaamsche schilders der negentiende eeuw (1902)
  • Koppen en Busten (1903), Uitgeverij Lamertin, Brussel
  • De schilderkunst in België van 1830 tot 1921 (1921), Martinus Nijhoff, ’s-Gravenhage
  • Zomervlammen (1922)
  • Schilders van Hier en Nu (1929), Uitgeverij Regenboog, Antwerpen
  • Bloemlezing uit zijn poëzie (1932)
  • Keurbladzijden uit het werk (1942)

Weblinks

rel=nofollow
rel=nofollow
 
rel=nofollow