Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Herman Van Puymbrouck
MEE BEZIG
Frans Amandus "Herman" Van Puymbrouck (Antwerpen 11 mei 1884 - Köningswinter 29 juni 1949) was een Belgisch collaborateur tijdens de Tweede Wereldoorlog.[1]
Levensloop
Van Puymbroeck verloor op jonge leeftijd zijn ouders en groeide op in een weeshuis. Hi volgde les aan het atheneum van Antwerpen, waar hij een generatiegenoot was van onder meer Hendrik De Man. Hij kreeg er les van een aantal Vlaamsgezinde leerkrachten als Anton Moortgat en Pol de Mont. Aan de normaalschool in Gent behaalde hij een onderwijzersdiploma, waarna hij les ging geven in een Antwerpse stadsschool. Na de Eerste Wereldoorlog probeerde hij tevergeefs zelf lesgever te worden aan een normaalschool. In 1935 stopte hij met lesgeven.
Voor de Eerste Wereldoorlog begaf Van Puymbroeck zich voornamelijk in een liberaal vrijzinnig milieu. Hij huwde een zus van de liberale boekenuitgever Victor Resseler en werd zo schoonfamilie van Lode Baekelmans.
In zijn vrije tijd was hij bezig met litteratuur, als mede-uitgever of als auteur, onder meer als redactiesecretaris van De Standaard (1907-1908). Tevens schreef hij onder meer een studie over Cyriel Buysse.
Voor de oorlog was Van Puymbroeck betrokken bij de Dietsche Arbeiderspartij en de Nationaal-Socialistische Vlaamsche Arbeiderspartij.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd Van Puymbroeck opgeroepen als brancardier. Hij werkte onder meer in Calais.
Interbellum
Onmiddellijk na de oorlog was hij één van de leiders die het pampflet van de Frontpartij ondertekenden, wat doet vermoeden dat hij tijdens de oorlog reeds contacten had met de frontbeweging. De Frontpartij was in het begin niet uitgesproken anti-Belgisch. Toen het met een breuk kwam met de Belgicisten werd Van Puymbroeck de voorzitter van de Antwerpse afdeling. Hij stelde Herman Vos aan als secretaris, hoewel die op dat ogenblik (1919) nog gevangen zat wegens zijn activisme.
In 1921 werd van Puymbroeck voorzitter van de Frontpartij. Hij stapte op in 1926 omwille vand e ideologische tegenstellingen binnen de partij. Hij bleef wel actief binnen de partij, maar hij was nooit een erg graag geziene figuur, en kwam ook nooit zelf op bij verkiezingen. Wel slaagde hij er in de verschillende strekkingen te verzoenen, en de keuzes om het lijsttrekerschap steeds tot een goed einde te brengen.
Toen Herman Vos in 1933 overstapte naar de Belgische Werkliedenpartij besloot hij terug politiek actiever te worden. Vos trad hierop terug als hoofdredacteur van het Vlaams-nationalistische tijdschrift De Schelde, waarna Van Puymbroeck de krant overkocht met de financiële hulp van het Duitse Reichsministerium für Volksaufklärung und Propaganda (Promi) en de Nederlandse Nationaal-Socialistische Beweging van Anton Mussert. Oorspronkelijk was het de bedoeling dat het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV) medeaandeelhouder zou worden, maar de partij weigerde haar aandeel van 100.000 frank te betalen, waardoor Van Puymbroeck de krant volledig in handen kreeg en eigenhandig de stichting kon samenstellen. Hij stelde August Borms aan als voorzitter.
Eerst richtte Van Puymbroeck zich voornamelijk op de leden van de Frontpartij, maar toen hij in de mot kreeg dat het VNV populairder werd, riep hij de Frontpartijleden op te integreren binnen het VNV. Na een ultiatum van Staf Declercq die Van Puymbroeck verbood nog booschappen van de Frontpartij op te nemen in De Schelde, liep Van Puymbroeck 30 oktober 1934 over naar het VNV, goed wetende dat een groot deel van de leden van de Frontpartij tegen het VNV-lidmaatschap waren. Hij hoopte dat zijn overstap zou betekenen dat de anderen zouden volgen, wat in beperkte mate ook gebeurde.
Van Puymbroeck werd lid van de hoofdraad van het VNV, waar hij verantwoordelijk werd voor de cultuurcentrale, die echter een lege doos was.
Van Puymbroeck bleef botsen met de leiding van het VNV en in 1938 werd hij als hoofdredacteur vervangen door Antoon Mermans. In 1939 verdween hij ook als redaceur en hiermee was hij in feite politiek kaltgestellt. De reden voor de botsing waren naast ruzie om geld ook een ruzie om aanhangers: het VNV was niet blij met de kkritiekloe berichtgeving over nazi-Duitsland, ook over onderwerpen waarover Belgische katholieken struikelden. De VNV-leiding vond dat Van Puymbroecks geschriften hierdoor negatief afstraalden op het VNV. Van Puymbroeck stapte in 1937 uit het VNV.
De ruzie escaleerde verder toen Van Puymbroeck trachtte Staf Declercq te chanteren door te dreigen de Duitse subsidiëring van De Schelde openbaar te maken.
In december 1939 richtte Van Puymbroek De Vlaamsche Post op.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog
Van Puymbroeck bleef tijdens de oorlog op ramkoers liggen met het VNV. In juni 1940 publiceerde hij de brochure Vlaanderen in de Nieuwe Wereldorde waarin hij Vlaanderen als de Westmark van het Germaanse Rijk zag, en waarin hij het VNV aanviel dat nog steeds ijverde voor een onafhankelijk Vlaanderen.
Eveneens in 1940 werd van Puymbroeck lid van de Algemeene-SS-Vlaanderen.
Tijdens de oorlog nam het belang toe van de DeVlag en Van Puymbroeck trad toe en werd in 1942 hoofdambtsleider voor de wereldbeschouwelijke vorming, waarbinnen hij een Vlaamse invulling trachtte te geven aan het nationaal-socialisme.
Einde 1944 toen de Geallieerden België bevrijdden vluchtte Van Puymbroeck naar Duitsland.
In juli 1945 werd hij bij verstek ter dood veroordeeld. Van Puymbroeck bleef in Duitsland tot zijn dood in 1949.
Bronnen, noten en/of referenties
|