Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Vermogensbelasting
De vermogensbelasting is een belasting die geheven wordt op het vermogen ongeacht de inkomsten die uit dit vermogen verkregen worden.
Argumenten voor en tegen vermogensbelasting
Al voor de invoering van de inkomstenbelasting werd door economen zoals De Bruyn Kops gepleit voor de invoering van een vermogensbelasting. Omdat het vermogen vroeger vooral uit onroerende zaken bestond was dit immers gemakkelijker vast te stellen dan het inkomen. Een voordeel van het belasten van het vermogen ten opzichte van het belasten van de inkomsten uit vermogen is dat geen verschil hoeft te worden gemaakt tussen belaste dividenduitkeringen en niet of lager belaste koerswinsten en dat schijninkomsten uit rente die wordt uitgekeerd om inflatie of risico's te compenseren niet worden belast. Als nadeel kan gezien worden dat eigenaars hun onroerend goed slechter zullen onderhouden wanneer de onderhoudskosten niet meer aftrekbaar zijn voor de belasting. Economisch gezien heeft een vermogensrendementsheffing hetzelfde effect als de vermogensbelasting.
Nadeel is ook de mobiliteit van het vermogen. Terwijl vroeger een vermogen hoofdzakelijk bestond uit onroerend goed, bestaat een vermogen sinds de Industriële revolutie vooral uit aandelen en obligaties. Door het vrij verkeer van kapitaal is het niet moeilijk om zijn vermogen te verplaatsen naar een andere EU-lidstaat. Dit leidde tot fiscaal toerisme. Bekend voorbeeld zijn de Nederbelgen, namelijk Nederlanders die wegens de vermogensbelasting net over de grens in de Belgische provincies Antwerpen en Limburg kwamen wonen. Doordat de domicilie naar het buitenland verplaatst, verliest de overheid vaak ook inkomsten in de vorm van personenbelasting. De kosten/baten-analyse van een vermogensbelasting wordt daarom vaak betwist. In veel landen waar de vermogensbelasting werd afgeschaft, werd als alternatief de belasting van onroerende goederen verstrengd.
Vermogensbelasting in Nederland
In Nederland werd tot en met 2000 een vermogensbelasting geheven van 0,7% van het vermogen op 1 januari van elk jaar na aftrek van de schulden en het vrijgestelde deel.
Per 1 januari 2001 is de Wet op de Vermogensbelasting 1964 ingetrokken en vervangen door de vermogensrendementsheffing in box 3 van de Wet inkomstenbelasting 2001. Daarbij wordt het vermogen op 1 januari en het vermogen op 31 december genomen, opgeteld, en gedeeld door twee. De belastingdienst veronderstelt een rendement van 4% hierover, en belast dit tegen 30%. Uiteindelijk wordt dus 1,2% (30% van 4%) geheven over het gemiddeld vermogen. Dit is dus meer dan de oude vermogensbelasting, maar daar staat tegenover dat de inkomsten uit vermogen niet langer belast worden. Voor bezitters van grote vermogens, die voorheen 60% inkomstenbelasting betaalden, is het tarief bij een effectief rendement van 4% dus gedaald van 3,1% naar 1,2%.
Vermogensbelasting in Europa
In volgende Europese staten geldt of gold een vermogensbelasting:
Land | Status |
---|---|
Denemarken | afgeschaft 1997 |
Duitsland | afgeschaft 1997 |
Finland | afgeschaft 2006 |
Frankrijk | 0,55% tot 1,8% |
Griekenland | 0,8% |
Ierland | afgeschaft 1974 |
IJsland | tarief onbekend |
Italië | afgeschaft 1992 |
Liechtenstein | 0,07% |
Luxemburg | afgeschaft 2006 |
Nederland | 1,2% (30% van 4%) |
Noorwegen | 0,9% tot 1,1% |
Oostenrijk | afgeschaft 1994 |
Spanje | 0,2% tot 2,5% |
Zweden | afschaffing voorzien 2007 |
Zwitserland | op kanton-niveau |