Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Alice Nahon

Uit Wikisage
Versie door Mendelo (overleg | bijdragen) op 17 okt 2021 om 08:38
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Alice Nahon (18961933) was een Antwerpse dichteres met een Nederlandse vader en een Vlaamse moeder.

Leven

Alice Nahon werd geboren te Antwerpen (Grote Markt 58) als derde in een gezin van elf kinderen.

Haar vader was Nederlander en boekhandelaar in Antwerpen. Haar moeder, Julia Gijsemans, was afkomstig van Putte bij Mechelen en was een gediplomeerde onderwijzeres. Van 1911 tot 1913 ging ze naar de landbouw-huishoudschool (het huidige Sint-Martinuscollege) te Overijse in Vlaams-Brabant, dat later een schoolgebouw naar haar vernoemde. Vanaf haar achttiende werkte ze korte tijd als leerling-verpleegster in het Stuivenberg-ziekenhuis te Antwerpen. Kort voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog werd ze ernstig ziek. Ze werd jarenlang behandeld als tuberculose-patiënte maar in feite leed ze aan chronische bronchitis, mogelijk veroorzaakt door een aangeboren hartafwijking, en aan depressiviteit. Van juni 1917 tot december 1922 verbleef ze in het Sint-Jozefintituut, een sanatorium in Tessenderlo. Toch schreef zij in die periode twee dichtbundels: Vondelingskens (1920) en Op zachte vooizekens (1921), die haar een enorme populariteit bezorgden. Een aantal van deze gedichten verschenen eerst in tijdschriften zoals De Schelde, een Vlaams-nationalistisch dagblad. Tijdens de jaren twintig had ze verschillende korte relaties, o.m. met de avant-gardist Michel Seuphor, de Belgische journalist en publicist Paul Pée en de Limburgse poète maudit, Jef Leynen.

Na verblijven in Italië en Frankrijk ging ze vanaf 1927 werken in de stadsbibliotheek van Mechelen tot ze wegens haar wankele gezondheid eind 1930 op pensioen werd gesteld. Met de bundel Schaduw (1928) wilde ze zich tevergeefs afzetten tegen haar zoetgevooisd imago en tegen de kritiek van onder andere Paul van Ostaijen en Martinus Nijhoff. Begin jaren dertig verbleef ze in Mortsel in de kapelwoning van Kasteel Cantecroy. In haar laatste levensjaar woonde ze in de Carnotstraat in Antwerpen; onderzoek in de bevolkingsregisters heeft uitgewezen dat alleen haar Engelse vriendin, Sylvia Newton, daar ingeschreven was. De dichtbundel Maart-April verscheen postuum (1936). Ze kreeg een graf in een ereperk op het Schoonselhof.

Vernoemingen en erkenningen

  • Alice Nahonschool in de gemeente Putte.
  • Alice Nahonlaan in Zwijndrecht, Melsele (Beveren) en Zolder (Heusden-Zolder).
  • Alice Nahonstraat in Zele, Putte, Belsele (Sint-Niklaas); in Beernem; in Ekeren (Antwerpen) en in het Nederlandse Rijen (Gilze en Rijen).
  • Alice Nahonlei in Schoten.
  • Alice Nahonplein in Mechelen.
  • Alice Nahonsquare in Oostduinkerke.
  • In de gemeente Overijse staat het borstbeeld van Nahon.

Werken

Haar bekendste gedicht is Avondliedeke III uit haar gedichtenbundel Op zachte vooizekens die in 1921 werd gepubliceerd:

Avondliedeke III
’t Is goed in ’t eigen hert te kijken
Nog even vóór het slapen gaan,
Of ik van dageraad tot avond
Geen enkel hert heb zeer gedaan
Of ik geen ogen heb doen schreien,
Geen weemoed op een wezen lei;
Of ik aan liefdelooze menschen
Een woordeke van liefde zei.
En vind ik in het huis mijns herten,
Dat ik één droefenis genas,
Dat ik mijn armen heb gewonden
Rondom één hoofd, dat eenzaam was...;
Dan voel ik op mijn jonge lippen,
Die goedheid lijk een avondzoen...
’t Is goed in ’t eigen hert te kijken
En zóó z’n oogen toe te doen.

In 2007 werd op haar tekst Het halssnoer het lied gecreëerd van Luc Bataillie naar aanleiding van het jaarconcert van de Woluwse componisten.

Bibliografie

  • Vondelingskens (1920)
  • Op zachte vooizekens (1921)
  • Schaduw (1928)
  • Alice Nahon en haar gedichten (1932)
  • Maart-April (1936)
  • Bloemen van ’t veld (anthologie verzameld door Karel Jonckheere, 1970)
  • Alice Nahon. Verzamelde gedichten (1983)
  • De mooiste gedichten van Alice Nahon (1983)

Literatuur

  • Manu van der Aa, Ik heb de liefde liefgehad; het leven van Alice Nahon. Tielt: Lannoo, 2008. (biografie)
  • Manu van der Aa (red.), Mijn ziel ligt overhoop zoals de koffer met niet beantwoorde brieven, brieven van Alice Nahon, uitgave in eigen beheer, 2018.
  • Erik Verstraete, 1933-1983 Alice Nahon Verzamelde Gedichten. Antwerpen: Stichting Mercator-Plantijn, 1984.

Weblinks

 
rel=nofollow